Les 2 HVM hoofdstuk 5

1 / 44
volgende
Slide 1: Video
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij over het zenuwstelsel?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Het zenuwstelsel
  • Bestaat uit zenuwweefsel
  • Vormt samen met andere weefsels een netwerk 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De functies van het zenuwweefsel
  • Het vangt prikkels op
  • Verwerkt ze 
  • Geeft impulsen door
  • Begeleiden van de antwoordprikkels = reactie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Ziet hier een neuron
Cellichaam -> Elk neuron heeft een cellichaam waarin zich de kern bevindt. Op deze plaats worden de substanties aangemaakt die nodig zijn voor het onderhoud en de functie van een zenuwcel.
Celkern -> In de kern is de genetische code, ofwel het DNA opgeslagen, die bepaalt hoe de cel zich ontwikkelt en werkt.
Dendrieten -> Meerdere korte celuitlopers, deze geleiden de impuls naar het cellichaam.
Axon -> één lange uitloper die zich uitstrekt naar een ander neuron, spier of klier.
Myeline -> Wit vettig materiaal dat zich om het axon bevindt en onder andere dient ter isolatie. De myeline maakt snellere impulsgeleiding mogelijk.
Synaps -> Is een speciaal gebied waar de zenuwprikkels van de ene zenuw overgaan op de andere. Hier kunnen twee zenuwcellen communiceren. Dit gebeurt door het vrijkomen van chemische stoffen, de neurotransmitters.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neurieten/axonen
  • een  aanwezig
  • geleiden prikkels af
  • beschermt door de myelineschede
  • lange uitlopers

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dendrieten
  • Korte uitlopers
  • geleiden prikkels naar het zenuwlichaam toe
  • Meerdere dendrieten in een zenuwcel 

Slide 8 - Tekstslide

via de dendriet neemt de zenuwcel druk waar
deze prikkel wordt langs de axon ofwel de neurieten geleid en via de synaps doorgegeven aan een volgende zenuwcel

Slide 9 - Tekstslide

Dendrieten ontvangen impulsen (prikkels), 
het cellichaam verwerkt de impulsen (prikkels) 
de axon verzendt impulsen (prikkels). De plek waar de impulsen (prikkels) overspringen naar de volgende zenuwvcel wordt de synaps genoemd. Dit gebeurt door de chemische stof neurotransmitter. Neurotransmitter stimuleerd de prikkelgeleiding.
Myelineschede/
mergschede
  • vetachtige stof met een isolerende werking 

Slide 10 - Tekstslide

Met mergschede omhulde axonen/neurieten noem je ook wel dikke vezels of onthoud deze gemyeliniseerde vezels. zorgen voor snelle prikkelgeleiding rustige en zachte massage technieken.
Ongemeyeleiniseerde dunne vezels zijn niet omgeven door een mergschede trage geleiding MS vb
gewebschwach hardere scherpere techniek

Bindweefseltechnieken
Dikke vezels (gemyeliniseerde)
  • Geprikkeld door rustige zachte massage technieken 
  • Prettige en ontspannen ervaring
Dunne vezels (ongemeyliniseerde)
  • Geprikkeld door harde scherpe technieken
  • “pijn sensatie” niet juist maar “weefselschade’
  • Schade wordt geregistreerd
  • Kan reflexkringen in het zenuwstelsel opstarten
  • Fehl reactie


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Climb the mountain
Je mag naar de volgende site gaan:
https://nearpod.com/ 
en de volgende code invullen bij student login
PBCJ7

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Motorische eindplaatje
Dit is een synaps die zich bevindt op de overgang tussen spiercellen en motorische zenuwvezels, en die zorgt dat het zenuwsignaal wordt omgezet in een signaal waardoor de spier gaat samentrekken.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De verschillende zenuwen
  • Sensorische zenuwcellen (gevoelszenuw): hier gaan prikkels vanuit de zintuigen/huid/slijmvliezen naar de hersenen
  • Motorische zenuwcellen (bewegingszenuw): geleiden de prikkels/opdrachten vanuit de hersenen naar spieren en klieren.
  • Gemengde zenuwen zijn zenuwen die zowel motorische als sensorische zenuwen bevatten.

Slide 16 - Tekstslide

Denk hierbij aan een ruggenmergzenuw, deze moet namelijk sensorische en motorische informatie kunnen ontvangen en verzenden zodat armen en benen kunnen functioneren. Ze kunnen met elkaar communiseren door middel van schakelneuronen.
Grensstrengen
Impulsen vanuit het ruggenmerg worden via deze grensstrengen naar de organen geleid. De grensstrengen komen in tweevoud voor: zowel links als rechts van de wervelkolom en bestaan uit zenuwknopen, ook wel ganglia genoemd. Vanuit deze ganglia lopen zenuwen naar de organen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zonnevlecht/
Plexis solaris
PLEXUS betekent VLECHT
 De plexus solaris ligt boven in de buikholte tussen de alvleesklier en de grote lichaamsslagader. 

