1.10 1.11 en 1.12

Globalisering van de landbouw
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Globalisering van de landbouw

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je vanmiddag geluncht?

Slide 2 - Woordweb

Agrarische producten
Na 1980 nam de mondiale import en export van agrarische producten enorm toe.
Gevolg= concurrentie
Lokaal-nationaal-continentaal en dan op globaal niveau nam concurrentie tussen landen en bedrijven toe

Slide 3 - Tekstslide

Hoe is de handel van agrarische producten veranderd in de afgelopen 50 jaar?

Slide 4 - Open vraag

Welke rol speelt vrijhandel in de geglobaliseerde landbouw sector?

Slide 5 - Woordweb

Landbouwbeleid
Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) = sinds 1957 binnen de EU

Doel: voedsel tegen redelijke prijzen produceren en consumeren (boer/consument)

Slide 6 - Tekstslide

Heb je ooit gehoord van de melkplas en de boterberg?

Slide 7 - Woordweb

Schaalvergroting 
Na 1960 steeg de vraag naar agrarische producten --> plaats in de tijd "na WOII en de hongerwinter"
De EU gaf productiesubsidies= een toeslag op de marktprijs voor melk en vlees 
Dit was een succes en de zelfvoorzieningsgraad steeg enorm!
Grote bedrijven investeerden veel, om zo veel subsidie te krijgen, kleine bedrijven gingen failliet! Hierdoor ontstond schaalvergroting= proces waarbij steeds minder bedrijven zijn en de grote bedrijven achterblijven.
De enorme boterberg en melkplas kostte de EU veel geld en daardoor werd de GLB afgebouwd.

Slide 8 - Tekstslide

Landbouw na 2013
  1. Landbouw moest duurzamer worden
  2.  Landbouw moest vernieuwend en maatschappelijk verantwoord worden
Gevolgen:
Productiekosten stijgen en boeren die duurzaam en verwantwoord werken krijgen inkomenssubsidie

Slide 9 - Tekstslide

In hoeverre lijkt de landbouwsector van Polen op NL?

Slide 10 - Woordweb

Vergelijken van landbouw
Als je landbouw in verschillende landen gaat vergelijken, dan kijk je naar de structuur:
1. Het percentage kleine, grote en megalandbouwbedrijven
Ook kijk je naar grondgebonden landbouw
2. Dat is de landbouwgrond die een boer nodig heeft om het voedsel voor het vee te produceren
Bij productiviteit kijk je naar de opbrengst per hectare per dier/mens

Slide 11 - Tekstslide

Intensieve landbouw
Extensieve landbouw

Slide 12 - Tekstslide

Wat is diversificatie?

Slide 13 - Woordweb

Agribusiness is....
A
MNO die agrarische producten verbouwd
B
Bedrijf uit de landbouwsector
C
Bedrijf dat gespecialiseerd is in duurzame landbouw
D
MNO die de gehele productieketen vd landbouw beheersen

Slide 14 - Quizvraag

Intensiveren in de landbouw is...
A
Meer producten verkopen
B
Meer machines inzetten in de landbouw
C
Boer probeert om een grotere opbrengst per hectare te krijgen
D
Handelsgewassen vaker oogsten

Slide 15 - Quizvraag

De GLB is gericht op het...
A
Het veranderen van de landbouw
B
Verduurzamen van de landbouw
C
Het vergroten van de landbouw
D
Het vernieuwen van de landbouw

Slide 16 - Quizvraag

Hoort de bio-industrie bij....
A
Agribusiness
B
Extensieve landbouw
C
Intensieve landbouw
D
Gemengd bedrijf

Slide 17 - Quizvraag

Wat heb je nog niet helemaal helder van p1.10-1.11-1.12?

Slide 18 - Woordweb