Sterven en Palliatieve Zorg

Palliatieve zorg en Terminale zorg
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Palliatieve zorg en Terminale zorg

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
- De student kan uitleggen wat sterven is
- De student kan uitleggen wat palliatieve zorg is
- De student kan uitleggen wat palliatieve sedatie is
- De student benoemd hoe passende palliatieve en terminale zorg geboden wordt
- De student kan de laatste fase herkennen bij een zorgvrager
- De student kan herkennen wat de laatste fase bij een zorgvrager is
- De student kan de meest voorkomende symptomen herkennen bij de zorgvrager
- De student beargumenteerd zijn standpunt rondom palliatieve zorg

Slide 2 - Tekstslide

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen kunnen begrijpen en uitleggen.
Wat weet je al over sterven, palliatieve zorg en de laatste levensfase?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve zorg is gericht op?
A
Zo lang mogelijk blijven leven
B
Kwaliteit van sterven
C
Kwaliteit van leven
D
voorbereiden op een operatie

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 6 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Wat is palliatieve zorg?
Palliatieve zorg is gespecialiseerde zorg die gericht is op het verlichten van pijn en het bieden van comfort aan mensen in de laatste fase van hun leven.

Slide 7 - Tekstslide

Geef een definitie van palliatieve zorg en benadruk dat het gericht is op het verbeteren van de kwaliteit van leven van patiënten.
Wat is de laatste levensfase?
De laatste levensfase is de periode vanaf het moment dat een persoon te horen krijgt dat hij/zij niet meer zal genezen tot aan het overlijden.

Slide 8 - Tekstslide

Definieer de laatste levensfase en leg uit dat het een tijd van voorbereiding en reflectie kan zijn.

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is palliatieve zorg belangrijk?
Palliatieve zorg helpt mensen om zo comfortabel en waardig mogelijk te sterven. Het biedt fysieke, emotionele en spirituele ondersteuning.

Richt zich op:
  • Verminderen van lijden
  • Zorgen voor een goede kwaliteit van leven
  • Zo lang mogelijk laten leven
  • Waardige afronding van het leven

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit waarom palliatieve zorg essentieel is en benoem de verschillende aspecten van ondersteuning die het biedt.
Doelen van palliatieve zorg
De doelen van palliatieve zorg zijn het verlichten van pijn en symptomen, het behouden van waardigheid en het bieden van psychosociale ondersteuning.

Slide 11 - Tekstslide

Noem de belangrijkste doelen van palliatieve zorg en benadruk het belang van waardigheid en emotionele ondersteuning.
Veel voorkomende klachten in de palliatieve fase
Pijn
Misselijkheid
Obstipatie
Jeuk
Benauwdheid

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve terminale zorg
1. Stadia van palliatieve terminale zorg:
2. Ziektegerichte palliatie
3. Symptoomgerichte palliatie
4. Palliatie in de stervensfase
5. Nazorg

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stellingen
Ethische dillema's bespreken.
- Familie mag de beslissing maken om levensverlengende behandelingen te staken.
- Als verzorgende mag je informatie delen met patiënten en hun familie in de palliatieve fase.
- Familie heeft een rol in besluitvorming tijdens de palliatieve en terminale fase

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is sterven?
Sterven is het proces waarbij een persoon overlijdt en het lichaam ophoudt te functioneren.

Slide 15 - Tekstslide

Leg kort uit wat sterven betekent en dat het een natuurlijk onderdeel van het leven is.
Palliatief en Terminaal. Is er een verschil? Zo ja, Wat is het verschil. Zo nee, leg eens uit.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve sedatie
  • Is een vorm van palliatieve zorg.
  • Doel: een medische behandeling waarbij de arts het bewustzijn van de cliënt verlaagt.
  • Meestal valt de cliënt in een diepe slaap en wordt niet meer wakker.
  •      Soms zijn er wel wakkere momenten.
  •      Palliatieve sedatie duurt meestal enkele dagen, waarbij de cliënt uiteindelijk rustig sterft.
  • Een arts mag palliatieve sedatie toepassen wanneer de levensverwachting korter is dan 2 weken.



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve zorgverleners
Palliatieve zorg kan worden verleend door artsen, verpleegkundigen, psychologen, geestelijk verzorgers en andere zorgverleners.

