Les 3 Spieren

 par. 2.3: Je spieren
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

 par. 2.3: Je spieren

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 2.3 Spieren
  1. Je kunt de bouw van een spier uitleggen en daarbij de verschillende onderdelen benoemen.
  2. Je beschrijven hoe je een arm buigt en strekt.


  1. Je kunt uitleggen wat lengtespieren, kringspieren, haartjesspieren voor functie hebben en er een voorbeeld van noemen? 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

morgen huiswerk lz 91
maken opdracht 3, 4, 5
 
Ben je al klaar? ga vast deze begrippen lern

Slide 4 - Tekstslide

lezen blz 87, 90, 93

Slide 5 - Tekstslide

minder dan 4 goed?
Nee? Kijk mee met deze uitleg
*Maak opdr. 3 tm 10
Klaar?
*Maak een begrippenlijstje
*Kijk na via Teams
*Ga naar https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Spieren/spieren.htm


meer dan 4 goed?  Ja?
*Maak opdr. 4 tm 11
Klaar?
*Kijk na via Teams
*Ga naar de extra LessonUp over spieren en gezondheid
en oefen op 
https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Spieren/spieren.htm


Slide 6 - Tekstslide

  • Spiervezels - bestaat uit spiercellen; hieruit is een spier opgebouwd, als spiervezels samtrekken, trekt de spier samen.
  • Spierbundel - groepje spiervezels 
  • Pezen - taaie banden waarmee de spieren aan de botten vastzitten

Slide 7 - Tekstslide


Houd je hand op je bovenarm en buig je arm. Wat voel je dat er gebeurt?

Slide 8 - Open vraag

Wat gebeurt er met de dikte van een spier als de spier zich samentrekt?

Slide 9 - Open vraag

  • Een spier die samentrekt, wordt korter en dikker.
  • Een spier die ontspannen is, kan langer en dunner worden.


Slide 10 - Tekstslide

Spieren door heel je lichaam:
- om botten te bewegen
- in de organen, zoals huidspiertjes en spiertjes in de darmwand

Bekijk de video voor extra uitleg over de armbuig en strekspier (de antagonisten)

Pezen
Pezen: 
- spier zit met pezen aan het bot vast. Pezen zijn de witte delen aan het einde van elke spier
- de aanhechtingsplaats is de plek waar de pees aan het bot vastzit 
- een pees kan niet samentrekken


Een pees voelen:
- Voel met je vingers van de linkerhand aan de binnenkant van je elleboog
- Buig nu je je rechterarm
Spieren
Spieren:
Een spier kan zich samentrekken, dan wordt de spier korter en dikker. De spier trekt dan de botten waar de spier aan vastzit naar elkaar toe. Zo onstaat beweging. 
Antagonisten
Twee spieren die een tegengesteld effect hebben. Om een deel van je lichaam te bewegen zijn altijd minstens 2 spieren nodig.
Armbuigspier
Armbuigspier (biceps): 
Als deze zich samentrekt, wordt hij korter en dikker. De onderarm wordt dan omhoog getrokken. 
Armstrekspier
Armstrekspier (triceps): 
Als deze zich samentrekt wordt hij korter en dikker. De onderarm wordt dan gestrekt. 
 4

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Aan de slag
Huiswerk donderdag: 30-11
Paragraaf 2.3 : 
opdracht 2 tm 9
klaar? ga vast aan de slag met 10, 11, 12
 Inzicht? maak 13 ook
Ben je klaar? ga vast leren: biologiepagina.nl
of lessonup oefenen of begrippen leren

Slide 13 - Tekstslide

Hier zie je de binnenkamt van een gebogen been. Wat is wat? 
A
B
C
D
gewricht
bot
spier
pees

Slide 14 - Sleepvraag

zet de namen van de spier in juiste volgorde van groot naar klein
A
spiervezel-spierbundel-spier
B
spier-spierbundel-spiervezel
C
spierbundel-spiervezel-spier
D
spiervezel-spier-spierbundel

Slide 15 - Quizvraag

Spier
Spierschede
Spiervezel
Pees
Bewegingszenuwcel
Spierbundel

Slide 16 - Sleepvraag

Slide 17 - Video

Spieren
Een spier die samenspant wordt korter EN dikker

Slide 18 - Tekstslide

Hoe werkt een spier?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Als je de armbuigspier samentrekt, wordt de onderarm ..1.. getrokken. De arm wordt dan ..2..

