RS - 22/23 - 2.2 Grondwet en grondrechten

Hoofdstuk 2 - Rechtsstaat
2.2 Grondwet en grondrechten
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2 - Rechtsstaat
2.2 Grondwet en grondrechten

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kan uitleggen hoe de grondwet is ontstaan
  • Je weet wat er in de grondwet staat 
  • Je kunt voorbeelden van klassieke en sociale grondrechten noemen
  • Je weet welke grenzen er aan onze vrijheid zijn.
  • Je weet hoe grondrechten kunnen botsen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat vind jij?
Lees "Je kunt een marteling uitbesteden" - voorbeeld op blz. 34.

Moet de Nederlandse overheid alle grondrechten altijd en voor iedereen respecteren? Of zijn er uitzonderingen?

Slide 3 - Tekstslide

Grondwet is:
  • Legt de fundamentele rechten van burgers vast 
  • Begrenst de macht van de staat en garandeert vrijheden burgers
  • Geeft aan hoe de belangrijkste organen van de staat zijn georganiseerd.
  • Drukt de eenheid van de natie uit.

Slide 4 - Tekstslide

Ontstaan grondwet
  • Franse invloed >> Staatsregeling van de Bataafse Republiek (voorloper grondwet)
  • Constitutionele monarchie vanaf 1813.  
  • 1848: Herziening grondwet (Thorbecke) >> onschendbaarheid koning, censuskiesrecht en nachtwakersstaat
  • t/m 1919: Uitbreiding kiesrecht (o.i.v. klassenstrijd)
  • WO2: einde grondrechten van de burgers o.l.v. nazi's
  • 1983: nieuwe grondwet met bescherming van burgers tegen discriminatie en recht op sociale zekerheid.

Slide 5 - Tekstslide

In de grondwet:
Klassieke grondrechten:
  • Gebaseerd op vrijheid en gelijkheid
  • Gelijke behandeling (geen discriminatie, vrijheid van godsdienst),
  • Persoonlijke vrijheid (recht op privacy), 
  • Politieke vrijheid (vrijheid van meningsuiting, vrije pers, vrijheid om te vergaderen/betogen)

Slide 6 - Tekstslide

In de grondwet:
Sociale grondrechten:
  • Gebaseerd op idee dat de staat actief moet ingrijpen om aan alle inwoners vrijheid en gelijkheid te garanderen + daarmee gelukkig en zinvol bestaan.
  • VB. werkgelegenheid, bescherming positie werknemers, sociale zekerheid, volksgezondheid, sociale woningbouw, onderwijs >> verantwoordelijkheden van de staat. 
  • 1983: Recht op deze voorzieningen. 

Slide 7 - Tekstslide

Verschil klassiek <> sociaal
Je kunt je als burger direct op je klassieke grondrechten beroepen >> naar de rechter stappen.
Bij sociale grondrechten kan dat niet >> niet afdwingbaar bij rechten >> meer verplichting voor overheid om zich actief hiermee bezig te houden.

Slide 8 - Tekstslide

Grenzen aan de vrijheid
Wederkerigheid is in de rechtsstaat belangrijk >> als je zelf iets van rechten opeist, moet je dat ook accepteren van anderen.

"Behoudens ieders verantwoordelijkheid voor de wet" = 
Jouw uitoefening van rechten moet de ander niet in haar/zijn rechten beperken. 
bijv. Wetboek van Strafrecht verbied haatzaaien, beledigen etc. >> vrijheid van meningsuiting daarmee o.a. beperkt.

Slide 9 - Tekstslide

Botsen van grondrechten
Grondrechten hebben verticale werking >> ze worden door burgers uitgeoefend tegenover de staat. 
Horizontale werking = als burgers zich tegenover elkaar op hun grondrechten benoemen. 

Per geval wordt er gekeken naar wat zwaarder weegt: 
bijv. krant verspreid bericht bekende persoon: weegt de privacy dan groter of de deling van informatie aan het publiek. (kan verschillen!)

Slide 10 - Tekstslide