3.2 - Materialen en stoffen - deel 1
Van welk materiaal kun je het beste een kachel ontwerpen?
A
rubber
B
staal
C
papier
D
kunststof
1 / 24
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Van welk materiaal kun je het beste een kachel ontwerpen?
A
rubber
B
staal
C
papier
D
kunststof
Slide 1 - Quizvraag
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Het bankje in de woonkamer is gemaakt van een heel ander materiaal dan het bankje in het park. Waarom zou dat zo zijn?
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Wat was de FASE van een stof ook alweer?
A
of een stof vloeibaar of vast of gasvormig is
B
of een stof in de puberteit zit
C
of een stof geschikt is om er iets van te maken
D
of een stof sterk genoeg is
Slide 8 - Quizvraag
Welke stof zie je hiernaast afgebeeld?
A
ijzer
B
lood
C
goud
D
zilver
Slide 9 - Quizvraag
Welke stof zie je hiernaast afgebeeld?
A
ijzer
B
lood
C
goud
D
zilver
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de OVEREENKOMST tussen de goudstaaf en de gouden ring?
A
Fase, kleur, geur, smaak, brandbaarheid, doorzichtigheid, giftigheid, hardheid, etc....
B
Ik heb geen enkel idee...
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het VERSCHIL tussen de goudstaaf en de gouden ring?
A
ik heb geen enkel idee...
B
de vorm en de hoeveelheid natuurlijk!
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Waarom is de massa (hoeveelheid) van een stof geen stofeigenschap?
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Je ontwerpt een bankje voor het schoolplein. In het PVE staat dat het gemaakt moet worden van hout.
Welke houtsoort kun je het beste gebruiken?
Welke houtsoort kun je het beste gebruiken?
A
zachthout
B
hardhout
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Je bouwt een tuinhuisje, maar je hebt alleen zachthout dat je kan gebruiken.
Wat moet je als laatste doen om het huisje te beschermen tegen weer en wind?
Wat moet je als laatste doen om het huisje te beschermen tegen weer en wind?
A
het huisje iedere dag binnen zetten
B
het hout behandelen (verven of beitsen)
C
een afdak bouwen waar het huisje onder kan staan
D
meer schroeven en spijkers gebruiken
Slide 20 - Quizvraag
Wat ben ik? Ik ben een vaste stof, los op in water, smelt bij verwarmen, je kunt me eten, mijn kleur is wit, ik heb geen geur en ik smaak zoet....
Slide 21 - Open vraag
Wat ben ik? Ik ben vloeibaar, mijn kleur is wit en niet doorzichtig, ik bederf of word zuur, mijn smaak verandert bij opwarmen en ik ben niet giftig....
Slide 22 - Open vraag
Wat ben ik? Ik ben gasvormig, je kunt me niet zien en je kunt me niet ruiken maar je hebt me heel hard nodig om te kunnen leven...
