Tekstdoelen en kernzinnen 2 B

Lezen blok  3 

Pak je chromeboek en log in.

Aanbod komen: Deelonderwerpen, leesmanieren, de tekstdoelen, tekstvormen, kernzinnen, hoofdgedachte van een tekst.

Je krijgt quizvragen en twee video's te zien.

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over school?

1. De dierenwinkel
2. De geschiedenis van voetbal
3. Pauzes in de aula
4. Zakgeld

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over een mobiel?

1. Prijs
2. Klimaat
3. Vakantiereizen
4. De woestijn

Wat is een deelonderwerp?

Bij grondig lezen, lees je de tekst:

1. Helemaal
2. Voor de helft
3. Nog niet
4. Alleen de tussenkopjes en titel.

Een kenmerk van zoekend lezen is:

1. Je bekijkt de tekst: titel, tussenkopjes, plaatjes.
2. Je zoekt de woorden op die je niet begrijpt.
3. Je leest de tekst intensief.
4. Je leest alleen het deel, waar je antwoorden vindt.

Wat is het doel van deze krantenartikelen?

1. Informeren
2. Overhalen/activeren
3. Instrueren
4. Overtuigen

Wat is het doel van dit recept?

1. Informeren
2. Overhalen
3. Amuseren
4. uitleg geven

Geef de kenmerken van een instructie

1. uitleg in stappen, vaak met afbeeldingen
2. rijmt altijd
3. is een stripverhaal
4. staan meningen in

Noem 4 kenmerken van een instructietekst (zie theorie blok 3 lezen)

Wat vertel je als je kort wilt vertellen waar een tekst over gaat?

1. Hoofdzaken
2. Bijzaken

Wat is de belangrijkste zin van alinea 2?

1. Het slotevenement van Dance4Life was afgelopen zaterdag in Ahoy, Rotterdam.
2. Als beloning voor hun inzet mochten tienduizend leerlingen naar dit evenement komen.
3. Hier dansten zij met jongeren uit 26 landen tegelijk tegen aids en hiv.
4. De jongeren werden per satelliet met elkaar verbonden.

De hoofdgedachte vind je:

1. In de inleiding
2. In de inleiding of het slot
3. In de kern of het slot
4. In de laatste zin

Het onderwerp van een tekst =

1. verwoord in een lange zin
2. verwoord in een hele alinea
3. verwoord in een enkel woord of een paar woorden

Hoofdzaken is het belangrijkste uit een tekst. Bijzaken zijn vaak:

1. Zaken die niets met de hoofdzaak te maken hebben.
2. voorbeelden of uitleg.
3. even belangrijk als de hoofdzaken

Aan de slag

Afmaken blok 3 "over taal"

blok 3  "lezen"

huiswerk woensdag 21 november = "over taal" blok 3 af

huiswerk maandag 26 november = : "lezen" blok 3 af