SCC - Het bijvoegelijk naamwoord/l'adjectif

Kies de juiste vorm:
Il est (groot)
A
grande
B
grand
C
grandes
D
grands
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Kies de juiste vorm:
Il est (groot)
A
grande
B
grand
C
grandes
D
grands

Slide 1 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
La ceinture est (blauw)
A
bleu
B
bleus
C
bleue
D
bleues

Slide 2 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
Les voitures sont (prachtig)
A
merveilleuses
B
merveilleuse
C
merveilleux
D
merveilleu

Slide 3 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
Les chats sont (lief)
A
gentil
B
gentils
C
gentilles
D
gentiles

Slide 4 - Quizvraag

De poes is grijs
Le chat est .........
A
grise
B
gris
C
grisse
D
grises

Slide 5 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
Olivier et Marc sont (frans)
A
français
B
française
C
françaiss
D
françaises

Slide 6 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
Mario est (verdrietig)
A
trist
B
tristes
C
tristees
D
triste

Slide 7 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
L'actrice est (mooi)
A
beaux
B
belles
C
belle
D
beau

Slide 8 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
Les sacs sont (nieuw)
A
nouveau
B
nouvelles
C
nouvelle
D
nouveaux

Slide 9 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
Mon grand-père est (oud)
A
vieux
B
vieille
C
vieilles
D
vieu

Slide 10 - Quizvraag

Een dikke hond
Un ............ chien
A
grosse
B
grosses
C
groses
D
gros

Slide 11 - Quizvraag

De criminelen zijn gevaarlijk
Les criminels sont ...........
A
dangereuses
B
dangereuse
C
dangereux
D
dangereuxes

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Link

Slide 14 - Link