Week 35 les 1 (spelling les 2)

Nederlands 
4 mavo

Spelling + werkwoordspelling
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands 
4 mavo

Spelling + werkwoordspelling

Slide 1 - Tekstslide

Spelling H1
  • Hoofdletters (mevrouw De Vos)
  • Dicteewoorden (wat betekent het + hoe schrijf je het)
  • Meervouden (bacteriën of bacterieën?)
  • Aan elkaar of los (er op/erop)
  • Speciale tekens: koppelteken (zomer- en herfstvakantie), trema (kopiëren) en apostrof ('s morgens)
  • Werkwoordspelling 

Slide 2 - Tekstslide

Spelling


Nakijken opdracht 'Hoofdletters'

Slide 3 - Tekstslide

Meervouden

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de juiste spelling?
A
auto's
B
autos

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
eikenbladen
B
eikenbladden
C
eikenbladeren
D
eikenblads

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
perzikken
B
perziken

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
bedrijven
B
bedrijfen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
zeën
B
zeeën

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
theorieën
B
theoriën

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van het meervoud van 'flat'?
A
flaten
B
flatten
C
flats

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
niveaus
B
niveau's

Slide 12 - Quizvraag

Meervouden
Meervoudsvormen van zelfstandig naamwoorden

  • Na een afkorting of losse letter schrijf je een apostrof (wc's, d's)
  • Eindigt het woord op 'es' (luiwammes), 'ik' (viezerik) of 'it', dan krijg je geen extra medeklinker (luiwammesen, viezeriken, kieviten)
  • Soms verandert een f in een v (duif - duiven), maar niet altijd (kaars - kaarsen)
  • Soms verandert een s in een z (beurs - beurzen), maar niet altijd (fotograaf - fotografen)

Slide 13 - Tekstslide

Meervouden
Meervoudsvormen van zelfstandig naamwoorden

  • Eindigt een woord op 'ie' (bacterie, industrie), bedenk dan waar de klemtoon ligt.
  • Ligt de klemtoon op de laatste lettergreep, zoals bij industrie? Dan krijg je een extra 'e' (industrieën)
  • Ligt de klemtoon niet op de laatste lettergreep, zoals bij bacterie? Dan krijg je geen extra 'e' (bacteriën)

Slide 14 - Tekstslide

Meervouden
Meervoudsvormen van zelfstandig naamwoorden

  • Eindigt een woord op een klinker, behalve de 'e'? Dus een a, i, o, u, y? Dan krijg je een apostrof: baby's, foto's, pyjama's.
  • Eindigt een woord op meerdere klinkers of een 'e'? Zoals 'etui', café of 'niveau'? Dan komt de 's' eraan vast: etuis, cafés, niveaus.

  • Laatste: eindigt een woord op 'dus' (politicus), dan eindigt het meervoud op 'ci' (politici)

Slide 15 - Tekstslide

Spelling H1
Naam + klas op je boekje

  1. Maak opdracht 3 (blz. 7 + 8)
  2. Vul de dicteewoorden op de juiste plek in op blz. 5
  1. Maak een groepje van minimaal 3 en maximaal 6 mensen en kom een werkwoordenspel halen. 
Bij het spel kun je 'spieken' op blz. 14, 16 en 18

Slide 16 - Tekstslide