1.4: Aan het werk

1.4: Aan het werk!
Deze paragraaf gaat over werk, vroeger en nu. Maar ook over verschillende beroepen en waar je die het meest tegenkomt.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

1.4: Aan het werk!
Deze paragraaf gaat over werk, vroeger en nu. Maar ook over verschillende beroepen en waar je die het meest tegenkomt.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Waar werkten in de 19e eeuw de meeste mensen en hoe zag dit werk er uit?
Belangrijke leerdoelen bij 1.3
Waarom is kapitaal een steeds belangrijkere rol gaan spelen bij het produceren van goederen?
Welke factoren zijn belangrijk voor de vestiging van industrie en andere bedrijven?
Hoe kan het dat er steeds meer werk komt in de dienstensector?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor beroepen zijn er in jullie familie?

Slide 3 - Woordweb

Dit is denk ik een leuke instap omdat je het de rest van de instructie kan gebruiken als voorbeelden bij de verschillende sectoren 
Primaire sector
Primaire sector zijn beroepen in de landbouw, mijnbouw en visserij. De primaire sector bestaat uit arbeidsintensief werk:
  • Voor de productie is vooral arbeid nodig, bijv. spierkracht en handwerk

Vroeger werkten de meeste mensen in Europa in de primaire sector:
  • Veel boerenfamilies. 
Nu is de situatie anders:
  • Vooral in 'ontwikkelingslanden' werken veel mensen in de primaire sector

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

3

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Secundaire sector

Secundaire sector zijn beroepen in de industrie. Voor industrie zijn grondstoffen en machines nodig             hier is veel geld voor nodig:
  • Deze sector is dus kapitaalintensief
Met de komst van stoommachines werd veel handwerk overgenomen door machines. Om een stoommachine te laten werken heb je ijzer en steenkool nodig:    
  • ijzer is een metaal                             het geleidt makkelijk warmte en energie
  • steenkool is een brandstof          het wordt verbrand om energie te geven

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waar halen we de delfstoffen voor de secundaire sector vandaan?
Niet op iedere plek zitten er dezelfde delfstoffen in de ondergrond:
  • Dagbouw: de delfstof ligt aan het oppervlak         je kan het in de open lucht afgraven
  • Schachtbouw: de delfstof ligt dieper in de bodem         je moet het uitgraven via een mijn
  • het graven naar delfstoffen hoort bij de primaire sector!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom daar?
Als je een plek uitzoekt voor je bedrijf/fabriek, let je op vestigingsplaatsfactoren:
  • Op een goed bereikbare plek
  • In een land met lage lonen
  • In de buurt van grondstoffen
  • Dichtbij de klanten 
In de 21e eeuw is het makkelijker om goede plekken te vinden door de goede infrastructuur:
  • Aanvoer van grondstoffen
  • Verkoop van producten

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tertiare sector
Tertiare sector (of dienstensector) zijn beroepen die niet iets maken, maar iets voor je doen (diensten):
  • In een rijk land hebben de meeste mensen een baan in deze sector

Kennis wordt steeds belangrijker         Nederland kan diensten en producten van een hoog niveau verlenen          dit levert veel geld op:
  • Nederland wordt een kenniseconomie

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zoek op internet een voorbeeld van een beroep uit de primaire sector.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zoek op internet een voorbeeld van een beroep uit de tertiaire (diensten) sector.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Wat?:
  • Opdracht 1 t/m 9 maken
  • Keuzeopdracht 4
Hoe?
  • In je eentje of in tweetallen
Hulp?
  • Eerst de blauwe stukjes uit je boek lezen, dan vragen!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies