Herhaling BOA hoofdstuk 3 Algemeen Opsporingsambtenaar



Herhaling BOA hoofdstuk 3 Algemeen Opsporingsambtenaar
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BOAMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les



Herhaling BOA hoofdstuk 3 Algemeen Opsporingsambtenaar

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Structuur van de les.
  • Herhaling → Nog vragen over de vorige les?
  • Leerdoelen.
  • Nut & belang.
  • Voorkennis.
  • Vragen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEERDOELEN
ALLE BEGRIPPEN HOOFDSTUK 3 
BEGRIJPEN EN TOE KUNNEN PASSEN

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik wil graag BOA worden, maar ik vraag mij af wie is eigenlijk een Opsporingsambtenaar?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke 2 soorten opsporingsambtenaren kennen wij?
Geef ook aan in welke wetsartikelen het staat

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Artikel 142 Wetboek van Strafvordering 
personen die behoren tot een bepaalde categorie waarvoor een categoriale aanwijzing is gegeven
mogen alleen strafbare feiten opsporen waarvoor ze bevoegd zijn 
opsporingsambtenaren van de bijzondere opsporingsdiensten
vrijwillige ambtenaren, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak
mogen alle strafbare feiten opsporen 
Algemeen Opsporingsambtenaar
Buitengewoon Opsporingsambtenaar

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet nu dat er 2 soorten Opsporingsambtenaren zijn. Maar waar staan de strafbare feiten vermeld waarvoor de BOA bevoegd is

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De 6 domeinen zijn?

Slide 8 - Woordweb

1. Openbare Ruimte
2. Milieu, Welzijn en Infrastructuur
3. Onderwijs
4. Openbaar Vervoer
5. Werk inkomen en zorg
6. Generieke Opsporing

Zet de Boa's in het juiste domein
De Boa servicemedewerker politie
De sociaal rechercheur van de gemeente
De Boa handhaver openbare ruimte
De leerplichtambtenaar
De medewerkers service en veiligheid NS
Domein 1
Domein 2
Domein 6
Domein 5
Domein 3
Domein 4
De boswachter

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan welke eisen moet ik voldoen voordat ik BOA kan worden?

Slide 10 - Open vraag

Eisen aan de BOA: (TBBB)
T: Titel = rechtsgrond (a,b of c)
B: Bekwaam ( BOA certificaat, Bekwaam vd politiebevoegdheid/RTGB)
B: Betrouwbaar (screening)
B: Beëdigd

En waar staat dat dan beschreven dat ik aan die eisen moet voldoen om BOA te worden?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat houdt een geldige titel in?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt bedoeld met een “Akte van opsporingsbevoegdheid”?
A
Hierin staan het grondgebied, eventuele politiebevoegdheden, de toezichthouder en direct toezichthouder en de strafbare feiten waarvoor de opsporingsbevoegdheid geldt.
B
Dit is één van de titels van opsporingsbevoegdheid.
C
Hierin wordt aangegeven wie toezicht houdt op de opsporingsbevoegdheid van de BOA.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke eed leg je af tijdens de beëdiging?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt bedoeld met de zuiveringseed?
A
Hiermee geeft de te beëdigen BOA aan dat hij gezuiverd is van enig strafbaar feit of feiten.
B
Hiermee geeft hij aan dat hij trouw zweert aan het staatshoofd, de grondwet, de wetten die in ons koninkrijk gelden.
C
Dat hij niemand heeft omgekocht om zijn aanstelling te verkrijgen en hij zich in zijn functie niet zal laten omkopen.
D
Dat hij belooft eventuele religieuze overwegingen niet in zijn functioneren mee te laten wegen.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn politiebevoegdheden?

A
Dit betreft de bevoegdheid tot het gebruik van geweld inclusief handboeien. De veiligheidsfouillering en vervoersfouillering vallen hier niet onder.
B
Dit betreft de vervoersfouillering en de veiligheidsfouillering. Het gebruik van geweld valt hier niet onder. Dit wordt namelijk de geweldsbevoegdheid politie genoemd.
C
Dit betreft het gebruik van geweld inclusief handboeien, de veiligheidsfouillering en de vervoersfouillering.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geweld?
A
Elke dwingende kracht van grote betekenis.
B
Elke dwangmatige kracht van grote betekenis.
C
Elke dwangmatige kracht van meer dan geringe betekenis.
D
Elke dwingende kracht van meer dan geringe betekenis.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mag een BOA gebruik maken van politiebevoegdheden?
A
Ja, zonder meer.
B
Nee, nooit.
C
Ja, of de minister van Justitie en Veiligheid bepaalt dat dit niet mag. Deze beperking staat dan in de akte van beëdiging.
D
Nee, behalve als de minister van Justitie en Veiligheid hier toestemming voor verleent. Dit staat dan in de akte van beëdiging.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de BOA politiebevoegdheden heeft gekregen, moet dit zijn opgenomen in zijn akte van beëdiging.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

H5. Besluit BOA
Instructie BOA

Slide 20 - Woordweb

- geeft gedragsregels aan de BOA
- de 10 geboden van de BOA
- opsporingsactiviteiten beperken
- legitimeren
- standplaats en nummer akte van beëdiging vermelden
- aanwijzingen officier van justitie opvolgen
- kennis en vaardigheden bijhouden

Wat wordt bedoeld met het inzetcriterium?

Slide 21 - Open vraag

BOA’s domein 1 mogen alleen die strafbare feiten opsporen uit domein 1 die aan deze voorwaarden voldoen:
a. Overtredingen die de leefbaarheid aantasten.
b. Overlast, verloedering, kleine ergernis.
c. Geen duplicering van handhaving op grond van formele wetgeving.
d. Feit is direct (geen foto/film te constateren tijdens de
   surveillance.
e. Feit is in beginsel feit gecodeerd af te handelen.
f. Feit is anders eenvoudig bewijsbaar en heeft geen betrekking op
   geweld, veelplegers, medepleging en/of aanzienlijke schade.
g. Feit vraagt geen specifieke opleiding/apparatuur.
h. Geen gevaarlijke of gewelddadige setting.
Wie is belast met het toezicht op de BOA voor wat betreft de titel, betrouwbaarheid en bekwaamheid?
A
De minister van Justitie en Veiligheid.
B
De Korpschef.
C
De OvJ.
D
De hoofdofficier van justitie.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan je als BOA aantonen dat je bekwaam bent?
A
Een VOG of ander betrouwbaarheids onderzoek
B
Een BOA diploma
C
een baan hebben waarbij de de bevoegdheden nodig hebt
D
in bezit van een akte van opsporingsbevoegdheid

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Yes, Ik ben BOA !
En nu wie houdt mij in de gaten?
Wie houdt er toezicht?
Kijken of je het nog weet , wie wat doet.
Ben je er klaar voor?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie is de toezichthouder van de BOA's?
A
Hoofdofficier van justitie
B
Burgemeester
C
Korpschef nationale politie

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie is de direct toezichthouder van de BOA's?
A
Hoofdofficier van justitie
B
Burgemeester
C
Korpschef nationale politie

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Alle klachten over de BOA dienen gemeld te worden aan de toezichthouder en de direct toezichthouder.
A
Ja.
B
Nee, dit dient gemeld te worden aan de officier van justitie.
C
Nee, alleen indien het gaat om klachten over het gebruik van opsporingsbevoegdheden.
D
Ja, behalve de klachten over de inzet van opsporingsbevoegdheden.

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een BOA noteert de persoonsgegevens van een verdachte tijdens het uitschrijven van een bekeuring. Hij verwerkt deze gegevens op kantoor in een systeem. Welke regelgeving (welk regime) is van toepassing?
A
AVG
B
WPG
C
WJSG

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat de afkorting AVG (van de AVG-wet) voor?
A
Algemene verdenking gegevensbescherming
B
Algemene verordening gegevensbewaking
C
Algemene verordening gegevensbescherming
D
Algemene verandering gegevensbescherming

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rondvraag
Vragen
en/of
 tips?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les
Lees goed de handhout door!
Oefentoets Hoofdstuk 3
30 Seconds hoofdstuk 3 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde van de les
Tot morgen!

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies