- Aufgabe 6, Seite 150 (Schrijf de zin in de voltooid tegenwoordige tijd)
-Aufgabe 7, Seite 150 (Vertaal het woord tussen haakjes en schrijf zinnen. Let op de woordvolgorde)
- Wie? De eerste 10 minuten niet praten.
- Fertig? Leer voor de toets m.b.v de samenvatting