Ontwikkelingspsychologie: Baby, dreumes & peuter

Ontwikkelingspsychologie

 Baby's, dreumes & peuters


Beroepsoriëntatie
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Ontwikkelingspsychologie

 Baby's, dreumes & peuters


Beroepsoriëntatie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Programma 
1. AWR 
2. Eindopdracht
3. Lesdoelen
4. Theorie 
5. Aan de slag 
6. Evaluatie 2e les
7. Check lesdoelen
8. Huiswerk & Afsluiting + vooruitblik

Slide 3 - Tekstslide

Nut kennis ontwikkeling van de mens
Het is belangrijk om de gemiddelde ontwikkeling van de mens te begrijpen, zodat je kunt signaleren hoe de ontwikkeling van cliënten verloopt. Dit helpt bij het bepalen van de juiste ondersteuning die nodig is in hun specifieke ontwikkelingsfase en -gebied.

Slide 4 - Tekstslide

Eindopdracht
In de week van 24 januari geef je een presentatie voor de halve groep over elke behandelde fase binnen de ontwikkelingspsychologie.


Elke les maak jij minimaal één slide van jouw aantekeningen 
van de theorie

Slide mag in Powerpoint/Prezi/knippen&plakken/Canva/ect. Vorm is vrij

Slide 5 - Tekstslide

Terugblikken
  • Wat is ontwikkelingspsychologie?

  • Wat is het verschil tussen ontwikkelingsfase & ontwikkelingsgebied?

  • Welke vormen van onveilige hechting zijn er?

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
  • De student kan de belangrijkste kenmerken van de vijf ontwikkelingsgebieden in de ontwikkelingsfases van baby's, dreumesen en peuters opnoemen, in eigen woorden uitleggen en eenvoudige voorbeelden geven
  • De student kan uitleggen waarom het belangrijk is om de ontwikkeling van jonge kinderen te begrijpen en hoe dit hen helpt in hun toekomstige werk




Slide 7 - Tekstslide

Theoretische gedeelte

Slide 8 - Tekstslide

Leeftijdsfase
Baby = 0 tot 1 jaar
Dreumes = 1 tot 2 jaar
Peuter = 2 tot 4 jaar

Slide 9 - Tekstslide

Ontwikkelingsgebieden
  • Cognitieve ontwikkeling
  • Persoonlijkheidsontwikkeling
  • Sociale ontwikkeling
  • Emotionele ontwikkeling
  • Fysieke ontwikkeling

Slide 10 - Tekstslide

Cognitieve ontwikkeling
De cognitieve ontwikkeling van baby naar peuter verloopt via reflexen, doelbewust gedrag, objectpermanentie, het ontwikkelen van mentale voorstellingen (fantasie) en taal. 

Baby’s leren eerst door automatische reacties, daarna door actieve interactie met hun omgeving.
Rond de peutertijd beginnen ze actief te denken, herinneringen op te slaan en taal te gebruiken om de wereld om zich heen te begrijpen.

Slide 11 - Tekstslide

Cognitieve ontwikkeling
  • ± 8 maanden - Objectpermanentie (Piaget)
Objecten blijven bestaan, ook als ze niet zichtbaar zijn


Vraag bij het volgende filmpje: 
Waarom zoekt de baby niet naar het speeltje?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Leg uit, waarom houden baby's zo van het spelletje "Kiekeboeh"

Slide 14 - Open vraag

Cognitieve ontwikkeling
Een pasgeboren baby kan alleen huilen om zijn behoeften aan te geven.

Begint vanaf 2 maanden geluiden te maken.

Rond 7 maanden in de brabbelfase.

Rond de 12 maanden spreekt de baby zijn eerste woordjes.

Slide 15 - Tekstslide

Cognitieve ontwikkeling

Rond 18 maanden kan een kind ongeveer 50 woorden zeggen
en kort daarna volgt de tweewoordfase.

Rond de 3 jaar kent een peuter gemiddeld 1000 woorden, afhankelijk van de omgeving en stimulatie van taal.

Slide 16 - Tekstslide

Waarom behoort Taal tot de cognitieve ontwikkeling?

