1.3 en oefenvragen

1.3 
Ontwikkeling in verschillende snelheden
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.3 
Ontwikkeling in verschillende snelheden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je weet een aantal interne en externe oorzaken voor verschil in ontwikkeling te noemen.
  • Je begrijpt dat in- en externe oorzaken van armoede met elkaar samenhangen.
  • Je kunt door het vergelijken van verschillende kaarten aantonen dat een land arm is.


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken
Interne oorzaken

Externe oorzaken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijk!
NOOIT één oorzaak

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interne oorzaken
Natuurlijk oorzaken

1. Fysische omstandigheden: landschap, klimaat, natuurlijke hulpbronnen etc.

2. De ligging van het land. gelegen aan zee (niet landlocked)
goede infrastructuur

Slide 5 - Tekstslide

De natuurlijke omstandigheden spelen een rol, maar zijn niet bepalend of een land rijk of arm wordt. Een goed voorbeeld daarvan is Zwitserland.
Interne oorzaken
Menselijke oorzaken

1. Politiek systeem. Wordt een land goed of slecht bestuurd?
democratische rechtstaat
ondernemen gestimuleerd
privébezit beschermd
zorg voor basisvoorzieningen
iedereen heeft kans rijker te worden

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Bevolkingsopbouw. Ideaal is een jonge bevolking, er moeten echter wel voldoende banen zijn
3. Mate van ongelijkheid. Hoe is het geld verdeeld in een land? Dit druk je uit met de GINI coëfficiënt of Lorenzcurve.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek op
Land met de hoogste gelijkheid en grootste ongelijkheid

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Externe oorzaken
  1. Koloniaal verleden. Vroegere exploitatiekoloniën hebben een andere rol dan vestigingskoloniën.
  2. Rol in de wereldeconomie. Wil een MNO zich vestigen?
  • Ligging
  • Economie (lonen, opleidingsniveau)
  • Politieke factoren

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk type kolonie waren de 
Verenigde Staten en Australië?




Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk type kolonie waren de 
Verenigde Staten en Australië?

Vestigingskolonie
 




Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees de tekstbron (in uitleg).
Wat is de belangrijkste reden dat je als jongere in Sudan niet aan de bak komt?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hiernaast zie je een grafiek met de verdeling van de beroepsbevolking in Indonesië. Behoort dit land tot het centrum, de semi-periferie of de periferie? Leg uit waarom.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Mevrouw Tholen heeft een speelgoedfabriek in China en ziet de grafiek hiernaast. Ze vraagt zich af of ze haar fabriek eventueel naar een ander land moet verplaatsen. Geen een reden om te verplaatsen en een reden om te blijven.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip is het meest van toepassing op het figuur? Kies het juiste antwoord.
A
Globalisering
B
Global shift
C
multipolaire wereldeconomie
D
just-in-time principe

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer het economisch slechter gaat, zie je vaak dat de overheid belasting gaat heffen op de import van buitenlandse goederen (importheffing). Dat kan leiden tot een handelsoorlog.
Wat is het voordeel voor de bedrijven in dat land van de importheffing en wat is het nadeel voor de consumenten in dat land?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hiernaast zie je een namaak Apple Watch die te koop is op AliExpress. Waarom kunnen dit soort producten worden verkocht vanuit China?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies