Ontwikkelingspsychologie: Ouderen

Ontwikkelingspsychologie

 Baby's, dreumes & peuters


Beroepsoriëntatie
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Ontwikkelingspsychologie

 Baby's, dreumes & peuters


Beroepsoriëntatie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Programma 
1. AWR 
2. Eindopdracht
3. Lesdoelen
4. Theorie 
5. Aan de slag 
6. Evaluatie 2e les
7. Check lesdoelen
8. Huiswerk & Afsluiting + vooruitblik

Slide 3 - Tekstslide

Nut kennis ontwikkeling van de mens
Het is belangrijk om de gemiddelde ontwikkeling van de mens te begrijpen, zodat je kunt signaleren hoe de ontwikkeling van cliënten verloopt. Dit helpt bij het bepalen van de juiste ondersteuning die nodig is in hun specifieke ontwikkelingsfase en -gebied.

Slide 4 - Tekstslide

Eindopdracht
In de week van 20 januari geef je een presentatie voor de halve groep over elke behandelde fase binnen de ontwikkelingspsychologie.


Elke les maak jij minimaal 1 slide van jouw aantekeningen 
van de theorie
Er zijn 8 lessen ontwikkelingspsychologie. 
Slide mag in Powerpoint/Prezi/knippen&plakken/Canva/ect. Vorm is vrij

Slide 5 - Tekstslide

Terugblikken
  • Wat is ontwikkelingspsychologie?
  • Wat is het verschil tussen ontwikkelingsfase & ontwikkelingsgebied?
  • Welke vormen van onveilige hechting zijn er?

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:





Slide 7 - Tekstslide

Theoretische gedeelte

Slide 8 - Tekstslide

Ontwikkelingsgebieden
  • Cognitieve ontwikkeling
  • Persoonlijkheidsontwikkeling
  • Sociale ontwikkeling
  • Emotionele ontwikkeling
  • Fysieke ontwikkelingen

Slide 9 - Tekstslide

Cognitieve ontwikkeling
Een pasgeboren baby heeft geen gedachten, maar reageert automatisch op zijn omgeving via reflexen die hem helpen te overleven.

Vanaf ong. 4 maanden oud beginnen baby’s spontane bewegingen te maken en ontdekken ze dat hun gedrag effect heeft op de buitenwereld, wat zich verder ontwikkelt naar doelbewust handelen en leren van hun eigen ervaringen.

Van reflexen naar doelbewust gedrag



Slide 10 - Tekstslide

Cognitieve ontwikkeling
  • ± 8 maanden - Objectpermanentie (Piaget)
Objecten blijven bestaan, ook als ze niet zichtbaar zijn


Vraag bij het volgende filmpje: 
Waarom zoekt de baby niet naar het speeltje?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Leg uit, waarom houden baby's zo van het spelletje "Kiek-e-boeh"

Slide 13 - Open vraag

Cognitieve ontwikkeling
Tussen de 1 en 1,5 jaar ontwikkelt de dreumes het vermogen om mentale voorstellingen te maken: Begin van Fantasie
Doen alsof ze een ei bakken.

Rond 2,5 jaar maken peuters veel denkfouten door magisch te denken. Fantasie en werkelijkheid lopen door elkaar en ze geloven bijvoorbeeld in monsters of dat hun knuffels echt met hen praten.

Slide 14 - Tekstslide

Cognitieve ontwikkeling
Een pasgeboren baby kan alleen huilen om zijn behoeften aan te geven.
Begint vanaf twee maanden geluiden te maken
Rond zeven maanden in de brabbelfase
Rond de 12 maanden spreekt de baby zijn eerste woordjes
Rond 18 maanden kan een kind ongeveer 50 woorden zeggen en kort daarna volgt de tweewoordfase (bijv. “bal weg”).
Rond de drie jaar kent een peuter gemiddeld 1000 woorden, afhankelijk van de omgeving en stimulatie van taal

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Waar ging het gesprek over?

Slide 17 - Woordweb

Hoe oud zijn de kinderen in het filmpje, waarom?

Slide 18 - Open vraag

Persoonlijkheidsontwikkeling
Baby = Geen zelfbewustzijn nog

Dreumes = Begin zelfbewustzijn. Krijgt een eigen willetje. Zal ‘nee’ roepen als hij iets niet wil of bijvoorbeeld gewoon wegrennen.

Peuters = Ontwikkelen verder zelfbesef. Bezig met "Ik". Zoals weten hoe oud ze zijn en dat ze een jongen of meisje zijn

Slide 19 - Tekstslide

Sociale ontwikkeling
In de babytijd ontstaat een hechtingsrelatie die de basis vormt voor later vertrouwen en veiligheid.

Naarmate het kind ouder wordt, toont het meer sociaal gedrag, zoals het gebruiken van gebaren en interacties met leeftijdsgenoten

In de dreumes- en peutertijd ontwikkelt het kind meer zelfstandigheid en sociale vaardigheden zoals delen en samenwerken.