Slide 18 - Tekstslide

Beschrijf de verschillende professionals die betrokken zijn bij het verlenen van palliatieve zorg en benadruk het multidisciplinaire karakter ervan.
Beslissingen rondom het levenseinde
In de laatste levensfase kunnen er beslissingen genomen worden over bijvoorbeeld pijnbestrijding, levensverlengende behandelingen en euthanasie.

Slide 19 - Tekstslide

Leg uit dat er belangrijke beslissingen genomen kunnen worden in de laatste levensfase en benoem enkele voorbeelden.
Communicatie in de laatste levensfase
Open en eerlijke communicatie met de patiënt en zijn/haar naasten is essentieel in de laatste levensfase.

Slide 20 - Tekstslide

Benadruk het belang van communicatie en bespreek hoe openheid kan bijdragen aan het welzijn van de patiënt en zijn/haar naasten.
Rouw en verliesverwerking
Rouw is de emotionele reactie op het verlies van een dierbare. Het is een natuurlijke reactie op de dood.

Slide 21 - Tekstslide

Leg uit wat rouw is en dat het een normale reactie is op verlies. Bespreek kort enkele aspecten van rouwverwerking.
Belangrijke wet- en regelgeving
Er zijn wetten en regels die van toepassing zijn op thema's zoals euthanasie, orgaandonatie en testamenten.

WGBO: Wet Geneeskundige Behandel Overeenkomst

Slide 22 - Tekstslide

Beschrijf kort enkele belangrijke wetten en regels die relevant zijn in de context van sterven en de laatste levensfase.
Opdracht
- Welke symptomen kunnen ontstaan in de palliatieve fase en waardoor?
- Wat kun je hieraan doen als zorgverlener?
- Welke signalen moet je extra nauwkeurig observeren?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen in de palliatieve fase

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signalen stervensfase lichamelijk
Belangrijke signalen van de naderende dood zijn(pallialine, zorg in de stervensfase):
- niet of nauwelijks meer eten en drinken
- ernstige vermoeidheid en verzwakking leidend tot volledige bedlegerigheid (Karnofsky Performance Status ≤ 30)
- verminderde urineproductie
- snelle, zwakke pols
- koud aanvoelende, soms cyanotische extremiteiten, lijkvlekken
- spitse neus (de huid over neus en jukbeenderen verstrakt)
- verminderd bewustzijn, vaak tot uiteindelijk volledig verlies van bewustzijn enkele uren voor het overlijden
toenemende desoriëntatie, soms gepaard gaand met hallucinaties en terminale onrust (‘terminal restlessness' = terminaal delier)
- hoorbare, reutelende ademhaling
- onregelmatige ademhaling kort voor overlijden (Cheyne-Stokes-ademhaling)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve zorg is gericht op?
A
zo lang mogelijk blijven leven
B
kwaliteit van sterven
C
kwaliteit van leven
D
voorbereiden op een operatie

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve zorg heeft ook betrekking op de naasten van de zorgvrager
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een zorgvrager met een levensverwachting van minder dan drie maanden is terminaal.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kwaliteit van leven is ook afhankelijk van de normen en waarden van de zorgvrager
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als verzorgende/verpleegkundige in de terminale zorg hoor je op de hoogte te zijn van gewoontes rond sterven in de meest voorkomende religies
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De fase van palliatieve zorg zijn:
A
ziektegericht; symptoomgericht; palliatie in de stervensfase en nazorg
B
ziektegericht; palliatie in de stervensfase; symptoomgericht en nazorg

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het ziekteverloop in de palliatieve zorg bij iemand met hartfalen is:
A
korte periode van plotseling snelle achteruitgang
B
geleidelijke achteruitgang met tussentijdse ernstige episodes
C
langdurig geleidelijke achteruitgang

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Je maakt de leermodule in Digibib Palliatieve zorg, basis en verzorgende IG

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiten van de les
Neem even de tijd om na te denken over wat je tot nu toe hebt geleerd en welke vragen je nog hebt.

Slide 34 - Tekstslide

Stimuleer de leerlingen om na te denken over wat ze hebben geleerd en eventuele vragen te formuleren.
Dank je wel tot de volgende keer!

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 37 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Slide 38 - Link

Deze slide heeft geen instructies