DNA: vier soorten nucleotiden: A, T, C, G
RNA: vier soorten nucleotiden: A, U, C, G
Matrijsstreng DNA = streng die wordt afgelezen tot RNA
Coderende streng DNA = streng die niet wordt afgelezen tot RNA. Hierdoor is de coderende streng praktisch hetzelfde als het DNA, met uitzondering van alle T's die in het RNA U's zijn.
mRNA wordt per drie tal nucleotiden (codon) afgelezen waarbij daar een aminozuur aan gekoppeld kan worden (zie 71G)