Slide 20 - Tekstslide

Emotionele ontwikkeling

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Waarom denk je dat hechting zo’n belangrijke rol speelt in de ontwikkeling van een kind?

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

Hoe weet je of een kind veilig gehecht is?
A
Klampt zich vast en is ontroostbaar
B
Het vermijdt contact en trekt zich terug
C
Het vertoont boos en angstig gedrag
D
Het zoekt direct contact en voelt zich gerustgesteld

Slide 25 - Quizvraag

Onveilige hechting
Drie vormen

Vermijdend gehecht
Ambivalent/tegenstrijdig gehecht
Gedesorganiseerd/verstoord gehecht 






Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Vermijdend gehecht
  • Kinderen zoeken geen steun bij ouders door herhaalde afwijzing
  • Richten emoties naar binnen of reageren agressief
  • Houden afstand in sociale contacten

Slide 28 - Tekstslide

Ambivalent gehecht
  • Deze kinderen zijn onzeker/angstig door het tegenstrijdige gedrag van hun ouders
  • Ze zoeken voortdurend nabijheid en kunnen erg aanhankelijk, passief of boos zijn
  • Ze missen zelfvertrouwen 

Slide 29 - Tekstslide

Gedesorganiseerd hechting

  • Ouders zijn zowel bron van steun als angst, bijvoorbeeld door mishandeling, depressie of huiselijk geweld
  • Tonen van verstoord gedrag, zoals huilen bij terugkeer van ouder of troost/toenadering zoeken tot vreemden

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Wat doet een vermijdend-gehecht kind ?
A
Zoekt troost bij ouder in stressvolle situaties
B
Houdt afstand en zoekt geen steun bij ouder
C
Reageert boos en aanhankelijk op de ouder
D
Durft nieuwe situaties te verkennen zonder ouder in de buurt

Slide 32 - Quizvraag

Wat doet een ambivalent-gehecht kind ?
A
Vermijdt contact met de ouder
B
Is zelfverzekerd en onafhankelijk in nieuwe situaties
C
Zoekt voortdurend nabijheid en reageert soms boos of passief
D
Zoekt troost bij vreemden in plaats van ouder

Slide 33 - Quizvraag

Wat doet een gedesorganiseerd-gehecht kind ?
A
Zoekt troost bij vreemden in plaats van ouder
B
Zoekt steun bij ouder in moeilijke situaties
C
Houdt afstand in sociale situaties
D
Zoekt direct troost bij ouder

Slide 34 - Quizvraag

Hechtingsstoornis
Een hechtingsstoornis is een psychiatrische aandoening, vaak het gevolg van extreme verwaarlozing of mishandeling

Wanneer er in het leven van het kind geen volwassene is met wie het een gehechtheidsrelatie kan aangaan

Slide 35 - Tekstslide

Hechting
Onveilige gehecht mens ervaart wel een bepaalde mate van hechting, maar deze is minder stabiel of veilig

Hechtingsstoornis is ernstiger en komt veel minder vaak voor,  kan vaak geen enkele veilige hechtingsrelatie vormen

60-65% van de mensen zijn veilig gehecht

Slide 36 - Tekstslide

Waar of niet waar?
Hechten doen we alleen als kind

Slide 37 - Open vraag

Waar of niet waar?
Onveilig hechten kan alleen in de kindertijd voorkomen.

Slide 38 - Open vraag

Aan de slag

Maak een slide met al jouw aantekeningen van de les
Zorg dat het inzichtelijk is wat een 'normale' ontwikkeling omvat

Lees uit het boek 'Mensen'
Hoofdstuk 1 - Ontwikkelingspsychologie
1.1. Ontwikkeling


Slide 39 - Tekstslide

Evaluatie van de eerste les

Kies een zin en maak deze zin af.​


  • Het leukste deel van de les vond ik……​
 
  • Het moeilijkste deel van de les vond ik……​

  • Wat ik voor de les nog niet wist……​

  • Wat me het meest is bijgebleven…….​



Slide 40 - Tekstslide

Lesdoelen check: 


- Wat wordt er verstaan wordt onder ontwikkelingspsychologie?

- Benoem welke ontwikkelingsfases zijn.

- Benoem welke ontwikkelingsgebieden zijn en leg uit wat ze inhouden.

- Kan het verschil tussen veilige hechting, onveilige hechting en hechtingsstoornis benoemen


Slide 41 - Tekstslide

Huiswerk & Afsluiting (+vooruitblik)

Lees uit het boek 'Mensen'
Hoofdstuk 1 - Ontwikkelingspsychologie  
  • 1.2 Baby
  • 1.3 Dreumes
  • 1.4 Peuter

Slide 42 - Tekstslide


Bedankt voor jullie aandacht!  

Vragen
&
Feedback 

Slide 43 - Tekstslide