HAVO 3 Week 1 Les 1

HAVO 3
Week 1 Les 1
Ein gutes neues Jahr! 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

HAVO 3
Week 1 Les 1
Ein gutes neues Jahr! 

Slide 1 - Tekstslide

Wie waren eure Ferien?

Slide 2 - Open vraag

Was machen wir heute?
- Was kommt in der Klassenarbeit (GPW)
- Wiederholung Mehrzahl (meervoud)
- Wiederholung Präpositionen (voorzetsels)

Slide 3 - Tekstslide

Klassenarbeit GPW 
- Wörter 
- Fälle 1, 2 und 3 (lerne auch den Spickzettel)
- Mehrzahl
- Präpositionen (voorzetsel)

Slide 4 - Tekstslide

het meervoud

Slide 5 - Tekstslide

Regeln
mannelijk: +e + Umlaut      Arzt/ Ärzte
vrouwelijk: +en +n +nen     Freundin/ Freundinnen; Katze/ Katzen
onzijdig: +e                              Schaf/ Schafe

Uitzonderingen uitgang woord op er/en/el/chen : geen uitgang
Lehrer, Mittel, Wagen, Mädchen...

Slide 6 - Tekstslide

+n
mannelijk
onzijdig
vrouwelijk
onveranderd
e + Umlaut
+ en
+e
woord uitgang op er/el/en/ chen
-nen

Slide 7 - Sleepvraag

der Baum
A
die Baume
B
die Bäume
C
die Baüme
D
die Baumen

Slide 8 - Quizvraag

die Frau
A
die Fraue
B
die Frauen
C
die Fraun
D
die Fraus

Slide 9 - Quizvraag

der Arzt
A
die Arzten
B
die Arzte
C
die Ärzte
D
die Ärzten

Slide 10 - Quizvraag

das Schiff (schip)
A
die Schiffs
B
die Schiffe
C
die Schiffen
D
die Schiffer

Slide 11 - Quizvraag

die Lehrerin
A
die Lehrerinnen
B
die Lehrerinen
C
die Lehrerin
D
die Lehrerins

Slide 12 - Quizvraag

der Leser
A
die Leser
B
die Lesere
C
die Lesers
D
die Leseren

Slide 13 - Quizvraag

die Rose
A
die Rosen
B
die Roses
C
die Rose
D
die Rosennen

Slide 14 - Quizvraag

das Programm
A
die Progrämme
B
die Programme
C
die Programmen
D
die Programe

Slide 15 - Quizvraag

das Messer
A
die Messere
B
die Messeren
C
die Messer
D
die Messers

Slide 16 - Quizvraag

Präpositionen

Slide 17 - Tekstslide

alles op een rij!
in         - in 
naar   - nach, zu, in 
voor   - für, vor
door   - durch, von

Slide 18 - Tekstslide

naar landen/steden?
(voorbeeld: naar Duitsland/Parijs)
A
nach
B
zu
C
in

Slide 19 - Quizvraag

naar personen
(voorbeeld: naar Lisa)
A
nach
B
zu
C
in

Slide 20 - Quizvraag

naar gebouwen?
(naar de bioscoop)
A
in das Kino
B
nach das Kino
C
zu das Kino

Slide 21 - Quizvraag

Uitzondering: Naar de stad
A
nach die
B
in die
C
zu die

Slide 22 - Quizvraag

voor - als het voor iemand is
(Voorbeeld: voor de moeder
A
vor die Mutter
B
für die Mutter

Slide 23 - Quizvraag

voor - plaatsbepaling
(Voorbeeld: voor het huis)
A
vor dem Haus
B
für dem Haus

Slide 24 - Quizvraag

Door (iemand gedaan)
(Voorbeeld: door mijn moeder nagekeken)
A
durch meine Mutter
B
von meiner Mutter

Slide 25 - Quizvraag

door - door iets lopen
(voorbeeld: door de dierentuin)
A
durch den Zoo
B
von dem Zoo

Slide 26 - Quizvraag

So das wars, gibt es noch Fragen?

Slide 27 - Open vraag

Hausaufgabe

Mache jetzt den Übungstest auf Classroom mit Google Forms!

Slide 28 - Tekstslide