Materialen en stoffen - deel 1

Van welk materiaal kun je het beste een kachel ontwerpen?
A
rubber
B
staal
C
papier
D
kunststof
1 / 27
volgende
Slide 1: Quizvraag
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Van welk materiaal kun je het beste een kachel ontwerpen?
A
rubber
B
staal
C
papier
D
kunststof

Slide 1 - Quizvraag

Materialen en stoffen - deel 1
Je leert...
  • ...wat materialen en stoffen zijn
  • ...wat stofeigenschappen zijn
  • ...welke verschillende houtsoorten er zijn
  • ...wat duurzaam betekent

Slide 2 - Tekstslide

Gevaarlijke stoffen
Sommige stoffen zijn gevaarlijk, je kunt er bijvoorbeeld ziek van worden, er kan brand ontstaan of iets kan ontploffen.

Om aan te geven welk gevaar er dreigt bij bepaalde stoffen worden 
gevarensymbolen gebruikt.

Deze symbolen worden ook wel pictogrammen genoemd en worden gebruikt om te waarschuwen.

Slide 3 - Tekstslide

Op een fles verfverdunner staat:
Licht ontvlambaar. Schadelijk bij inademing, opname door de mond en aanraking met de huid.
Welke pictogrammen horen op de fles verfverdunner te staan?
D
C
B
A
A
pictogrammen A en B
B
pictogram B en C
C
pictogrammen C en D
D
pictogrammen A en D

Slide 4 - Quizvraag

Een bank van textiel
Een bank van beton en hout

Slide 5 - Tekstslide

Het bankje in de woonkamer is gemaakt van een heel ander materiaal dan het bankje in het park. Waarom zou dat zo zijn?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

STOF-EIGENSCHAPPEN?
Soms is een materiaal of stof totaal niet geschikt om er iets van te maken.

In dat geval heeft het materiaal niet de juiste
stof-eigenschappen!




Slide 9 - Tekstslide

WELKE STOF-EIGENSCHAPPEN?
Stoffen kun je herkennen aan hun stofeigenschappen.

STOFEIGENSCHAPPEN:
Fase, kleur, geur, smaak, brandbaarheid, doorzichtigheid, giftigheid, hardheid, kookpunt en smeltpunt.

Slide 10 - Tekstslide

Wat was de FASE van een stof ook alweer?
A
of een stof vloeibaar of vast of gasvormig is
B
of een stof in de puberteit zit
C
of een stof geschikt is om er iets van te maken
D
of een stof sterk genoeg is

Slide 11 - Quizvraag

Welke stof zie je hiernaast afgebeeld?
A
ijzer
B
lood
C
goud
D
zilver

Slide 12 - Quizvraag

Welke stof zie je hiernaast afgebeeld?
A
ijzer
B
lood
C
goud
D
zilver

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de OVEREENKOMST tussen de goudstaaf en de gouden ring?
A
Fase, kleur, geur, smaak, brandbaarheid, doorzichtigheid, giftigheid, hardheid, etc....
B
Ik heb geen enkel idee...

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het VERSCHIL tussen de goudstaaf en de gouden ring?
A
ik heb geen enkel idee...
B
de vorm en de hoeveelheid natuurlijk!

Slide 15 - Quizvraag

WELKE STOF-EIGENSCHAPPEN?
STOFEIGENSCHAPPEN:
Fase, kleur, geur, smaak, brandbaarheid, doorzichtigheid, giftigheid, hardheid, kookpunt en smeltpunt.

VORM en HOEVEELHEID (MASSA) zijn dus GÉÉN
stofeigenschappen

Slide 16 - Tekstslide

Waarom is de massa (hoeveelheid) van een stof geen stofeigenschap?

Slide 17 - Open vraag

HOUTSOORTEN?

Slide 18 - Tekstslide

ZACHTHOUT?
stofeigenschappen:

  • naaldbomen (den, spar, lariks)
  • groeit snel
  • zacht
  • gemakkelijk te bewerken
  • beschadigt heel snel
  • rot snel
  • moet bijna altijd geverfd worden
  •  goedkoop
  • Niet duurzaam (gaat niet lang mee)

Slide 19 - Tekstslide

HARDHOUT?
stofeigenschappen:

  • loofbomen (eik, beuk, esdoorn)
  • groeit langzaam
  • hard
  • moeilijk te bewerken
  • beschadigt bijna niet
  • rot niet
  • hoeft niet geverfd te worden
  • duurzaam (gaat heel lang mee)

Slide 20 - Tekstslide

Je ontwerpt een bankje voor het schoolplein. In het PVE staat dat het gemaakt moet worden van hout.

Welke houtsoort kun je het beste gebruiken?
A
zachthout
B
hardhout

Slide 21 - Quizvraag

Je bouwt een tuinhuisje, maar je hebt alleen zachthout dat je kan gebruiken.

Wat moet je als laatste doen om het huisje te beschermen tegen weer en wind?
A
het huisje iedere dag binnen zetten
B
het hout behandelen (verven of beitsen)
C
een afdak bouwen waar het huisje onder kan staan
D
meer schroeven en spijkers gebruiken

Slide 22 - Quizvraag

STOFFEN HERKENNEN?

Zou je een stof kunnen herkennen aan alleen de stofeigenschappen?

Slide 23 - Tekstslide

Wat ben ik? Ik ben een vaste stof, los op in water, smelt bij verwarmen, je kunt me eten, mijn kleur is wit, ik heb geen geur en ik smaak zoet....

Slide 24 - Open vraag

Wat ben ik? Ik ben vloeibaar, mijn kleur is wit en niet doorzichtig, ik bederf of word zuur, mijn smaak verandert bij opwarmen en ik ben niet giftig....

Slide 25 - Open vraag

Wat ben ik? Ik ben gasvormig, je kunt me niet zien en je kunt me niet ruiken maar je hebt me heel hard nodig om te kunnen leven...

Slide 26 - Open vraag

Opdracht
Kies 3 stoffen of materialen die in de klas staan.
Schrijf van elke stof of materiaal zoveel mogelijke stofeigenschappen op.

Slide 27 - Tekstslide