Les 5. Deugdethiek



Deugd
ethiek
Deugdethiek
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les



Deugd
ethiek
Deugdethiek

Slide 1 - Tekstslide

Kant vindt dat je iets moet doen als..
A
het mogelijk is.
B
de politie het niet ziet.
C
het een algemene wetmatigheid is.
D
het maar 1 keer gebeurt.

Slide 2 - Quizvraag

Hedonisme
Utilisme
Plichtethiek
De hedonistische calculus.
De mens heeft volgens deze stroming  3 soorten verlangens.
Gevolgenethiek
Van deze stroming heb je 2 versies.
De grondlegger is Bentham
Autonomie is erg belangrijk in deze stroming.
Geluk voor de meerderheid.
Het onvoorwaardelijk gebod of regel die je je zelf oplegt.
Zelf-perfectionering

Slide 3 - Sleepvraag

Leerdoelen

Je weet wie de grondlegger van de deugdethiek is.

Je bent instaat om de inhoud van de deugdethiek te benoemen en uit te leggen.

Daarnaast kun je duidelijk uitleggen wat je zelf van deze stroming vindt en waarom.


Slide 4 - Tekstslide

Aristoteles 
(384 – 322 v. Chr.)


Filosoof en homo universalis.
Leerling van Plato.
Leermeester van Alexander de Grote.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Doel: 
gelukkig worden.

Belangrijkste vraag: 
Wat voor mens wil ik zijn?

          Zelfontplooiing.

Slide 7 - Tekstslide

De deugdenethiek is de oudste vorm van ethiek.

  • Als je een goed mens bent bezit je deugden (kwaliteiten) 
  • Een goed mens doet automatisch het goede.

Slide 8 - Tekstslide


Welke deugd vind jij belangrijk en waarom?

Slide 9 - Open vraag

Maar... Wat is het goede?


Praktische wijsheid                        (phronesis)

  • Het praktisch verstand komt met de jaren.

    Slide 10 - Tekstslide

    Lotte baalt want zij heeft haar tentamen niet gehaald. Rudi probeert haar op te vrolijken met grapjes. Is humor een deugd?
    A
    Ja
    B
    Nee

    Slide 11 - Quizvraag

    tabula rasa
    • Mens wordt geboren als een onbeschreven blad.
    • Mens wordt gevormd door de maatschappij.

    Dus nadruk op onderwijs en opvoeding.

    Slide 12 - Tekstslide


    Wordt de mens als tabula rasa geboren?
    (Nature vs nurture)

    Slide 13 - Open vraag

    Koen kan in zijn vakantie geduld opbrengen om zijn kinderen iets te leren, maar kan geen geduld opbrengen voor zijn kinderen als hij werkt. Bezit hij de deugd 'geduld'?
    A
    Ja
    B
    Nee

    Slide 14 - Quizvraag

    2 soorten deugden
    Intellectuele deugden
    (slimheid, verstandigheid, wijsheid, inzicht).

    Praktische deugden 
    (gulheid, ijverigheid, vriendelijkheid, moed).

    Slide 15 - Tekstslide

    Kardinale deugden


    De meest belangrijke deugden.



    • Maat
    • moed
    • verstandigheid
    • rechtvaardigheid

    Slide 16 - Tekstslide

    De kerk heeft er later 3 deugden aan toegevoegd. Welke 3?
    A
    Geloof, hoop en liefde
    B
    Bidden, bijbel lezen en naar de kerk gaan.
    C
    Rust, reinheid en regelmaat
    D
    Vasten, tienden geven en sober leven.

    Slide 17 - Quizvraag

    De Kerk
    heeft later er aan toegevoegd:

    Geloof, hoop en liefde.

    Slide 18 - Tekstslide

    Doel van de deugden
     Je blijft altijd in het  midden  tussen twee excessen. 

    Bijv. moed is het midden tussen lafheid en onbezonnenheid.

    Slide 19 - Tekstslide

    Vrijgevigheid is een deugd. Tussen welke twee extremen situeer je deze deugd?
    A
    Gierigheid/gulheid
    B
    over de balk smijten/ gierigheid
    C
    Rechtvaardigheid/ gulheid
    D
    Noodzaak/ over de balk smijten

    Slide 20 - Quizvraag

    Moed is een deugd tussen twee extremen. Welke twee extremen zijn dat'?
    A
    verlegenheid/ bluf
    B
    Roekeloosheid/ verlegenheid
    C
    Lafheid/roekeloosheid
    D
    Bluf/ lafheid

    Slide 21 - Quizvraag

    Zijn de leerdoelen behaald?

    Ik  weet wie de grondlegger van de deugdethiek is.

    Ik ben instaat om de inhoud van de deugdethiek te benoemen en uit te leggen.

    Daarnaast kan ik duidelijk uitleggen wat ik zelf van deze stroming vind en waarom.


    Slide 22 - Tekstslide