De plexus solaris is een vlechtwerk van zenuwen die als zonnestralen naar de organen in de buikholte lopen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prikkelontvangers
Receptoren
  • Lichaampjes van Meissner 
  • Lichaampjes van Merkel 
  • Lichaampjes van Vater-pachini

  • Zintuigen

Slide 19 - Tekstslide

warmte, koude, druk of pijn. De grote lichaampjes van Vater-Pacini liggen in het binnenste deel van de huid Deze receptoren zijn gevoelig voor druk en voorzien de hersenen van informatie over waar en hoe het lichaam beweegt.  

lichaampjes van Meissner liggen verspreid door belangrijke delen van het lichaam, zoals de vingertoppen en handpalmen. Het zijn de eindorgaantjes van de ‘tastzenuwen’ in de huidpapillen en hun belangrijkste functie bestaat uit het geven van waarschuwingen aan het lichaam over wanneer en waar de huid wordt aangeraakt. 
De cellen van Merkel zijn platte orgaantjes die door het hele lichaam zijn verspreid in dezelfde gebieden als de lichaampjes van Meissner. Men neemt aan dat wanneer de receptoren worden gestimuleerd, er een gestage stroom impulsen vanuit deze receptoren naar de hersenen wordt gestuurd. De hersenen worden zo geïnformeerd over aanraking. De meest raadselachtige receptoren zijn de Ruffini lichaampjes en de lichaampjes van Krause. 
deze receptoren fungeren als het alarmsysteem van het lichaam. Ze zijn gevoelig voor warmte, koude, druk en pijn.
Wat maakt prikkeloverdracht mogelijk
Om een prikkeloverdracht mogelijk te maken ontstaat er als reactie op een prikkel een neurotransmitter

  • Acetylcholine werkt bloedvatverwijdend
  • Nor-adrenaline werkt bloedvatvernauwend

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quizz
Ga naar:
https://quizlet.com/_91i1zq?x=1qqt&i=34p1t4
en kies voor de optie combineren

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Centrale zenuwstelsel
  • Hersenen
  • Ruggenmerg 

Slide 23 - Tekstslide

zenuwstelsel naar ligging
Perifere stelsel
  • Hersenzenuwen 
  • Ruggenmergzenuwen
     

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Animale/somatische

  • Staat onder de invloed van wil 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vegetatief/autonoom
  • Alle onwillekeurige functies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies grote hersenen
Centra van……..

  • Gevoel
  • Verstand
  • Geheugen
  • Bewustzijn
  • Willekeurige motoriek
  • Coördineren van sensorische informatie
  • Het animale zenuwstelsel




Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleine hersenen
  • De kleine hersenen (cerebellum) liggen aan de achterkant van ons hoofd, onder de grote hersenen. 
  • Ze zijn met 3 takken verbonden met de hersenstam. 
  • De kleine hersenen coördineren de houding en beweging. Samen met het evenwichtsorgaan. 

Slide 29 - Tekstslide

Samen zorgen ze ervoor dat de juiste dosering prikkels bij de spieren aankomt.
3

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:08
De grote hersenen ontvangen en verwerken alle informatie om je heen en in je lichaam met behulp van zintuigen
A
Waar
B
Niet waar
C
D

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

00:25
Wat zorgt ervoor dat je kan zien, horen, voelen, ruiken en proeven
A
Sensibele centra
B
Sensorische centra
C
Motorische centra

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:04
Niet alleen de grote hersenen zijn betrokken bij beweging. De kleine hersenen zijn belangrijk bij..
A
Evenwicht en aansturing
B
Bewegen
C
Evenwicht en coördinatie van bewegingen
D
Coördinatie van bewegingen

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De hersenstam
  • Uittredingsplaats van de hersenzenuwen
  • in de hersenstam ligt het ademcentrum
  • geleidt prikkels van en naar de grote en de kleine hersenen 
  • Ademhaling en hartcentrum

Slide 34 - Tekstslide

Ligt tussen de hersenen en het ruggenmerg in.
Op de overgang van hersenstam naar ruggenmerg vindt de kuising van de zenuwen plaats (piramidebanen)
In het midden ligt de hypofyse

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het ruggenmerg bestaat uit:
  • Een centraal kanaal met ruggenmergvocht in het midden
  • Grijze stof van zenuwcellen in de vorm van een H 
  • Witte stof van de zenuwvezels
  • De ruggenmergvliezen en  ruggenmergvocht ter bescherming 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Functies van het ruggenmerg
Het ruggenmerg heeft een functie als;
geleidingsorgaan
reflexorgaan
Zenuwvezels treden uit en via:
  • Zijhoorns
  • Grensstrengen
  • Zonnevlecht


Ze voegen zich bij de motorische zenuwvezels (voorwortel borstzijde)

En de sensibele vezels (achterwortel rugzijde)

Treden buiten het ruggenmerg als gemengde zenuw

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw ruggenmerg
  • Centraal kanaal (ruggenmergvocht) 
  • grijze stof (zenuwcellen H)
  • witte stof ( zenuwvezels)
  • ruggenmervliezen met ruggenmergvocht als beschermende laag 

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functieherstel
  • Plasticiteit: andere neuronen nemen functies over
  •  Beschadigde neuronen (zenuwcellen) binnen de schedel kunnen niet meer herstellen
  • Beschadigde neuronen binnen de wervelkolom kunnen zich niet meer herstellen

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk onderwerp wat voorbij is gekomen begrijp je niet?

Slide 43 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies