In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
versieren
Biologie
Slide 1 - Tekstslide
Vertel: Vandaag gaan we kijken hoe vogels elkaar versieren. Maar wat is dat eigenlijk 'versieren'? Doe: Vraag in de klas rond wat de leerlingen vinden vallen onder het woord 'versieren'. Benoem eventueel zelf voorbeelden hoe mensen dat doen: elkaar een bosje bloemen geven, chocolaatjes, een serenade voor iemand zingen, complimentjes geven , etc.
Officiële definitie versieren: "Versieren is een vorm van communicatie tussen twee mensen met als doel een liefdesrelatie".
Vertel: Maar niet alleen mensen doen dat, dieren doen dat ook. Allemaal op hun eigen manier. Zo ook vogels.
Lestip: Misschien vind je dit een spannend onderwerp om te behandelen. Vaak worden leerlingen er juist enthousiast van! Maak vooraf afspraken met leerlingen over elkaar uit laten praten, elkaar niet uitlachen en elkaars mening respecteren. Gebruik neutraal taalgebruik of maak afspraken over gebruik van bepaalde woorden.
Biologie momentje
Vogels kijken!
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
www.vogelbescherming.nl
Slide 3 - Link
Deze slide heeft geen instructies
Versieren?
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wanneer gaan vogels elkaar versieren?
A
lente
B
zomer
C
herfst
D
winter
Slide 5 - Quizvraag
Vraag: Wanneer gaan vogels elkaar versieren? Antwoord: In de lente, tussen maart en juni, worden de dagen steeds langer. Dan is er steeds meer zon. Daar krijgen vogels veel energie van. Hierdoor krijgen ze extra veel zin om elkaar te gaan versieren.
Hoe zouden vogels elkaar verleiden?
Slide 6 - Open vraag
Vertel: We hebben net besproken hoe mensen elkaar verleiden, maar hoe zouden vogels dat doen? Doe: Start een gesprek met de antwoorden die de leerlingen geven.
Antwoord: Vogels verleiden elkaar eigenlijk in drie stappen. In de volgende slides komen die drie stappen aan bod.
Stap voor stap verleiden
Stap 1: een mooi plekje vinden: genoeg voedsel en veilig. Veel vrouwelijke vogels worden verleid door een man die voor voedsel kan zorgen. Want als het vrouwtje op de eieren zit, moet het mannetje voor het eten zorgen. Het is daarom belangrijk dat vogels een plekje zoeken om te nestelen waar genoeg voedsel in de omgeving is.
1
Stap 2: verdedig je erf. Wanneer hij een plekje heeft, zal de vogel die goed verdedigen. Dit kunnen ze doen door indringers aan te vallen of door fel te zingen: "Blijf van mijn erf!".
2
Stap 3: Versieren Dan is het tijd om alle charmes in de strijd te gooien. Ze voeren allerlei verschillende trucjes uit om de ander te verleiden. Dit noemen ze baltsen, ook wel hofmaking. Bekijk de volgende slides om te zien hoe ze dat doen.
3
Slide 7 - Tekstslide
Doe: Klik op de drie hotspots en kom erachter welke drie stappen vogels gebruiken voordat ze gaan verleiden.
Wist je dat: vogelkoppels van hetzelfde geslacht vaker voorkomen dan bij andere diersoorten? Bij 130 vogelsoorten is bekend dat er homoseksuele vogelkoppels zijn. Denk bijvoorbeeld aan de zwaan of pinguïn.
Vogelzang
tjiftjaf
houtduif
merel
roodborst
Slide 8 - Sleepvraag
Sleepvraag Vertel: Vogels gebruiken hun mooie stemmen om het erf te verdedigen, maar ook om te flirten. De zang gebruiken ze voorafgaand en in het begin van de broedtijd. Hier zien we vier vogels. (v.l.n.r. tjiftjaf, houtduif, merel, roodborst) Doe: Laat eerst de geluidsfragmenten van links naar rechts klassikaal horen. Sleep vervolgens (klassikaal of individueel) het juiste zangfragment naar de bijbehorende vogel.
