In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
H5 Lezen
Het doel van een tekst
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen
Tekstdoelen
Oefenen
Online opdrachten maken
Slide 2 - Tekstslide
Welke doelen kan een tekst hebben?
Slide 3 - Woordweb
Waarom is het handig om te weten welk doel een tekst heeft?
Slide 4 - Open vraag
Informatie geven
Een schrijver kan als doel hebben om de lezer te informeren (informatie te geven). Denk hierbij aan een krantenbericht of een verslag van een sportwedstrijd.
Slide 5 - Tekstslide
Uitleg geven
De schrijver wil je iets leren of uitleggen. Denk hierbij aan een recept, een studietekst of een gebruiksaanwijzing.
Slide 6 - Tekstslide
Overhalen
De schrijver wil je iets laten doen. Denk hierbij aan een reclametekst, uitnodiging of een advertentie.
Slide 7 - Tekstslide
Overtuigen (mening geven)
De schrijver wil zijn mening geven over een onderwerp. Denk hierbij aan een blog, recensie, een meningtekst in een krant of tijdschrift of een column.
Slide 8 - Tekstslide
Amuseren
De schrijver wil je amuseren. Denk hierbij aan een verhaal of een strip.
Slide 9 - Tekstslide
Informatie geven
Amuseren
Uitleg geven
Overhalen
Overtuigen
Stripverhaal
Column of recensie
Reclame
Recept
Krantenbericht
Slide 10 - Sleepvraag
Wat is het verschil tussen overhalen en overtuigen?
A
Het is hetzelfde
B
Overhalen gaat over wat je doet en overtuigen over wat je denkt.
C
Overtuigen gaat over wat je doet en overhalen over wat je denkt.
D
Je haalt iemand over in een column en je overtuigt iemand in een reclame.