nederlands lezen

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Begrijpend lezen

Snap jij wat je leest?

Wat gaan we behandelen?

Tekstdoelen

Aan het eind van deze les:

-Heb je kennis gemaakt met verschillende tekstdoelen

Verschillende tekstdoelen

1. Informatie geven 

2. Instrueren ( uitleg geven hoe iets moet )

3. Activeren ( om iets te doen: bijvoorbeeld overhalen) 

4. Amuseren ( vermaken) 

welke 4 tekstdoelen zijn er?

Je leest een stripverhaal
Wat is het doel van dit verhaal?

1. informatie geven
2. vermaken ( amuseren)
3. Activeren
4. Instructie geven

tekstdoel

1. informatie geven
2. Activeren ( overhalen iets te doen)  
3. Instrueren ( vertellen hoe iets moet) 
4. Amuseren

tekstdoel informatie geven

• kennis overdragen
• informatie over een bepaald onderwerp
• Hoort bij: nieuwsberichten / schoolboeken/ de bijsluiter van een medicijn

Tekstdoel instrueren 

- Uitleg geven over hoe iets werkt.

Hoort bij: stappenplannen over hoe iets moet

Tekstdoel activeren 

• Overhalen iets te doen: bijvoorbeeld overhalen iets te kopen.
•  Hoort bij: reclame: ze willen je overhalen iets te kopen

Tekstdoel amuseren (vermaken)

• de lezer vindt het leuk
• er kunnen grapjes in staan 
  Hoort bij: een mop/ stripverhaal / leesboek 

ik wil graag dat anderen mijn tekst leuk vinden, welk doel hoort hier bij?

1. vermaken
2. informatie geven
3. mening geven
4. overhalen

Ik wil graag dat mijn klanten wat gaan kopen van mij. Welk tekstdoel hoort hier bij?

1. amuseren( vermaken)
2. informatie geven
3. instructie geven
4. activeren (overhalen)

welke 4 tekst doelen ken je nu?

welk tekstdoel hoort bij :de krant?

Einde van de les

Je kunt nu:

- Tekstdoelen herkennen:

Amuseren- informeren- instructie geven- activeren