Zang van de liervogel
Slide 9 - Tekstslide
Video
Vertel: Deze vogel imiteert geluiden van alles om hem heen. Andere vogels, maar ook camera's en kettingzagen. Dit doet hij om aandacht te trekken van de vrouwtjes.
Waarom zijn vogels met intense kleuren aantrekkelijk?
Slide 10 - Open vraag
Openvraag
Vertel: Hier zijn wij een mannetjes pauw. Pauwen staan bekend om hun felle kleuren en prachtige veren die zij opsteken om aandacht te trekken van de vrouwtjes. Zij vinden vogels met felle, intense kleuren erg aantrekkelijk.
Vraag: Waarom zou dat zou zijn?
Antwoord: 1. Zijn felle kleur betekent dat hij goed eet. Hoe minder de vogel eet, hoe valer (minder fel) zijn kleur. Hij kan dus goed voedsel zoeken of heeft een terrein met veel voedsel. 2. Dit betekent dat, ondanks dat ze opvallend zijn, ze zichzelf goed kunnen beschermen. Hij kan dus zijn toekomstige kinderen goed beschermen. 3. Het vrouwtje wil sterke, gezonde jongen en kiest daarom voor een sterk uitziende, gezonde vader.
Vraag: Ken jij nog meer vogels met felle kleuren? Welke? (Vb. kolibrie, papegaai, ara's, halsbandparkiet).
Dansen
Geelbroekmanakin - moonwalk
Japanse kraanvogel - winter ballet
Slide 11 - Tekstslide
Vertel: Er zijn ook vogels die een soort dansvoorstelling voor de ander uitvoeren. Zie hier de geelbroekmanakin en de Japanse kraanvogel.
Doe: Speel de twee video's achter elkaar af.
Vraag: Zou jij een dans doen om iemand te verleiden? Hoe zou die eruit zien?
Eventuele opdracht: Laat de leerlingen individueel of in groepjes van 2-3 een dans maken a.d.h.v. de video's die ze zojuist hebben gezien. Hoe zou hun verleidingsdans eruit zien?
Blijven vogels trouw aan elkaar?
A
ja
B
nee
Slide 12 - Quizvraag
Vraag: Blijven vogels trouw aan elkaar? Antwoord: Ja en nee, dit verschilt per vogelsoort. Zo blijft de wilde zwaan (de witte zwanen die wij in Nederland kennen) als ze eenmaal samen zijn altijd bij elkaar. Bij zwarte zwanen is dit bijvoorbeeld al anders. Zij lijken een trouw paar, maar de vrouwtjes zwaan gaat er soms ook met een andere mannelijke zwaan vandoor. Wel keren ze daarna weer terug bij hun oorspronkelijke man.
Vogelsoorten die langere tijd samen een paartje vormen, noemen we monogaam.
Nesten
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Stap voor stap
nest maken en eieren leggen
verleiden
broeden
Slide 15 - Tekstslide
Informatieve slide
Vertel: Bij vogels groeit het kuiken in het ei. Het vogelkoppel bouwt eerst een nest. Dan paren ze en dan legt
het vrouwtje eieren. Om de beurt zitten ze voorzichtig op de eieren. Broeden noemen we dat.
Vraag: Waarom doen ze dat, broeden?
Antwoord: Om de eieren warm te houden.
Warme materialen en isolatie
Welke materialen isoleren goed?
Wat is isolatie?
Welke materialen isoleren niet goed?
Slide 16 - Tekstslide
Informatieve slide
Vertel: Veel vogels bekleden hun nest met allerlei
materialen uit de natuur en soms zelfs uit de afvalbak. Waarom doen vogels dat?
Antwoorden: Ze gebruiken de materialen
om de eieren te beschermen, warm te houden en te camoufleren; soms verzamelen
mannetjesvogels mooie bladeren of bessen om hun nest mee te versieren en daarmee vrouwtjes te lokken.
Extra onderzoeksopdracht: De leerlingen gaan onderzoeken welke materialen hun eigen nest zo warm mogelijk zullen houden. Stel dat je jouw
eigen nest zou moeten bekleden, welk materiaal zou je dan kiezen om de eieren warm te houden? Open de bijlage 'Nesten en nestkasten - Een warm nest' en voer deze opdracht uit.
Wat zit er in het ei?
eiwit
kalkschaal
dooier
luchtkamer
kiemvlek of vormingsdooier
Slide 17 - Tekstslide
Kijkafbeelding
Vraag: Maar wat zit er dan in dat ei? Doe: Kijk of de leerlingen al verschillende onderdelen kunnen benoemen. Klik daarna de hotspots aan. Wat wisten ze al? Wat is nieuw?
Onderdelen:
Kalkschaal: De buitenste laag van een ei.
Eiwit: bestaat voor 90% uit water en beschermt de kiem.
Dooier: het eten waarvan het embryo (eerste fase van een baby) moet gaan groeien.
Kiemvlek: De kiemvlek is de plaats waar het ei wordt bevrucht. Ook als er geen bevruchting is, is er een kiemvlek, alleen zal er dan geen kuikentje uitgroeien.
Luchtkamer: Als de kuiken klaar is om uit te komen, haalt hij hier zijn eerste happen lucht uit.
Extra: Neem zelf een gekookt ei en een ongekookt ei mee. Snij het gekookte ei door midden en sla het ongekookte ei voorzichtig stuk in een doorzichtig bakje. Laat het bakje langs gaan. Welke verschillen zijn zichtbaar? Wat kunnen de leerlingen zien? (Het witte deel: het eiwit, het gele deel: de dooier) Vraag: waar komt het kuiken uit? Hoe kan het kuiken ademen in het ei?
Zijn alle eieren even groot?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quizvraag
Quizvraag
Vraag: Zijn alle eieren even groot?
Antwoord: Nee. Niet alle vogeleieren zijn hetzelfde. De grootte en kleur van de schalen
verschillen, omdat vogelsoorten ook verschillen: hoe groter de vogel hoe groter het ei. Maar ze zijn bijna allemaal ovaal met aan één kant een wat puntiger uiteinde. Doe: Ga naar de volgende slide om verschillen tussen eieren te bekijken.
Zoek de verschillen
Goudhaantje Het kleinste ei van Nederland. Ze zijn maar 13 bij 10 millimeter.
Struisvogel Het grootste ei is van de struisvogel. Die weegt wel 2 kilo! Dat zijn ongeveer 40 kippeneieren.
Kievit De eieren van de kievit hebben een soort schutkleur. Zo vallen ze niet op in hun omgeving. Ook zijn ze een beetje peervormig.
Slide 19 - Tekstslide
Kijkafbeelding
Vertel: Niet alle eieren zien er hetzelfde uit. Doe: Klik op de hotspots en zoek de verschillen tussen de verschillende eieren.
Goudhaantje: Het kleinste ei van Nederland. Ze zijn maar 13 bij 10 millimeter.
Struisvogel: Het grootste ei is van de struisvogel. Die weegt wel 2 kilo! Dat zijn ongeveer 40 kippeneieren.
Kievit: De eieren van de kievit hebben een soort schutkleur. Zo vallen ze niet om in de omgeving. Ook zijn ze een beetje peervormig.
Van ei tot ooievaar
Slide 20 - Tekstslide
Video
Ooievaars leggen bijvoorbeeld iets grotere eieren, want dit zijn grote vogels. In deze video is het hele broedproces van de ooievaar in beeld: de paring, de nestbouw, eieren leggen, uitkomen van de eieren, het voeren van de kuikens, het opgroeien van de kuikens en uitvliegen.
