GHA2 unit 3 lesson 4.4 recap present perfect

10 minutes
Your choice: 
- do exercise on the worksheet (present perfect)
- study words / expressions unit 3 
- read English book 
timer
10:00
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

10 minutes
Your choice: 
- do exercise on the worksheet (present perfect)
- study words / expressions unit 3 
- read English book 
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Today!
- Your choice 10 min
- Important dates 5 min
- Grammar 20 min 
- Expressions 10 min
- Homework 5 min 

Slide 2 - Tekstslide

lesson goals
After this lesson you: 

- Know how and when to use the present perfect
- You have practised with the expressions 






Slide 3 - Tekstslide

Important dates
- Test unit 3 : January 26th 
- New reading assignment: 
March 9th 
- Listening / reading in February
- Speaking End of February 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer gebruik je present perfect? 
  1. Iets in het verleden begonnen, maar is nog bezig (for / since) 
  2. Iets is in het verleden gebeurd, nadruk ligt op resultaat 
  3. Iets is in het verleden gebeurd, maar exacte moment is niet bekend/ belangrijk  

Geef een voorbeeld van elke situatie.

Slide 6 - Tekstslide

Which rule applies? 
1. verleden begonnen, duurt nog voort
2. Verleden begonnen, nadruk op resultaat
3. verleden begonnen, niet bekend/ belangrijk wanneer

work in pairs: 
- give your own answers
- compair answers with classmate
- discuss differences 

  1. They haven't lived here for years.
  2. Have you seen 'Gone with the Wind'?
  3. We have had the same car for ten years.
  4. Someone has eaten my soup!
  5. Have you played the piano since you were a child?
  6. She's studied Japanese, Russian, and English.
  7.  I've broken my leg, so I can't go on holiday.
  8. They have already packed their bags, so they are ready to leave!
  9. She has worked in the bank for five years.

Slide 7 - Tekstslide

Present perfect : + / - / ?
Bevestigend
have / has + vtdw (ww + ed / 3e rijtje) 

ontkennend
have/ has + not + vtdw (ww + ed/ 3e rijtje) 
haven't / hasn't 

vragend
Have / has + O + vtdw 
Je begint de vraagzin dus met have of has 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Expressions oefenen
1. Mixed up piles 
Kaartjes met Nederlandse zin en Engels vertaling
Shud ze door elkaar, leg op tafel en zoek de juiste combinaties bij elkaar!
groepjes van 3 of 4

timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide

Homework
- Make a planning to study for test unit 3
- Study irregular verbs page 270

Slide 11 - Tekstslide