Tekstsoorten in de middeleeuwen

De middeleeuwen: tekstsoorten
Bron: Het Parool, 12 maart 2021
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

De middeleeuwen: tekstsoorten
Bron: Het Parool, 12 maart 2021

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

De middeleeuwse maatschappij was een standenmaatschappij. Welke drie standen waren er?

Slide 3 - Open vraag

Waarom vormen de geestelijkheid de eerste maatschappij en niet de adel?

Slide 4 - Open vraag

Lesdoel

Je kent de kenmerken van een ridderroman en kent de verschillen tussen Karelromans en Arthurromans.

Slide 5 - Tekstslide

Voordracht
Verhalen waren er niet om zelf te lezen, maar om  naar te luisteren!
  • Rondreizende troubadours of 
minstrelen vertelden of zongen 
de verhalen. 
  • Verhalen werden dus van
generatie op generatie mondeling
overgedragen.
  • Vaak uit het hoofd -> RIJM

Slide 6 - Tekstslide

De ridderroman

Slide 7 - Tekstslide

Ridderromans
  • Ter vermaak (erg populair)
  • Ter lering (normen & waarden; morele lessen; hoe word je een goede ridder?)
  • Twee groepen: Karelromans en Arthurromans

Slide 8 - Tekstslide

Twee soorten ridderromans

  • Karelroman = voorhoofs
  • Voorhoofs: nadruk op feodaliteit
  • Arthurroman = hoofs
  • Hoofs: nadruk op queestes en hoffelijkheid, rol van de vrouw is wezenlijk anders.

Slide 9 - Tekstslide

Feodaliteit
  • Feodale stelsel = trouw aan je leenheer, leenheer is trouw aan God
  • Een goede ridder was trouw, dapper en moest veldslagen winnen voor heer en God.
  • Zowel ridders als dame moesten hun eer bewaren.

Slide 10 - Tekstslide

hoofsheid
Karelromans
  • De ridder is (on)trouw aan zijn heer en God
  • de heer = meestal Karel de Grote
  • Eer bewaken (zowel ridder als dame)
  • dapper/winnen-> veldslagen met bruut geweld
  • Vrouwen spelen een bijrol.
  • Soms sprookjeselementen.

Slide 11 - Tekstslide

Twee soorten ridderromans


  • Karelroman = voorhoofs
  • Voorhoofs: nadruk op feodaliteit
  • Arthurroman = hoofs
  • Hoofs: nadruk op queestes en hoffelijkheid, rol van de vrouw is wezenlijk anders.

Slide 12 - Tekstslide

hoofsheid & queestes
  • Hoofsheid: regels die voorschreven hoe men zich beschaafd diende te gedragen (hoffelijk), afgekeken van de Arabische cultuur.
  • Een hoofse ridder kende tafelmanieren, kleedde zich netjes en vocht op een eervolle wijze. Belangrijkste regel: je moet je beheersen!
  • Hoofse liefde: een ridder is hartstochtelijk verliefd op een - onbereikbare - vrouw.
  • Queeste: een reis om een doel te bereiken (prinses bevrijden, schat vinden, vloek opheffen, etc.) en waar je ondertussen een beter mens van wordt. 

Slide 13 - Tekstslide

hoofsheid
Arthurroman
  • De ridder dient vaak aan het hof van koning Arthur (van de ronde tafel) en gaat op queeste.
  • Ridder van de ronde tafel = hoofs; slechte ridder = bruut, gewelddadig, geen beheersing! 
  • Geen veldslag, maar één-op-één gevecht.
  • Vaak ook hoofse liefde, maar die blijft dus onbeantwoord.
  • Soms sprookjeselementen. 

Slide 14 - Tekstslide

In de middeleeuwen zijn er grofweg gesproken drie standen:


  • de geestelijkheid
  • de adel
  • de boeren
  • pas veel later komen daar de burgers bij (wanneer er steden ontstaan)


Symboliek - namen 
Floris ende Blancefloer

  • Floris (van 'floire', de rode roos, de meest geliefde bloem, staat voor hartstocht)
  • Blancefloer (van 'blancheflor', de witte bloem, de lelie, staat voor zuiverheid)

Slide 15 - Tekstslide

Oosterse romans
  • Floris ende Blancefloer
  • Stoere ridderidealen?

Slide 16 - Tekstslide

Oosterse roman
Het genre van Floris ende Blancefloer is een Oosterse roman. Dit kunnen we zien aan tal van kenmerken die verschillen van de klassieke roman en de Arthurroman.

 Er zitten geen elementen in die verweven die verwijzen naar het Christendom, maar wel naar de Islamitische gedachtegang. Het verhaal speelt zich ook af in Spanje. Hier heerste de Islam als godsdienst. Floris ende Blancefloer speelt zich ook deels af in Babylon, een heel belangrijke stad in het (Midden-)Oosten. De persoon die aan de macht is in Babylon wordt ook niet aangesproken met koning, maar wel met emir. Nog een kenmerk die wijst op een Oosterse roman.

Slide 17 - Tekstslide

Dus...

  • Ridderromans waren populair, want vermakelijk en leerzaam.
  • Twee soorten: Karelromans en Arthurromans.
  • Karelromans draaien om feodaliteit.
  • Arthurromans draaien om queestes en hoofs gedrag.
  • De Oosterse roman was ook een soort ridderroman, want hierin gaat het ook om hoofd gedrag.  

Slide 18 - Tekstslide

Ballade
Hoofse en voorhoofse elementen kunnen ook in andere tekstsoorten voorkomen.
Bijvoorbeeld in de ballade: een verhalend lied, vaak over dappere daden van adellijke mensen

Slide 19 - Tekstslide

2

Slide 20 - Video

Opdracht:
  • Lees 'het lied van heer Halewijn' op blz. 88-89. 
  • Streep alles aan wat je voorhoofs vindt.
  • Beantwoord daarna de vraag: wat is er juist wel heel hoofs aan het lied?

Slide 21 - Tekstslide

De middeleeuwen: tekstsoorten
Bron: Het Parool, 12 maart 2021

Slide 22 - Tekstslide

00:44
'Die derwaert gaan, en keren niet'

In het Middelnederlands heb je een dubbele ontkenning (net zoals in het Frans: ne... pas = niet)
Hier staat dus: Wie daarheen gaat, komt niet terug.

Slide 23 - Tekstslide

02:01
Past het antwoord van de broer meer in een Karelroman(voorhoofs) of in een Arthurroman (hoofs)?
A
Karelroman/voorhoofs
B
Arthurroman/hoofs

Slide 24 - Quizvraag

Lesdoel:
Je kent de kenmerken van religieuze literatuur, je kunt heiligenlevens van marialegenden herkennen en de getallen- en kleurensymboliek daarin.

Slide 25 - Tekstslide

anonieme schrijvers
Veel religieuze literatuur

Karel de Grote -> groei geloof
Doel: geloof versterken!
Middeleeuwers hielden van 
wonderen.

Twee belangrijke genres:
  1. heiligenlevens
  2. Marialegenden

Slide 26 - Tekstslide

anonieme schrijvers
Heiligenlevens

Beschrijving van het leven en de (martel)dood van een heilige. Het doel was om je een voorbeeld te geven van hoe je trouw blijft aan je geloof. 

- Kritiekloos
- Niet het werkelijke leven
- Vast stramien: beschrijft eerst het leven van de heilige, dan de verrichte wonderen en de betoonde verering.

Slide 27 - Tekstslide

anonieme schrijvers
Marialegenden

Volksverhalen waarin Maria
voorkomt. Vaak verricht ze
een wonder voor de hoofdpersoon 
die haar trouw blijft.

- Veel wonderen
- Verering van Maria
- Symboliek

Slide 28 - Tekstslide

Symboliek

  • getallen
  • kleuren
  • Doel: wie is er goed/gelooft in God/van hoge komaf en wie er slecht/ongelovig/van lage komaf?

Slide 29 - Tekstslide

In de middeleeuwen zijn er grofweg gesproken drie standen:


  • de geestelijkheid
  • de adel
  • de boeren
  • pas veel later komen daar de burgers bij (wanneer er steden ontstaan)


Symboliek - getallen

  • twee (waarschuwing voor gevaar / goed en kwaad)
  • drie (heilig getal / Vader, Zoon en Heilige Geest / drie keer dezelfde boodschap/opdracht kwam van God)
  • vijf (verwijzing naar Maria, haar naam bestaat uit vijf letters)
  • zeven (heilig getal / God schiep de wereld in zeven dagen)

Slide 30 - Tekstslide

In de middeleeuwen zijn er grofweg gesproken drie standen:


