20220914 Woensdag

Woensdag 14 september
Goedemorgen!
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Woensdag 14 september
Goedemorgen!

Slide 1 - Tekstslide

OCHTEND

08.30 - 08.45 Jeugdjournaal
08.45 - 09.30 NEDERLANDS
09.30 - 10.15 MENS&MAATSCHAPPIJ
10.15 - 10.30 PAUZE
10.30 - 11.15 SoVa
11.15 - 12.00 ENGELS
12.00 - 12.20 PAUZE
MIDDAG

12.20 - 12.30 LEZEN
12.30 - 13.15 MENS&DIENSTVERL.
13.15 - 14.00 MENS&DIENSTVERL.
14.00 - 14.30 WERK AFMAKEN/KEUZE

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Nederlands H1 Taalverzorging 1

Persoonsvorm en onderwerp

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Nederlands H1 Taalverzorging 1
Persoonsvorm
Elke zin heeft een persoonsvorm (pv). Deze persoonsvorm is altijd een werkwoord. Er zijn twee manieren om de persoonsvorm te vinden.
Manier 1: de vraagproef : Maak de zin vragend. Het werkwoord dat vooraan komt te staan, is de persoonsvorm.
Lianne heeft veel vriendinnen. Heeft Lianne veel vriendinnen?
Manier 2: de tijdproef
Zet de zin in een andere tijd. Maak van de tegenwoordige tijd de verleden tijd of andersom. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm. 
Lianne heeft veel vriendinnen. Lianne had veel vriendinnen.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm in:

De klas is erg druk.
A
De klas
B
is
C
erg
D
druk

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in:

Het is leuk wonen in Sneek.
A
Het
B
leuk wonen
C
is
D
Sneek

Slide 8 - Quizvraag

Nederlands H1 Taalverzorging 1
Onderwerp
Bijna elke zin heeft een onderwerp (ow). De persoonsvorm en het onderwerp horen bij elkaar. Als je het onderwerp en de persoonsvorm achter elkaar zet, moet er dus een goede zin staan.

Zo vind je het onderwerp:

  1. Zoek de persoonsvorm.
  2. Vraag: wie of wat + persoonsvorm? Het antwoord op die vraag is het onderwerp.

Wij gaan elke dag naar school. 
pv = gaan -> wie / wat gaan? ow = wij

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het onderwerp in:

Ik had een leuk weekend.
A
Ik
B
had
C
een
D
leuk weekend

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in:

De klas heeft deze week kookles.
A
kookles
B
heeft
C
deze week
D
de klas

Slide 11 - Quizvraag

Nederlands H1 Taalverzorging 1
BK en TL : Maken opdrachten van Taalverzorging 1: Persoonsvorm en onderwerp

Slide 12 - Tekstslide

Mens & Maatschappij
H1 §1.3

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Mens & Maatschappij H1 §1.3
BK en TL: Maken opdrachten van H1 §1.3

Slide 17 - Tekstslide

SoVa
Welke afspraken hadden we ook alweer gemaakt?

Slide 18 - Tekstslide

1.Je levert jouw mobiel / tablet in bij binnenkomst in de klas.

2. Je gaat naar jouw werkplek, waar je jouw spullen klaar legt voor de les.

3. Eten en drinken mag tijdens het Jeugdjournaal en in de pauzes. Dit geldt ook voor schoolfruit!

4. Tijdens de instructie én werkmoment is het stil. Heb je een vraag, dan steek je jouw hand op.























5. Als je naar het toilet wil, dan vraag je dat eerst. Eén leerling per keer!

6. We blijven tijdens de lessen in de klas. Werken op de gang mag, maar altijd in overleg met jouw leerkracht.

7. In de klas hebben we respect voor elkaar.
- Je scheldt elkaar niet uit.
- Je daagt elkaar niet uit.
- Je reageert niet op elkaar.
- Je blijft van mekaar af. 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Slide 21 - Link

ENGELS - Bridging the Gap Year 1
2 Around the house

Leerdoelen
A1 I know words and activities that are related to house and home.
A1 Ik ken woorden en activiteiten die met huis en thuis te maken hebben.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link

Slide 24 - Link

Slide 25 - Link

Slide 26 - Link

ENGELS - Bridging the Gap Year 1
2 Around the house

BK en TL : Maak de bijbehorende opdrachten.

Slide 27 - Tekstslide

Mens & Dienstverlening
MD lokaal
CSG Bogerman
Mevrouw Ziengs

Slide 28 - Tekstslide

Keuze / Werk afmaken
Jeugdjournaal

Slide 29 - Tekstslide