Welke woorden passen op de lege plekken?
A
1=omlaag 2=gestrekt
B
1=omlaag 2=gebogen
C
1=omhoog 2=gebogen
D
1=omhoog 2=gestrekt

Slide 22 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding. Wat gebeurt er als spier D zich samentrekt?
A
het heupgewricht buigt zich
B
het heupgewricht strekt zich
C
het kniegewricht buigt zich
D
het kniegewricht strekt zich

Slide 23 - Quizvraag

Spieren kunnen samentrekken, pezen niet.
Is deze bewering juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Door spieren te trainen worden ze langer.
Is deze bewering juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Als kringspieren in de wand van de darm samentrekken, wordt de darm nauwer.

Slide 28 - Tekstslide

Leerdoelen 2.4 Blessures
  1. Kun je uitleggen wat een blessure is en hoe deze kunnen ontstaan?
  2. Kun je uitleggen wat een botblessure is en hoe deze behandeld wordt?
  3. Kun je 2 typen gewrichtsblessures benoemen en vertellen hoe deze ontstaan en behandeld worden.
  4. Kun je 4 soorten spierblessures benoemen en uitleggen hoe deze ontstaan en behandeld worden?
  5. Kun je 4 manieren benoemen om blessures te voorkomen?
  6. Kun je uitleggen wat een goede lichaamshouding is?

Slide 29 - Tekstslide

Blessure: een beschadiging aan je botten, gewrichten en spieren.
  • Botblessure
Botbreuk: een bot is gebroken. Een arts opereert of zet de botstukken.
  • Gewrichtsblessures
Ontwrichting: Gewrichtsknobbel schiet uit de gewrichtskom.
Verstuiking/verzwikking: het gewrichtskapsel rekt te ver uit of scheurt in.


Slide 30 - Tekstslide

  • Spierblessures
Spierpijn: er blijven afvalstoffen in de spier achter.
Spierkneuzing: er zijn bloedvaatjes in de spier stukgegaan.
Spierkramp: een spier trekt plotesling samen.
Spierscheuring/zweepslag: er ontstaat een scheurtje in de spier.

Slide 31 - Tekstslide

Ontwrichting

Slide 32 - Tekstslide

Botbreuk

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Huiswerk: lezen 98 tm 102
maken opdr 3 tm 15

Slide 35 - Tekstslide

Blessures voorkomen
Beschermende middelen
Intapen
Warming-up
Cooling-down

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Lichaamshouding
De manier waarop je zit, staat en beweegt. 
Fout tillen :  met gebogen rug, kraakbeenschijven worden op een punt in elkaar gedrukt.
Goed tillen : met rechte rug, vanuit de benen.

Slide 38 - Tekstslide

Een voorbeeld van een gewrichtsblessure is:
A
Botbreuk
B
Zweepslag
C
Spierpijn
D
Ontwrichting

Slide 39 - Quizvraag

Wat is een zweepslag?
A
Er blijven afvalstoffen in de spier achter
B
Er ontstaat een scheurtje in de spier
C
Er zijn bloedvaatjes in de spier stukgegaan

Slide 40 - Quizvraag

Wat kun je doen om blessures te voorkomen?
A
Voedzaam eten
B
Voldoende slapen
C
de juiste beschermende middelen dragen

Slide 41 - Quizvraag

Wat is een spierkneuzing?
A
Afvalstoffen blijven achter in je spieren
B
Een spier trekt zich plotseling samen
C
Er ontstaat een scheurtje in de spier
D
Er zijn bloedvaatjes in de spier stukgegaan

Slide 42 - Quizvraag

Slide 43 - Video

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Video

Maak je huiswerk voor 13-12
Klaar? 
Maak af: paragraaf 2.4
Kijk na alle opdrachten via Teams
Maak: oefen LessonUps of volgende sheet
klaar? biologielessen.nl

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Link