1. jager-verzamelaars & landbouw havo

geschiedenis 

in havo 4
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

geschiedenis 

in havo 4

Slide 1 - Tekstslide

Stof

Tijdvak 1 t/m 10
  • 1 t/m 4 alleen SE (wel ED-weging)
  • 5 t/m 10 SE en CE
Thema's in P2 en P3


Slide 2 - Tekstslide

Les
  • leerstof adhv leerdoelen 
  • vaardigheden

LessonUp en Feniks (boek en/of online)
in de les gebruik je het boek + schrift voor aantekeningen

1 SE toets per periode 

Slide 3 - Tekstslide

PTA boekje
P1 - Thema + Tijdvak 1 t/m 4  (80')
P2 - PO over thema
         Tijdvak 5 & 6 (80')
P3 - Thema
         Tijdvak 5 t/m 8 (120')
P4 - Tijdvak 5 t/m 9 (120')

Alle SE toetsen hebben rapport weging en ED weging (10%)

Slide 4 - Tekstslide

1. Jagers-verzamelaars
1. Tijd van jagers en boeren

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoel
je kunt uitleggen op welke 3 manieren het ontstaan van de mens wordt verklaard

je kunt kenmerken noemen van de levenswijze van jagers-verzamelaars

Slide 6 - Tekstslide

Prehistorie
  • De prehistorie eindigt niet overal ter wereld op hetzelfde moment!

  • Als een volk een schrift ontwikkelt dan begint voor dat volk de historie en eindigt de prehistorie.

Slide 7 - Tekstslide

Ontstaan mens
3 Opties/Ideeën:
- Scheppingsverhaal (creationist)
- Evolutie 
(Darwinist) 
- Combinatie van beide

Slide 8 - Tekstslide

Eerste mensen zijn 
jager-verzamelaars
  • Leven van de natuur

  • Mannen: jagen (ook: vissen)

  • Vrouwen: verzamelen van bessen, noten enz.

Slide 9 - Tekstslide

Gereedschappen van de eerste mensen

Slide 10 - Tekstslide

Jager-verzamelaars
  • Leven in kleine groepen (ongeveer 30-50 mensen)

  • Geen vaste woonplaats: nomaden

  • Trekken achter hun eten aan
  • Eenvoudige woningen: hutten/grotten

  • Weinig bezittingen

Slide 11 - Tekstslide

Welke informatie kan je niet halen uit deze bron?
A
Hoe jagers-verzamelaars woonden
B
Waar jagers-verzamelaars van leefden
C
Welke godsdienst jagers-verzamelaars hadden
D
De taakverdeling tussen mannen en vrouwen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is geen overblijfsel van jagers-verzamelaars?
A
Een vuistbijl van vuursteen
B
Een werpspeer
C
Een aardewerken pot
D
Pijl en boog

Slide 13 - Quizvraag

1. • Ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen

Slide 14 - Tekstslide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats Memo

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen
  • je kunt uitleggen waar en waardoor de landbouwrevolutie ontstond
  •  je kunt uitleggen hoe en waardoor de landbouwrevolutie zich verspreidde naar Europa
  • je kunt de gevolgen van de landbouwrevolutie beschrijven en verklaren

Slide 16 - Tekstslide

Middelen van bestaan zijn manieren om in leven te blijven.
Welke middelen van bestaan hadden de eerste mensen?
A
Wilde dieren en verzamelen
B
Jagers en boeren
C
Jagen en verzamelen
D
Boeren en verzamelaars

Slide 17 - Quizvraag

Klimaatverandering
10.000 v.Chr

  • De aarde wordt warmer
  • Nederland: moerassen en bossen
  • Delen van Afrika en Midden-Oosten: droger
  • Daar waar het droger werd, was minder eten te vinden.
  • Daarom gaan mensen proberen zelf graan te verbouwen en vee te houden = landbouwrevolutie

Slide 18 - Tekstslide

Vruchtbare Halvemaan
  • Gebied waar de eerste landbouw ontstaat (11.000 v. Chr.)

