16.2 & 16.3 Voedingsstoffen

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

Je kunt van alle voedingsstoffen aangeven wat hun functie is en waarin ze zitten


Je kunt in een context aangeven welke voedingsstof er tekort is bij een lichamelijk gebrek

Slide 2 - Tekstslide

Welke voedingsstoffen zijn er? (oftewel, wat zit er in je eten?)

Slide 3 - Open vraag

voedingsstoffen
voedingsmiddelen = eten en drinken

daarin zitten de 6 categorien voedingsstoffen die je lichaam voor allerlei doeleinden gebruikt

Slide 4 - Tekstslide

Benoem 3 voedingsmiddelen in de afbeelding en geef aan welke voedingsstoffen daar veel in voorkomen (T1)

Slide 5 - Open vraag

Noem twee voedingsstoffen die ook voedingsmiddelen kunnen zijn. Leg uit (T2)

Slide 6 - Open vraag

Functies van Voedingsstoffen
  1. Brandstof  - Koolhydraten, Vetten, Eiwitten (in nood)
  2. Bouwstof   - Koolhydraten, Vetten, Eiwitten, Mineralen, Water
  3. Hulpstof     - Vitaminen, mineralen

Reservestof: voedingsstof die opgeslagen wordt

Vezels: géén voedingsstof! bevorderen darmperistaltiek

Slide 7 - Tekstslide

Water
70% van je cellen bestaat uit water

2 tot 3L water per dag voor een gezonde waterbalans

Oxidatiewater wordt gevormd bij stofwisselingsprocessen in de cel. Dit kan hergebruikt worden in je lichaam. 

Slide 8 - Tekstslide

Vitamines
  • Hulpstoffen voor stofwisselingsprocessen (ondersteunende werking enzymen

  • kleine hoeveelheden
  • bij tekort ontstaat een gebreksziekte

  • iedere vitamine eigen functie (binas 82A)
  • je lichaam kan de meeste vitamines niet zelf maken (zijn dus essentiëel)

Slide 9 - Tekstslide

Juist of onjuist? (binas)
Vitamine C helpt bij de opbouw van het gebit.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

mineralen
Ander woord voor mineralen is zouten

Sommige mineralen heb je maar in hele kleine concentraties nodig. Dit noem je sporenelementen

Mineraal                            Toepassing
IJzer (Fe)                           (rode bloedcellen)
Calcium (Ca)                     (skelet)            
Fosfor (P)                          (ATP)
Kalium (K)                          (zenuwstelsel)
Natrium (Na)                      (zenuwstelsel)
Chloor (Cl)                         (zenuwstelsel)
Jodium (I)                           (hormoonstelsel)

Slide 11 - Tekstslide

Vezels
Geen voedingsstoffen

Onverteerbare delen van plantaardig voedsel

Goede ontlasting en darmperistaltiek (kneden van darmen)

Slide 12 - Tekstslide

gezonde voeding
= als je alle voedingsstoffen binnen krijgt waar je lichaam behoeft aan heeft, in de juiste verhouding!

ADH = aanbevolen dagelijkse hoeveelheid


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Van welke voedingsstof is er sprake bij een gebrek aan deze plaatjes?

Slide 15 - Tekstslide

Van welk voedingsstof is er sprake van een gebrek in plaatjes 1, 2 en 3 op de vorige slide?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Van welk voedingsstof is er sprake van een gebrek in plaatjes 1 en 2 op de vorige slide?

Slide 18 - Open vraag

Gebreksziekte:   
ontstaat door een langdurig gebrek aan bepaalde mineralen of vitaminen. Dan kom je dus voor een langere tijd niet aan de ADH.                      


gebrek aan vitamine A1:
- (nacht)blindheid        
- troebel hoornvlies








Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Welke voedingsstof kregen deze zeelui te weinig binnen? Wat was hun oplossing?

Slide 21 - Open vraag

De Engelse ziekte ontstaat bij een gebrek aan vitamine D en daarom krijgen kinderen tot de leeftijd van 4 jaar het advies om dagelijks 10 mg vitamine D te slikken. Ook gesluierde vrouwen en oude mensen die alleen binnen zitten krijgen het advies extra vitamine D te slikken. Waarom?

Waarom krijgen gesluierde vrouwen het advies om extra vitamine D te slikken? (I,2p)

Slide 22 - Open vraag

Huiswerk
- Maak de basiskennisvragen van 16.2
- Maak een samenvatting of begrippenlijst van 16.2

Slide 23 - Tekstslide