Het nest verlaten
nestvlieder
nestblijver
Slide 21 - Sleepvraag
Vertel: Sommige vogels leggen hun eieren in een holte, struik of boom hoog boven de grond. Andere vogels
leggen hun eieren laag, op de grond. Omdat deze grondnesten makkelijker te vinden zijn door vossen, roofvogels en andere dieren die kuikens eten, moeten de meeste kuikens die laag bij de grond geboren worden, snel met hun ouders mee kunnen lopen of zwemmen en snel zelf eten kunnen vinden. Het kuiken dat snel veel zelf moet doen, noemen we een nestvlieder. Het kuiken dat eerst nog een tijdje in het nest zit, noemen we een nestblijver.
Vraag: Kijk naar de plaatjes. Welk kuiken is de nestvlieder? Welke de nestblijver?
Doe: Sleep het juiste antwoord naar het bijbehorende plaatje.
Antwoord: De bovenste afbeelding is een koolmees. Die is een nestblijver. De onderste afbeelding is een kievit. Die is een nestvlieder.
Vraag: Ben jij en nestvlieder of nestblijver? Antwoord: Kinderen zijn nestblijvers.
00:32
sleep de vogel naar het juiste nest
Slide 22 - Sleepvraag
Sleepvraag Vertel: Zojuist zagen jullie een paar vogels. Allen hadden zij verschillende nesten. Welke vogels waren dit ook alweer? Antwoord: (v.l.n.r. slechtvalk, reiger, fuut, ooievaar) Vraag: Welke vogel hoort bij welk nest? Doe: Sleep (klassikaal of individueel) de vogels naar hun juiste nest.
01:14
op welke manieren kun je een ei warm houden?
Slide 23 - Open vraag
Openvraag
Vertel: In de video zagen we verschillende manieren hoe vogels hun eieren proberen warm te houden.
Vraag: Wie kan mij één of meerdere manieren vertellen hoe zij dat deden?
Antwoord:
- Door erop te zitten. (uil)
- Een nestje bouwen met zachte, warme materialen. (koolmees)
- Vaker het nest aan te vullen met nieuwe takjes (ooievaar).
- De eieren zo nu en dan heel voorzichtig om draaien, zodat alle kanten warm blijven. (slechtvalk)
gekke nestplaatsen
Slide 24 - Tekstslide
Kijkafbeelding
Vertel: Niet alle vogels nesten in bomen, struiken, nestkasten of tussen het gewas. Soms kiezen ze hele leuke, maar aparte nestplaatsen uit.
Doe: Bekijk de foto's. Klik op de hotspot met de verrekijker voor de volgende foto. Kunnen jullie herkennen waarin deze vogels hun nestjes hebben gemaakt?
Antwoord: Brievenbus, onder een fietszadel, kastenlades tussen de petunia's, tussen de bloemen van de magnolia.
ooievaars en nesten
Slide 25 - Tekstslide
Informatieve slide
Vertel: Dit zijn ooievaars. Ooievaars leggen meestal 3 tot 5 eieren. (Hebben jullie het al over maanden gehad? Vertel dan dat ze broeden tussen maart en juli. Vertel in welke maand jullie nu zijn). Daarvoor moeten ze een groot nest hebben, want ooievaars zijn grote vogels. Vraag: Wat vind je opvallen aan dit nest van de ooievaar? (rommelig, netjes, groot, klein, waarvan het is gemaakt)
Doe: Klik op de hotspot met een 'i'. Er verschijnt dan een foto van een kippenei (links) en een ooievaarsei (rechts). Vertel: Hier zie je een kippenei links en een ooievaarsei rechts. Ondanks dat een ooievaar veel groter is dan een kip, is het ei niet veel groter. (Natuurlijk is het ene ei net iets groter dan de ander. Dit geldt zowel bij kippen als bij ooievaars). Doe: Klik op de hotspot met een 'i'. Er verschijnt dan een foto van een ooievaarsnest die op een schoorsteen staat. Vertel: Dit ooievaarsnest staat op een schoorsteen. Ooievaarsnesten staan vaak op hoge plekken. Vraag: Waar zou je op moeten letten als je een ooievaarsnest maakt?
Antwoord:
Er moet voedsel in de buurt zijn. (Thuis wil je ook graag niet dat je heel ver naar de koelkast moet lopen).
