Afsluitende les

Grieks 3
Laatste les!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grieks 3
Laatste les!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat vinden we van de baard van Herodotus?
A
Maf
B
Cool
C
Lelijk
D
Lijkt op pootjes

Slide 3 - Quizvraag

Herodotus & Barbaarden
:D...

Slide 4 - Tekstslide

Vindt Herodotus andere volkeren barbaars?
A
Ja
B
Nee
C
Zegt hij niets over

Slide 5 - Quizvraag

Herodotus over andere volkeren
Wij lezen over de Egyptenaren en de Skythen in het kader van de Perzische Oorlogen
Wat was de aanleiding voor de oorlogen? Wat heeft Marathon ermee te maken? 

Slide 6 - Tekstslide

Waarom schrijft Herodotus zijn geschiedeniswerk?
A
Hij wil dat de Grieken weten hoe barbaars de Perzen zijn
B
Hij heeft heel veel onderzoek gedaan en wil dit delen met de Grieken
C
Hij wil niet dat de geschiedenis verloren gaat door de tijd
D
Hij wil herinnerd worden als groot onderzoeker

Slide 7 - Quizvraag

1. Zelfs hun katten zijn anders (Herodotos Historiae, II,66)
Terwijl anderen zulke redenen geven, doen zij dingen, die ik geenszins goedkeur. Maar de Egyptenaren zijn zeer vroom als het gaat om religieuze zaken, zowel in andere opzichten als ook in het volgende: Hoewel het grenst aan Libië, heeft Egypte zeer weinig wilde dieren; Maar de dieren die er zijn, worden allemaal als heilig beschouwd: sommige leven samen met mensen, andere niet. Als ik zou uitleggen waarom zij als heilig gezien worden, zou ik in mijn verhaal aankomen bij het onderwerp van goddelijke zaken. Dit onderwerp vermijd ik vooral om te behandelen. Wat ik van daarover gezegd heb en aangeraakt heb, zei ik omdat ik ertoe gedwongen werd

Slide 8 - Tekstslide

De katten
τούτοις τοῖς ἀνθρώποις εἰσί πολλά ὁμοτρόφα θηρία. 
πολλῷ ἂν ἔτι πλείονα ἦν,
εἰ μὴ κατελάμβανε τοὺς αἰλούρους τοιάυτα· 
ὅτε ἔτεκον αἱ γυναῖκες, οὐκέτι ἔρχονται πρός τοὺς ἀνδράς. 
οἳ δὲ ἀνδρές βουλόμενοι μίσγεσθαι αὐταῖς οὐκ δύνανται.

Meerkeuzevragen: ἔτεκον (r. 4)  is een: A) impf, B) pr, C) aor, D) participium
 βουλόμενοι (r. 5)  is een: A) impf, B) pr, C) aor, D) participium
ἀνδράς (r. 4) is een: A) nom, B) gen, C) dat, D) acc 
Open vraag: waarom hebben de katten niet meer kinderen?  Leg uit in het NL/citeer Grieks


Slide 9 - Tekstslide

2. πρὸς οὖν ταῦτα οἱ ἀνδρες σοφίζονται τάδε· ἁρπάζοντες ἀπὸ τῶν γυναικῶν τὰ τέκνα κτείνουσι, κτείναντες μέντοι οὐκ ἐσθίουσι. αἳ δὲ γυναῖκες στερισκόμεναι τῶν τέκνων, ἄλλων δὲ ἐπιθυμοῦσι καὶ οὕτω δὴ προσερχόνται πρός τοὺς ἀνδράς. φιλότεκνον γὰρ τοῦτο τὸ θηρίον. 

Open vraag: hoe komen er toch meer kinderen bij de katten? Leg uit in het Nederlands. 
Meerkeuzevraag: ἁρπάζοντες is een A, B, C, D... Participium. 'nt' net als bij Latijn. (Waar zou het Latijn dat toch vandaan hebben?)

Slide 10 - Tekstslide

Toen er een brand ontstond, overkwam/overkomt de katten een goddelijke daad. Want de Egyptenaren, nadat ze op een afstandje waren gaan staan, bewaakten de katten en het interesseert hen niet het vuur te blussen. De katten doken er onderdoor en sprongen over de mensen heen een door het vuur

Slide 11 - Tekstslide

ἐπεὶ ταῦτα ἐγενέτο, πένθος μέγα τοὺς Αἰγυπτίους καταλαμβάνει. ὅτε ἐν τίνι οἰκίᾳ αἰλουρος ἀποθνῄσκει ἀπὸ τοῦ αὐτομάτου, οἱ ἐνοικόντες πάντες ξυροῦνται τὰς ὀφρύας μόνας, ὅτε δὲ κύων, πᾶν τὸ σῶμα καὶ τὴν κεφαλήν.

