H4 lezen 1e les

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt: 
  • Laptop (dicht)
  • Agenda
  • Pen
  • Lesboek
  • Schrift












1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt: 
  • Laptop (dicht)
  • Agenda
  • Pen
  • Lesboek
  • Schrift












Slide 1 - Tekstslide

  • Opdracht P.O. Instructie
  • ...






Vorige les

Slide 2 - Tekstslide

P.O. Instructie - Teams

Slide 3 - Tekstslide

Maandag 16 mei:
  • H4, lezen: opdr. 2 en 3
  • H4, woordenschat: opdr. 1 en 2










Huiswerk

Slide 4 - Tekstslide

Je weet het verschil tussen feiten, meningen en argumenten en je kunt meningen herkennen en begrijpen.

(inloggen LessonUp)
Doel

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een feit?

Slide 6 - Woordweb



  • Het Dr. Nassau college heeft in Assen twee locaties.
  • Dit kun je controleren, bijvoorbeeld op internet.

  • Feit = iets wat je kunt controleren. Je kunt controleren of het waar is.
Feit

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een mening?

Slide 8 - Woordweb



  • Het Dr. Nassau college heeft in Assen twee locaties.
  • Dit kun je controleren, bijvoorbeeld op internet.


  • Feit = iets wat je kunt controleren. Je kunt controleren of het waar is.


  • Ik vind het Dr. Nassau college de beste school van Nederland.
  • Dit is wat iemand vindt. Je kunt het eens of oneens zijn.

  • Volgens mij is Nederlands een heel belangrijk vak. 
  • Dit is wat iemand vindt. 

  • Mening = wat iemand vindt. Met een mening kun je het eens of oneens zijn. 
  • Ik vind/volgens mij

Feit
Mening

Slide 9 - Tekstslide

En een argument?

Slide 10 - Woordweb

  • Ik vind het Dr. Nassau college de beste school van Nederland (mening), want daar werken de beste docenten (argument).
  • Volgens mij is Nederlands een heel belangrijk vak (mening), omdat je het bij alle andere vakken nodig hebt (argument).



  • Argument = uitleg waarom iemand iets vindt, om zijn/haar mening te verdedigen. 
  • Signaalwoorden: want, omdat, daarom en namelijk


Mening en argument

Slide 11 - Tekstslide

Geef een korte samenvatting van de theorie. Noem:
Wat is een feit?
Wat is een mening? Waaraan kun je een mening herkennen?
Wat is een argument? Waaraan kun je een feit herkennen?
timer
1:00

Slide 12 - Open vraag

Feit
Mening
Je ziet graffiti vaak op muren van gebouwen in grote steden.
In juli 2015 werd in Goes een muurkunstfestival gehouden.
Ik vind dat graffiti echt bij een stad hoort.
Graffiti maak je door met spuitbussen kunstwerken op openbare plekken te maken.
Op negen buitenmuren werd graffiti gemaakt.
Dat was heel leuk om een keer te zien.

Slide 13 - Sleepvraag



Wat?
  • H4, opdr. 2 (blz. 91)

Hoe?
  • Boek + schrift


Aan het werk - samen
timer
1:00

Slide 14 - Tekstslide




Na deze les...

  • weet je het verschil tussen feiten, meningen en argumenten.
  • kun je meningen herkennen en begrijpen.

Doel

Slide 15 - Tekstslide

Volgende lessen
Dinsdag:
  • Maken opdr. 3 (in de les)

Woensdag/donderdag:
  • Leesboek mee
  • Uitleg H4 woordenschat
  • Maken H4 woordenschat

Slide 16 - Tekstslide