Opdracht 3 nederlans trede 6 en 7

(Worden) jij gister kampioen?
Vervoeg worden in de goede tijd
1 / 15
volgende
Slide 1: Open vraag

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

(Worden) jij gister kampioen?
Vervoeg worden in de goede tijd

Slide 1 - Open vraag

(Lopen) jij vandaag naar school? Vervoeg het woord lopen

Slide 2 - Open vraag

ik had gister de toets (maken)
Vervoeg in de goeie tijd en vorm

Slide 3 - Open vraag

ik (vragen) wat er in de opdracht moest.
Vervoeg het woord vragen

Slide 4 - Open vraag

Ik (zwaaien) naar mijn oude klasgenoot
Zet zwaaien in de goede vorm

Slide 5 - Open vraag

Ik zit in de winkel en ik heb zin in een croissant.

Wat voor soort leenwoord is (croissant)?

Slide 6 - Open vraag

Ik ben in Nederland geboren en thuis wordt er ook Nederlands tegen mij gepraat. Maar mijn ouders zijn in Marokko geboren en hebben Marrokkaans geleerd.

Wat is mijn moedertaal?


Slide 7 - Open vraag

In Nederland kan je verschillende soorten Nederlands spreken.

Hoe noem je dat?

Slide 8 - Open vraag

Hoeveel alinea's heeft de tekst

Slide 9 - Open vraag

Waarnaar verwijst "er" in regel 1

Slide 10 - Open vraag

Wat betekent "auteursrecht" (alinea 5)

Slide 11 - Open vraag

Wat is de kernzin van alinea 2

Slide 12 - Open vraag

Wat is de tekstdoel
A
overhalen
B
overtuigen
C
informeren
D
activeren

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het verband van "maar"
(alinea 1)

Slide 14 - Open vraag

Wat is het verband van "en"
(alinea 5)

Slide 15 - Open vraag