Open vraag: Wat is de tegenstelling die in deze tekst voorkomt? 
Geeft Herodotus een mening over hoe Egyptenaren met katten omgaan of niet? Baseer je antwoord op de kattentekst.

Slide 12 - Tekstslide

Ze doen alles anders
In de voorafgaande hoofdstukken heeft Herodotos verteld over de ouderdom van het Egyptische volk en over de omvang van het land en de rivier de Nijl en de overstromingen. Hij heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar de oorzaak van de overstromingen en allerlei theorieën gehoord en verworpen. Uiteindelijk vormt hij zelf een theorie over regenval die de overstromingen veroorzaakt. Zijn redenering klopt niet helemaal, maar getuigt wel van intelligent redeneren. 

Slide 13 - Tekstslide

πέρι Νείλου μέν νυν τοσαῦτα εἶπον· τὸν δὲ λόγον περὶ Αἰγύπτου μηκυνεῖν μέλλω, ὅτι αὕτη ἡ χώρα πλεῖστα θαυμάσια ἔχει καὶ πανταχῇ ἔργα ἄφραστα παρέχεται. τούτων ἕνεκα πλείονα περὶ αὐτῆς εἰρήσομαι. 

Slide 14 - Tekstslide

Αἰγύπτιοι οὐ μόνον οὐρανόν ἑτεροίον ἐχουσι καὶ ποταμόν φύσιν ἀλλοίην παρεχομένον ἢ οἱ ἄλλοι ποταμοί, ἄλλα καὶ ἐστήσαντο πολλὰ ἔθη τε καὶ νόμους ἔμπαλιν τοῖς ἄλλοις ἀνθρώποις: ἐν τοῖσι αἱ μὲν γυναῖκες ἀγοράζουσι καὶ καπηλεύουσι, οἱ δὲ ἄνδρες κατ᾽ οἴκους ὄντες ὑφαίνουσι: ὑφαίνουσι δὲ οἱ μὲν ἄλλοι ἄνω τὴν κρόκην ὠθέοντες, Αἰγύπτιοι δὲ κάτω.

Slide 15 - Tekstslide

Lasten dragen de mannen op hun hoofden, maar de vrouwen op hun schouders. De vrouwen plassen staand, de mannen zittend. Ze poepen in hun huizen, maar eten buiten op straat, omdat ze het noodzakelijk vinden beschamende maar noodzakelijke dingen privé te doen, maar niet beschamende dingen in het openbaar.

Slide 16 - Tekstslide

Geen enkele vrouw is priesteres van een god of godin, maar mannen zijn priesters van alle goden. Voor zoons is er geen enkele dwang om voor hun ouders te zorgen als ze dat niet willen, maar voor dochters is die dwang er wel, ook al willen ze niet. 
ἱερᾶται γυνὴ μὲν οὐδεμία οὔτε θεοῦ οὔτε θέας, ἄνδρες δὲ πάντων τῶν θεῶν ἱεράνται. τοῖς μὲν υἱοῖς οὐδεμία ἀνάγκη ἔστιν τρέφειν τοὺς τοκέας μὴ βουλομένοις, ταῖς δὲ θυγατράσι πᾶσα ἀνάγκη ἔστιν καὶ μὴ βουλομέναις.

Slide 17 - Tekstslide

Skythen

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Herodotos vertelt ook over de godsdienst en de gebruiken van de Skythen, een volk dat leefde en heerste in grote delen van Klein-Azië. In de tijd van Herodotos overheersten ze met name een enorm gebied noordelijk van de Zwarte Zee.

In hoofdstuk 64 vertelt Herodotos over de oorlogvoering van de Skythen en over het gebruik de hoofden van door hen verslagen vijanden in te leveren bij de koning. Wie geen hoofden inleverde, kreeg geen deel van de oorlogsbuit. Verder hadden de Skythen de gewoonte hun vijanden te villen en van hun huid o.a. hoezen voor hun pijlkokers te maken 
Dit zijn de gebruiken bij hen; met de hoofden, niet van allemaal, maar wel van de grootste vijanden, doen zij het volgende: eenieder zaagt alles van onder de wenkbrauw weg en maakt het schoon. Als hij arm is, spant hij aan de buitenkant een runderhuid (over het hoofd) en gebruikt het zo; als hij (wel) rijk is, spant hij een ossenhuid (over het hoofd), verguldt hij de binnenkant met goud en gebruikt het zo als een beker.

Slide 20 - Tekstslide

Vragen?

Slide 21 - Tekstslide