A2D H1 les 9

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

H1 les 8

programme

• wereldburger vraag
• herhaling: Bron H  p. 46 het bezittelijk voornaamwoord 

the statue of

liberty

1. Wie heeft het standbeeld geschonken aan de v.s.?

2. Hoe kan je het bezoeken? 

3. Waar kan je een kopie van dit standbeeld vinden? 

1. Het Vrijheidsbeeld werd op 28 oktober 1886 door Frankrijk aan de Verenigde Staten geschonken ter ere van het eeuwfeest van de Onafhankelijkheidsverklaring en als teken van vriendschap.
2. Hoe kom je op Ellis Island? Ellis Island is alleen te bereiken met de veerpont. Iedere veertig minuten vertrekt er een ferry vanaf Battery Park, met als eerste stop het Vrijheidsbeeld. Houd er rekening mee dat dit een populair boottochtje is, en dat het dus flink druk kan zijn.

www.parijsmijnstad.nl

aujourd'hui c'est le

......................................

Comment ça va ?

ça va super! J'ai 

la pêche!

Je suis en pleine forme!

je suis amoureux(se)

je suis fatigué(e)

je suis crevé(e)

je suis KO 

ça ne va pas du tout!

"ça va comme-ci comme ça

Quel temps fait-il aujourd'hui?

Franse bezittelijk
voornaamwoorden

wat is de regel?

ma soeur s'appelle Juliette

mon frère s'appelle Benoît

mes parents s'appellent Laurent et Cécile

De vorm van het bezittelijk naamwoord hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort

Le frère                c'est mon frère

La soeur              c'est ma soeur

Les parents           ce sont mes parents

la maison -> c'est ma maison

le vélo -> c'est mon vélo

les livres -> ce sont mes livres

De vorm van het bezittelijk voornaamwoord/deel 1

LET OP!  je kijkt naar het z.n.w. erachter

Uitzondering, let op!

Als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk enkelvoud is en met een klinker of stomme h begint: altijd mon, ton of son!

Amélie est ma amie -> klinkerbotsing

Amélie est mon amie.  = Amélie is mijn vriendin.

C'est son armoire.         = Dat is zijn/haar kast 

Het bezittelijk voornaamwoord staat voor een...

1. ...werkwoord
2. ...een lidwoord
3. ...zelfstandig naamwoord
4. ...een voorzetsel

Vul het juiste bez. vnw. in:
Je suis dans ... (mijn) chambre.

1. mon
2. ma
3. ta
4. sa

Vul het juiste bez. vnw. in:
Het is jouw boek (m).

1. C' est ton livre
2. C'est ta livre.
3. C' est tes livre

Vul het juiste bez. vnw. in:
Tristan a une soeur.
Juliette est ... (haar) soeur.

1. son
2. sa

Vul het juiste bez. vnw. in:
Ruben est ... (haar) frère.

1. son
2. sa

Vul het juiste bez. vnw. in:
Marie is mijn vriendin (v).

1. Marie est mes amie.
2. Marie est ma amie.
3. Marie est mon amie.

pour mercredi 4/10

Apprendre : voc E p. 51

Faire : ex 30a, 30d, 30e1, 31a1,2,4,5 p. 46/47

eerder klaar? oefen met slim stampen voc E H1