Slide 17 - Open vraag

Persoonlijkheidsontwikkeling
Baby = Geen zelfbewustzijn nog
Dreumes = Begin zelfbewustzijn. Krijgt een eigen willetje. Zal ‘nee’ roepen als hij iets niet wil of bijvoorbeeld gewoon wegrennen.
Peuters = Ontwikkelen verder zelfbesef. Bezig met "Ik".  Besef van eigen invloed op de wereld, ook wel peuterpuberteit.


"                      ben twee &                   zeg nee!"  

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Op basis van het filmpje,
Hoe zou jij de puberpuberteit beschrijven?

Slide 20 - Woordweb

Sociale ontwikkeling
In de babytijd ontstaat een hechtingsrelatie die de basis vormt voor later vertrouwen en veiligheid.  (Vorige les hechting)

Een dreumes toont meer sociaal gedrag, zoals het gebruiken van gebaren en interacties met leeftijdsgenoten

In de peutertijd ontwikkelt het kind meer zelfstandigheid en sociale vaardigheden zoals delen en samenwerken.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Waar ging het gesprek over denk je?

Slide 23 - Woordweb

Zijn het Baby's, dreumesen of peuters?

Slide 24 - Open vraag

Emotionele ontwikkeling
Eerst draait alles om het bevredigen van basisbehoeften, daarna komen positieve emoties zoals plezier

Rond de zes maanden wordt de baby beter in het uiten van specifieke emoties. In de dreumestijd wordt affective sharing (emoties delen) en empathie belangrijker

In de peutertijd ontwikkelen kinderen sterkere emoties, waaronder driftbuien door frustratie en verlangen naar onafhankelijkheid

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Waarom mag papa niet mee?

Slide 27 - Woordweb

Fysieke ontwikkelingen
In de eerste twee jaren van een kind groeit het lichaam snel en leert het nieuwe motorische vaardigheden, van grijpen en opkijken tot het zelfstandig lopen en spelen

Peuters ontwikkelen zich niet alleen motorisch, (springen/dansen/tekenen) maar worden ook nieuwsgierigheid naar het eigen lichaam. Ook begint het oefenen met zindelijkheid

Slide 28 - Tekstslide

Fysieke ontwikkelingen
Motoriek = Alle bewegingen van het lichaam


Grove motoriek = Grote bewegingen 


Fijne motoriek = Kleine bewegingen met je handen en vingers

Slide 29 - Tekstslide

Fijne motoriek
Grove motoriek

Slide 30 - Sleepvraag

Baby's
Proefdraaien informatieavond




Slide 31 - Tekstslide

Dreumesen

Slide 32 - Tekstslide

Peuters

Slide 33 - Tekstslide

Aan de slag
Maak een slide met al jouw aantekeningen van de les
Zorg dat het inzichtelijk is wat een 'normale' ontwikkeling omvat
Lees uit het boek 'Mensen'
Hoofdstuk 1 - Ontwikkelingspsychologie
1.2 Baby
1.3 Dreumes
1.4 Peuter

Slide 34 - Tekstslide

Evaluatie van de tweede les

Kies een zin en maak deze zin af.​


  • Het leukste deel van de les vond ik……​
 
  • Het moeilijkste deel van de les vond ik……​

  • Wat ik voor de les nog niet wist……​

  • Wat me het meest is bijgebleven…….​



Slide 35 - Tekstslide

Lesdoelen check: 

  • De student kan de belangrijkste kenmerken van de vijf ontwikkelingsgebieden in de ontwikkelingsfases van baby's, dreumesen en peuters opnoemen, in eigen woorden uitleggen en eenvoudige voorbeelden geven

  • De student kan uitleggen waarom het belangrijk is om de ontwikkeling van jonge kinderen te begrijpen en hoe dit hen helpt in hun toekomstige werk


Slide 36 - Tekstslide

Huiswerk & Afsluiting (+vooruitblik)

Lees uit het boek 'Mensen'
Hoofdstuk 1 - Ontwikkelingspsychologie  
  • 1.5 Jong basisschoolkind
  • 1.6 Ouder basisschoolkind

Slide 37 - Tekstslide


Bedankt voor jullie aandacht!  

Vragen
&
Feedback 

Slide 38 - Tekstslide