  • Midden-Oosten: Egypte, Israël, Palestina, Jordanië, Libanon, Syrië, Irak, Iran en Turkije

  • 'De kraamkamer van de beschaving': ontstaan van steden en het schrift

Slide 19 - Tekstslide

Leg uit waarom de landbouw niet in de gebieden A en B in de kaart, die je net hebt gezien, ontstond.
(Klik op de afbeelding om deze groter te maken)

Slide 20 - Open vraag

maar die landbouwrevolutie vindt niet alleen plaats in de Vruchtbare Halvemaan

Slide 21 - Tekstslide

In de groene gebieden kwam ongeveer tegelijkertijd de landbouw tot stand

Slide 22 - Tekstslide

Neolithische revolutie
  • Revolutie betekent verandering

  • Jager-verzamelaars worden boer

  • De landbouwrevolutie duurde meer dan 1000 jaar: niet iedereen werd tegelijk boer

  • Landbouw bestaat uit: akkerbouw en veeteelt

Slide 23 - Tekstslide

Grote en belangrijke verandering

99% van de geschiedenis van de mens, heeft de mens geleefd als jager-verzamelaars

Slide 24 - Tekstslide

Jagers/verzamelaars
Boeren
Hutten
Vaste huizen
Vee en akkers
Kleine groepjes
nomadisch bestaan
veel bezittingen

Slide 25 - Sleepvraag

Boeren in Europa
  • Pas laat: het was niet nodig, er was voldoende voedsel te vinden.

  • Eerste boeren in Nederland: Zuid-Limburg rond 5300 v. Chr.

  • Tóch landbouw in Europa: mensen verhuizen uit gebieden waar gebrek aan landbouwgrond is en komen hier terecht

Slide 26 - Tekstslide


A
Voor de landbouw revolutie
B
Na de landbouwrevolutie

Slide 27 - Quizvraag


A
Voor de landbouw revolutie
B
Na de landbouwrevolutie

Slide 28 - Quizvraag

Bij welk begrip past deze afbeelding het best?
A
Boer
B
pre-agrarische samenleving
C
landbouwrevolutie

Slide 29 - Quizvraag

Wat is GEEN gevolg van de landbouwrevolutie?
A
Vaste woonplaats
B
De bevolking groeit
C
Andere werktuigen
D
Grafgiften

Slide 30 - Quizvraag

1
2.
3
4
5
6
7
8
Jagers en verzamelaars trekken voor het eerst door het Midden-Oosten.
Het klimaat wordt kouder en droger
Dorpen ontstaan
Mensen kunnen sedentair gaan leven
In de natuur komen minder eetbare gewassen en dieren voor
Het klimaat in het Midden-Oosten wordt warmer.
De groepen jagers-verzamelaars worden groter.
Jager-verzamelaars worden gedwongen om te gaan experimenteren met landbouw.

Slide 31 - Sleepvraag

Op de afbeelding zie je hoe een hunebed (een prehistorisch graf) wordt gemaakt. Hoe kan je aan de afbeelding zien dat de hunebedden ná de landbouwrevolutie zijn gemaakt?
A
De grote stenen kwamen hier pas tijdens de landbouwrevolutie.
B
Er woonden hier te weinig mensen om samen de hunebedden te maken.
C
Er wordt gebruik gemaakt van dieren.
D
Voor de landbouwrevolutie werden er geen mensen begraven

Slide 32 - Quizvraag


Twee beweringen:
I Aan de hand van grafgiften kan de archeoloog conclusies trekken over de materiële kenmerken van een groep.
II Aan de hand van grafgiften kan een archeoloog soms conclusies trekken over de religieuze gebruiken van een groep.

Zijn de beweringen juist of onjuist?


A
beide zijn juist
B
I is juist, II is onjuist
C
I is onjuist, II is juist
D
beide zijn onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Een groep archeologen is bezig met de opgraving van een kleine nederzetting. De archeologen vinden onder andere versierd aardewerk, een poot van een bizon, verkoolde graanresten, stuifmeelkorrels van hyacinten, resten van een bakoven, pijlpunten en een deel van een muur die is opgebouwd uit laagjes met stro vermengd leem.
Welke vondsten passen bij de aanname dat het hier een nederzetting van boeren betreft?

A
De pijlpunten, de bizonpoot, de stuifmeelkorrels.
B
Het muurtje, de pijlpunten en de verkoolde graanresten.
C
Het aardewerk, de resten van de bakoven en het muurtje.
D
Het aardewerk, de stuifmeelkorrels en de verkoolde graanresten.

Slide 34 - Quizvraag

Leerdoelen
  • je kunt uitleggen waar en waardoor de landbouwrevolutie ontstond
  •  je kunt uitleggen hoe en waardoor de landbouwrevolutie zich verspreidde naar Europa
  • je kunt de gevolgen van de landbouwrevolutie beschrijven en verklaren

Slide 35 - Tekstslide

Verwerking
Beantwoord de leerdoelen van deze LessonUp 
= samenvatting  §1.1!
maak opdr. 4 en 5 van §1.1
boek blz 18

Slide 36 - Tekstslide