  • de geestelijkheid
  • de adel
  • de boeren
  • pas veel later komen daar de burgers bij (wanneer er steden ontstaan)


Symboliek - kleur

  • blauw (kleur van de adel - blauw bloed - en kleur van reinheid, vroomheid)
  • wit ( maagdelijkheid, reinheid, waarheid) 
  • rood (menselijke lichamelijke liefde van de man)

Slide 31 - Tekstslide

In de middeleeuwen zijn er grofweg gesproken drie standen:


  • de geestelijkheid
  • de adel
  • de boeren
  • pas veel later komen daar de burgers bij (wanneer er steden ontstaan)


Maria

  • Mariaverering
  • Vaak afgebeeld in blauw en wit
  • Maagdelijkheid, reinheid, vroomheid en waarheid
  • Blauw was kostbare kleur door dure grondstoffen

Slide 32 - Tekstslide

anonieme schrijvers
Marialegenden

Beroemdste voorbeeld:

  • Beatrijs (eind 13e eeuw)
  • Beatrijs is non, maar gaat er met haar jeugdliefde vandoor. Ze krijgen twee kinderen maar na zeven jaar verlaat de man haar. Beatrijs houdt zich zeven jaar in leven met prostitutie, maar keert dan naar het klooster terug. Daar vindt een mirakel plaats...

Slide 33 - Tekstslide

2

Slide 34 - Video

00:42
Welk symbolisch getal hoorde je hier?

Slide 35 - Open vraag

01:15
Welk symbolisch getal hoorde je hier?

Slide 36 - Open vraag

Dus...

  • Religieuze literatuur moest het geloof versterken.
  • Veel soorten, o.a.: heiligenlevens en Marialegenden
  • o.a. Marialegenden bevatten vaak symbolische getallen en kleuren om duidelijk te maken wie goed is en wie slecht is.
  • 'Beatrijs' is een bekend voorbeeld van een Marialegende.

Slide 37 - Tekstslide

Opdracht:
1. Pak blz. 85 erbij. -> luister naar de samenvatting.
2. Lees zelf blz. 86-87 en streep alle symboliek aan die je tegenkomt.
3. Maak daarna vraag 1 t/m 8. 

Huiswerk volgende week dinsdag: 4.3 (Beatrijs) + opdracht bij Lied van heer Halewijn

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Allegorie
Elckerlijc is een allegorie. In een allegorie verbeelden personages een abstract begrip. Zo zijn in Elckerlijc Dood, Vriendschap, Familie en Bezit, enzovoorts, personages van vlees en bloed. Het is belangrijk om je daar tijdens het lezen bewust van te zijn.

Slide 40 - Tekstslide

Vanuit de hemel ziet God dat de mensen zondig leven. Hij roept de Dood bij zich: Elckerlijc (Iedereen) moet verantwoording afleggen over zijn leven. De Dood gaat naar Elckerlijc en zegt hem dat hij een pelgrimstocht moet maken (dat wil hier zeggen: zal sterven). Hij probeert nu zonder succes de Dood om te kopen. Zonder uitstel moet hij op reis. Wel mag hij reisgenoten meenemen. Elckerlijc vraagt Gheselscap, Maghe, Neve en Tgoet mee op reis, maar zo gauw ze door hebben wat de ware bestemming is, haken ze af.

Testament
Dan ontmoet Elckerlijc De Doecht maar hij is te zwak. Kennise, de zuster van Doecht, brengt Elckerlijc nu bij Biechte, en nadat hij boete heeft gedaan is Doecht weer aangesterkt. Nu vergezellen ook Scoenheit, Vroescap, Cracht en Vijf Sinnen Elckerlijc op zijn tocht. Deze stelt zijn testament op en gaat naar een priester om de laatste sacramenten te ontvangen. Als hij ten slotte bij het graf aankomt laten alle reisgenoten Elckerlijc in de steek, met uitzondering van Doecht, die tot in de dood meegaat en hem zal aankondigen bij God. Een engel brengt de ziel van Elckerlijc naar de hemel. In de epiloog volgt de moraal: laten we bidden dat iedereen zonder zonden voor God verschijnt.
Elckerlijc

Slide 41 - Tekstslide

Naamgeving

Elckerlijc - Iedereen
  • boodschap
  • rang 
Die Doot -  De Dood
  • boodschapper 
  • leven na aarde
Kennisse - Inkeer
  • Kennis van God
  • Biechten voor genezing 

Slide 42 - Tekstslide