Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
16-01-2023
Hoy
es
el 16
de enero
de 2023
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Spaans
Beroepsopleiding
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
90 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Hoy
es
el 16
de enero
de 2023
Slide 1 - Tekstslide
Lo que vamos a hacer hoy
TB.
p.21, oef.4a,b,c :Opnieuw kijken
p.22, oef. 5a,b,c Maken.
WB
.
p.17, oef.3
p.18, oef.4
p.21, oef.13
p.23 oef. 18, 19
Slide 2 - Tekstslide
¿ Recuerdas?
Los pronombres indefinidos
Algo, nada, todo:
zaken
alguien en nadie:
personen
worden zelfst. gebruikt
cada
voor personen EN zaken
alguno (a/os/as)
ninguno( a)
hebben altijd betrekking op zelfst. nw
todo/a el/la.....
todos/as los /las
1
.ninguno en alguno
verliezen de -o- voor een mnl zelfst.nw
2. staan
nada, nadie en ninguno
achter het ww dan komt
no
ervoor!!
Slide 3 - Tekstslide
Mirar ejercicios
WB.
:
p.17, ej.3/ p.18,ej. 4/ p.23, ejs. 18,19
Slide 4 - Tekstslide
vertaal:
ik vind het helemaal niet leuk
A
no me gusta nada
B
me gusta nada
C
Encuentro nada
D
no encuentro nad
Slide 5 - Quizvraag
Vertaal:
Heeft u geen enkel boek van Unamuno?
A
¿tiene algúno libro de U?
B
¿ tiene algún libro de U?
C
¿tiene ningún libro de U?
D
¿no tiene ningún libro de U?
Slide 6 - Quizvraag
vertaal:
ik studeer de hele week
A
estudio todas las semana
B
estudio por las semanas
C
estudio toda la semana
D
estudio toda semana
Slide 7 - Quizvraag
TB. p.22, ej
.5a
Gastando dinero
1. lee el texto : ¿ Cuál es el problema?
Slide 8 - Tekstslide
¿ Recuerdas?
meew. voornw =
CI
lijdend voornw. =
CD
Slide 9 - Tekstslide
TB. p.22, ej
.5b
1. onderstreep de
mv
en
lv
vormen
2. vervang el vestido door la falda
Escucha los diálogos en otras tiendas.
¿Dónde tienen lugar?
11
12
1. En una zapatería
a. Los zapatos tienen un 40% de descuento.
b. El hombre calza el número 43.
c. El cliente quiere pagar con tarjeta de crédito.
2. En una tienda de ropa
a. La clienta tiene un problema con un jersey.
b. la clienta quiere cambiar el jersey.
c. La clienta necesita el ticket de compra
Slide 10 - Tekstslide
Mirar ejercicios
WB.
:
p.21, ej.13
Slide 11 - Tekstslide
TB, p.22, ej. 5c
: welke zin zegt de klant en welke de verkoper? Door welke zelfst.nw.
zou je de voornaamwoorden
in de laatste kolom
kunnen vervangen?
1.+2 : lo= el vestido la= la falda
3. el jersey
4.le = meew. vnw kun je niet vervangen wél verdubbelen door bijv. señor/ señora
¿ Recuerdas?
meew.vnw =
C
omplemento
I
ndirecto :
me, te,
le
, nos, os,
les
lijd.vnw =
C
omplemento
D
irecto :
me te,
lo/la
, nos, os,
los/las
quedar + meew vnw+ passen (zitten):
el vestido me queda bien
los pantalones me quedan largos
la falda me queda estrecha etc.
Slide 12 - Tekstslide
¡ A practicar!
maak opdr. 5d tb
maak
en slide: 18, 19 en 20
Slide 13 - Tekstslide
Lijdend voorwerp ( Complemento Directo)
:
ik koop een roos:
Wat koop ik? : een roos.
Een roos is lijdend voorwerp. Ik koop hem (= lijdend vnw)
Plaats : vóór pv óf achter de infinitivo/gerundio, eraan vast geschreven
me, te,
lo, la
, nos, os,
los, las
1. yo
la
compro en ....
2.vosotros
la
estudiáis
3.Carmen
lo
compra
4.mi hermano
los
pinta...
5. Mario
las
cuenta
6.Mi padre
lo
limpia
Slide 14 - Tekstslide
meewerkend voorwerp (Complemento Indirecto):
Hij geeft de roos aan zijn
vriendin
Aan wie geeft hij de roos? Aan zijn vriendin
zijn vriendin is meew. voorwerp. Hij geeft haar de roos (= mw vnw
"Plaats : vóór de pv of achter de infinitivo/gerundio ( eraan vast geschreven)
me, te, le, nos, os, les
1 J. nunca
me
dice la verdad
2. Yo
os
explico....
3.Mi amigo
le
hace una pregunta
4. I. siempre
les
regala.....
5. Mañana
te
damos una....
6.
Le
preparo una fiesta sorpresa
Slide 15 - Tekstslide
Vervang het vetgedrukte zinsdeel door een voornaamwoord:
CI óf CD
1. el agente
les
recomienda este hotel
2. el vendedor
le
vende un coche
3. yo
la
doy mañana
4.Mi vecino siempre
las
compra
5. yo
te
preguntp la lección
6. el vendedor
lo
da a nosotros
Slide 16 - Tekstslide
TB.
p.22, ej.5d: ¿ Qué ha preguntado la clienta
p.23, ej.6 describe uno de los objetos sin mencionarlo usando el CD
Algunos verbos:
llevar, tener, usar, necesitar,etc..
Slide 17 - Tekstslide
TB. p. 23, ej. 7 a Vul het juiste meewerkend vnw. (CI) in:
Slide 18 - Tekstslide
Malena gaat haar kelder opruimen: vervang de vetgdrukte woorden door een voornaamwoord
TB. p. 23, ej. 8a
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
TB.
p.23,
ej.7a, 8a/b : Ordena tu sótano ( als voorbeeld slide 20)
WB.
p.18
, ejs 5, 6
p.19,
ejs.
7 en 8a
p.21
, ej. 14 : Mundo profesional
Slide 21 - Tekstslide
Adiós
Slide 22 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
17-12-2024
8 dagen geleden
- Les met
20 slides
Spaans
Beroepsopleiding
16-12-2024
11 dagen geleden
- Les met
22 slides
Spaans
Beroepsopleiding
CG A2: semana 5- clase 2- Luisa
November 2021
- Les met
21 slides
Spaans
HBO
Studiejaar 2
Con Gusto 2 nuevo, 2a semana, 2a clase
November 2021
- Les met
26 slides
Spaans
HBO
Studiejaar 1
Con Gusto 2 nuevo, 2a semana, 2a clase
November 2021
- Les met
26 slides
Spaans
HBO
Studiejaar 1
CG A2 Unidad 2 parte 2_Nr 5 tm 14_week 5_les 2
Juni 2023
- Les met
36 slides
Spaans
HBO
Studiejaar 1
CG A2 Unidad 2 parte 2_Nr 5 tm 14_week 5_les 2
Februari 2024
- Les met
36 slides
Spaans
HBO
Studiejaar 1
semana 5 -clase 1 - 18.12.23
December 2023
- Les met
48 slides
Spaans
HBO
Studiejaar 1