Genoeg ruimte om in en uit te vliegen voor de ouders. (Het is thuis ook niet handig wanneer er iets in de weg staat zodat je niet naar binnen kan).
Op tijd beginnen met bouwen. Ooievaars zijn er al vanaf februari en broeden vanaf maart.
Het nest moet groot genoeg zijn voor de eieren en voor de baby ooievaars. Voordat ze uitvliegen, moeten de ooievaars er nog inpassen. De meeste nesten zijn daarom wel bijna 1,5e meter breed.
Materiaal nesten zijn meestal gemaakt van wilgentakken. Die kun je namelijk goed ombuigen.
Extra: Klik op de hotspot met het geluidsteken om de zang van de ooievaar te horen. Extra informatie: Ooievaars broeden één keer per jaar één leg. Ze leggen maar één keer in dat seizoen dat jaar eieren. Meestal leggen ooievaars 3-5 eieren. Het vrouwtje zit wel 33 tot 34 dagen op de eieren voordat ze uitkomen.
uil
Slide 26 - Tekstslide
Informatieve slide
Vertel: Herken je deze twee pluizige bollen? Dit zijn twee uilskuikens van de bosuil. Uilen hebben vaak hun nest in een boomholte, maar ook in nestkasten of ruimtes in gebouwen. Zou het lekker zitten in zo'n boomholte? Met welke materialen zou een uil een zacht, warm nest kunnen maken voor zijn eieren?
Antwoord: wol, stro, veren, droog gras, touw, mos, haren van huisdieren, ook takjes in allerlei soorten, maten en diktes.
Extra informatie: Bosuilen leggen maar één keer per jaar eieren. Dit doen zij vanaf februari. Meestal leggen ze er 2 tot 4. Als de uilen dat jaar te weinig hebben gegeten, hebben ze geen leg.
Slide 27 - Video
Deze slide heeft geen instructies
huismussen en nestkasten
Slide 28 - Tekstslide
Informatieve slide:
Vertel: Hier zie je een mannetjes en vrouwtjes huismus. Huismussen maken hun nesten vaak onder dakpannen, in gaten en kieren van gebouwen en in nestkasten zoals hier rechts op de foto.
Vraag: Waarom zouden we nestkasten ophangen?
Antwoord: Een nestkast is een kast gemaakt door mensen om vogels te helpen. Om vogels te helpen aan een droge plek om eieren te broeden. Mensen maken hun huizen steeds beter. Ze vullen alle gaten, maken alles schoon. Vogels zoals de huismus hebben daardoor weinig kieren en holtes om hun nestjes in te maken.
Vraag: Welke vogels help je daarmee?Antwoord: Vogels die normaal gesproken in holtes broeden (holle bomen, rotsspleten of bij mensen tussen de dakpannen). Voorbeelden van bekende holenbroeders: koolmees, pimpelmees, huismus, spreeuw.
Vertel: Vogels zoeken in de buurt van het nest of de nestkast naar materiaal om hun nestjes van te maken. Vogels zijn slimme beesten. Ze zoeken materialen uit, die hun goed warm houdt.
Vraag: Wat trek jij aan als je het warm wil hebben? Waarvan is dat gemaakt? Waarvan zouden vogels hun nesten maken om warm te blijven? Welke materialen gebruiken zij?
Extra: Om te zorgen dat leerlingen enig idee hebben wat het effect is van het nestmateriaal, moeten ze weten wat isolatie is. Bijvoorbeeld dat een ‘warme jas’ niet van zichzelf warm is, maar alleen goed warmte vasthoudt. En dat een ‘warme jas’ net zo goed helpt
om iets kouds koud te houden. Het is ook handig dat ze weten hoe isolatie werkt: dat je iets isoleert door een laagje stilstaande lucht te maken tussen hetgeen je wilt isoleren en de omgeving.
Dat ‘warme jassen’ vaak zijn opgevuld met een vulling waar veel lucht tussen blijft hangen, zoals haren van dieren (wol) of plastic.