Taal 22-06 groep 7

Taalkundig ontleden 
  • Log in op LessonUp
  • Vul de code in
  • Vul je eigen naam in 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Taalkundig ontleden 
  • Log in op LessonUp
  • Vul de code in
  • Vul je eigen naam in 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandige naamwoorden
met een lidwoord

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke zelfstandig naamwoorden herken jij op dit plaatje?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de lidwoorden in deze zin:

Pak een potlood uit je tas.
A
een
B
een je
C
je
D
potlood

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de lidwoorden in deze zin:

Er zitten pitten in mijn sinaasappel.
A
er
B
mijn
C
deze zin heeft geen lidwoord
D
sinaasappel

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoeglijke naamwoorden

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorzetsel?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorzetsels

Slide 10 - Woordweb

Een voorzetsel staat vaak voor een zelfstandig naamwoord. voor, achter, naast, in, op, door, over, uit, boven, onder, om, tegen, aan, binnen, buiten, langs, tijdens, sinds, bij, tot, zonder, met, behalve, naar, na, via, per, te, tegen, volgens
Wat zijn werkwoorden?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik ga vrijdag naar de speeltuin.

Wat is het pers. vnw?
A
Ik
B
vrijdag
C
de
D
speeltuin

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

U gaat met hem naar het park.

Hoeveel pers. vnw. staan in deze zin?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De lichtgroene woorden zijn.....?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De gele woorden zijn.....?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De donker paarse woorden zijn.....?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De lichtblauwe woorden zijn.....?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De bruine woorden zijn.....?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De grijze woorden zijn.....?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor een zelfstandig naamwoord staat vaak een lidwoord.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

VEEL, WEINIG, LAATSTE, EERSTE en ZEVEN zijn telwoorden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies