Rijke landen zijn dominant terwijl de arme landen afhankelijk zijn.
Hierdoor ontstaat er een ontwissseling tussen het centrum en de periferie van:
- Goederen: grondstoffen (uit periferie) en
kapitaalgoederen (uit centrum).
- Arbeid: Ongescheelde arbeidsmigranten of hoogopgeleide technici.
- Kapitaal: Investeringen vanuit het centrum in de periferie.
Aflossing van schulden uit de periferie.