4.2 - Wat is er thuis verzekerd?

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij economie!
  • Ga rustig zitten
  • Doe je jas uit en pet af!
  • Pak je spullen
  • Doe je telefoon in je tas
  • Zet je tas op de grond
  • Je bent stil!

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Hoofdstuk 4
  • Leerdoelen & uitleg 4.2
  • Zelfstandig aan de slag met de opdrachten van 4.2
  • Leerdoelen behaald
  • Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdstuk 4
Kies je voor zekerheid 

4.1 Waarom verzeker je dat?
4.2 Wat is er thuis verzekerd?
4.3 Rij schade vrij!
4.4 Zorg voor een zorgverzekering

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen vandaag;
Na deze les weet je...
  • dat je aansprakelijkheid voor schade aan anderen kunt verzekeren
  • wat voor verzekeringen je voor een huis nodig hebt
  • hoe je voor woonhuisverzekeringen de premie berekent
  • wat het gevolg is als je onvoldoende verzekerd bent
  • hoe je kunt voorkomen dat je ongemerkt te laag verzekerd raakt

Slide 5 - Tekstslide

Hoe zat het ook al weer? 
  1. Verzekeren doe je voor een onzeker voorval (=je weet niet zeker of het gebeurt) in de toekomst.
  2. Hoe hoger het risico dat het onzekere voorval gebeurt, hoe hoger de premie (=bedrag per maand om verzekerd te zijn) die je betaalt
  3. Als je een eigen risico (=je betaalt een deel van de schade zelf) neemt betaal je minder premie.

Slide 6 - Tekstslide

Je sluit een verzekering af.
De premie bedraagt €48,50.
De poliskosten zijn €4,50
de assurantiebelasting is 21%.
Bereken de verzekeringskosten.
timer
2:00

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

Hoe noemen we de verzekeringsmaatschappij ook wel?
A
De verzekerde.
B
De verzekeraar.

Slide 9 - Quizvraag

Waar betaal je assurantiebelasting over?
A
Alleen over de premie.
B
Alleen over de polis.
C
Over de premie en de polis.
D
Wat is assurantiebelasting?

Slide 10 - Quizvraag

Leerdoelen vandaag;
Na deze les weet je...
  • dat je aansprakelijkheid voor schade aan anderen kunt verzekeren
  • wat voor verzekeringen je voor een huis nodig hebt
  • hoe je voor woonhuisverzekeringen de premie berekent
  • wat het gevolg is als je onvoldoende verzekerd bent
  • hoe je kunt voorkomen dat je ongemerkt te laag verzekerd raakt

Slide 11 - Tekstslide

Wettelijke aansprakelijkheid
  • Je brengt per ongeluk schade aan iemand anders toe. Volgens de wet ben jij aansprakelijk voor die schade.
  • Tegen dit risico kun je je verzekeren met een
  •  AVP = Aansprakelijkheidsverzekering Particulieren.

  • Met een AVP is het hele gezin, ook de huisdieren, verzekerd voor schade aan anderen.


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Verzekeringen voor je huis
  • Inboedelverzekering
  • Doel = voor de spullen in je huis (binnenin)
  • verzekerd tegen: inbraak, brand en waterschade
  • vaak verzekerd voor de nieuwwaarde (Check dit in de polisvoorwaarden).

 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Opstalverzekering
  • Doel = voor het huis zelf(buitenkant)
  • verzekerd tegen brand en stormschade
  • verzekerd voor de herbouwwaarde

 


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Inboedelverzekering
Opstalverzekering

Slide 18 - Tekstslide

Als je een koophuis hebt is het verstandig om een...….. af te sluiten
A
inboedelverzekering
B
inboedelverzekering en opstalverzekering
C
opstalverzekering
D
geen van alle antwoorden is juist

Slide 19 - Quizvraag

Premie woonhuisverzekering 

Premietarief woonhuisverzekering:
bedrag voor elke € 1.000 waarvoor je verzekerd bent


Slide 20 - Tekstslide

Voorbeeld

Volgens je verzekeraar is de herbouwwaarde van jullie huis         € 260.000. Per jaar is het premietarief € 1,15  per €1.000  verzekerd bedrag.

Wat wordt dan de premie?

Slide 21 - Tekstslide

Voorbeeld


260.000  : 1.000  = 260
260 x 1,15 = € 299,00  is de premie die je per jaar moet betalen.



Slide 22 - Tekstslide

Is je huis voldoende verzekerd?
  • Oververzekerd = Dat je je huis voor een hoger bedrag verzekerd bent dan de werkelijke waarde van je spullen.
  • Voorbeeld je fiets is € 500,- waard maar hij is voor €750,- verzekerd?
  • LET OP! Dit heeft geen zin! Je betaalt te veel premie en krijgt nooit meer dan de werkelijke schade uitgekeerd!

Slide 23 - Tekstslide

Is je huis voldoende verzekerd?
  • Onderverzekerd =
    Dat je je huis voor een lager bedrag verzekerd bent dan de werkelijke waarde van je spullen. 
  • Voorbeeld je fiets is € 500,- waard maar hij is voor € 250,- verzekerd.
  • Gevolg = je krijgt een lager bedrag uitgekeerd dan de werkelijk schade!

Slide 24 - Tekstslide

Schadevergoeding bij onderverzekering 
  • Jan heeft zijn inboedel verzekerd voor € 54.000. Na een brand heeft hij    € 8.000 schade. 
  • De werkelijke waarde van zijn inboedel is € 64.000.
  • Vraag 1 Is Jan over of onderverzekerd?
  • Vraag 2 Hoeveel schadevergoeding krijg Jan uitgekeerd?
  • € 54.000 : € 64.000 x € 8.000 = €  6.750

Slide 25 - Tekstslide

Jan heeft zijn inboedel verzekerd voor € 50.000. Na een brand heeft hij
€ 30.000 schade. De werkelijke waarde van zijn inboedel is € 40.000.
Vraag 1 Is Jan over of onderverzekerd?


timer
2:00

Slide 26 - Open vraag

Hoe kun je dit voorkomen?
  • Door prijsstijgingen kan je huis of inboedel meer waard worden.
  • Als je het verzekerde bedrag niet aanpast, raak je ongemerkt onderverzekerd.
  • Met een geïndexeerde verzekering stijgt het verzekerde bedrag van je huis of inboedel automatisch mee met de prijzen.

Slide 27 - Tekstslide

Voorbeeld 
  • Je hebt een inboedel in het basisjaar verzekerd voor € 50.000. Het indexcijfer voor de waarde van inboedels is nu 108.
  • Wat wordt nu het verzekerd bedrag?


  • € 50.000 : 100 x 108 = € 54.000

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Zelfstandig werken

Gebruik de resterende tijd voor met het maken van de opdrachten van 4.2

Vragen? Zacht overleggen met buurman, vinger opsteken


Slide 30 - Tekstslide

Leerdoelen
Wat weet je nog van...
  • dat je aansprakelijkheid voor schade aan anderen kunt verzekeren
  • wat voor verzekeringen je voor een huis nodig hebt
  • hoe je voor woonhuisverzekeringen de premie berekent
  • wat het gevolg is als je onvoldoende verzekerd bent
  • hoe je kunt voorkomen dat je ongemerkt te laag verzekerd raakt

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide