Kerstquiz zintuigen
1 / 19
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Waar vind je de druksensoren?
A
in de aortaboog
B
in de halsslagader
C
in de wand van de bloedvaten
D
in de kransslagaders
Slide 2 - Quizvraag
Waar bestaat reukslijmvlies uit?
A
uit steuncellen en reukzintuigcellen
B
uit reukzintuigcellen en bindweefselcellen
C
uit geurzintuigcellen en steuncellen
D
uit trilhaarcellen en reukzintuigcellen
Slide 3 - Quizvraag
Wat is negatieve adaptatie (bij geur?)
A
via de reukzintuig ruikt men gasvormige stoffen
B
via de reukzintuig ruikt men in water opgeloste stoffen
C
een bep. vieze lucht blijft in de neus hangen
D
na een paar minuten merkt men een bepaalde lucht niet meer op
Slide 4 - Quizvraag
Waar bevinden zich de inwendige pijnsensoren
A
in de wand van de lever en de hersenschors
B
in de wand van de maag en de hersenschors
C
in de wand van de slokdarm en de hersenvliezen
D
in de wand van de maag en de hersenvliezen
Slide 5 - Quizvraag
Het minder gevoelig worden van een zintuig heet:
A
Prikkeldrempel
B
Negatieve adaptatie
C
Positieve adaptatie
D
Adaptatievermogen
Slide 6 - Quizvraag
Deel van het netvlies met de meest lichtgevoelige zintuiges (kegeltjes)
A
Gele vlek
B
Blinde vlek
C
Pupil
D
Oogzenuw
Slide 7 - Quizvraag
wat is een kenmerk van een synaps?
A
Het is het uiteinde van een dendriet
B
Het werkt als eenrichtingsverkeer
Slide 8 - Quizvraag
Hoe noem je de holten in de hersenen?
A
Ventrikels
B
Sinussen
Slide 9 - Quizvraag
Welk hormoon produceert de pijnappelklier?
A
Melatonine
B
oxytocine
Slide 10 - Quizvraag
Zijn er meer staafjes of meer kegeltjes
A
meer staafjes
B
meer kegeltjes
Slide 11 - Quizvraag
hoe word het binnenoor genoemd?
timer
1:00
Slide 12 - Open vraag
welke gehoorbeentje komt het eerst?
timer
1:00
Slide 13 - Open vraag
Een ganglion is een zenuwknoop in het centrale zenuwstelsel.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Een netwerk van gemyeliniseerde axonen noemen we een plexus?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quizvraag
De synaps bevindt zich bij de overgang van de ene zenuwcel naar de andere zenuwcel.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de functie van sensoren?
A
doorgeven van impulsen aan het zenuwstelsel
B
vertalen van prikkels in elektrisch impulsen
C
opvangen van impulsen
D
alle drie de antwoorden zijn goed
Slide 17 - Quizvraag
Een andere naam voor cornea is
A
hoornvlies
B
ooglens
C
harde oogvlies
D
regenboogvlies
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de functie van oorsmeer
A
versnelt geleiding van het geluid naar het trommelvlies
B
geeft stevigheid aan de uitwendige gehoorgang
C
houdt het trommelvlies soepel
D
versterkt het geluid in de gehoorgang
