Week 26 - Grammatica woordsoorten

Week 26 - Grammatica woordsoorten
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Week 26 - Grammatica woordsoorten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom hv1a!
Telefoon thuis of in je kluis? Ga dan lekker zitten en leg klaar:

 - je schrift en pen;
  - je leesboek

Je laptop blijft deze les in je tas










maandag 30 september 2024
Maandag 24 februari 2025

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen, na deze les:
  • Weet je wat je aan grammatica hebt.
  • Weet je welke woordsoorten er zijn in cursus Grammatica
Planning van deze les :

  • Lezen in je leesboek - 10 minuten
  • Bespreken wat je gelezen hebt
  • Taalvoutje van de week
  • Video over grammatica
  • Opdrachten van De Brug maken op je laptop.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen in je leesboek
Je leest ongeveer 10 minuten in stilte.
Ik loop langs om je gelezen pagina's te noteren.
Na afloop kun je een vraag krijgen over wat je gelezen hebt. 
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taalvoutje van de week
Zwaar vuilnis!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cursus 5 Grammatica woordsoorten
Komende weken doen we cursus 5 Grammatica, alleen de even paragrafen. Die gaan over woordsoorten.

  • Welke woordsoorten ken je?

We sluiten de cursus af met een groepstoets.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammatica redekundig

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Video Taalprof en Arnoud Kuijpers
In dit filmpje, gemaakt door de Taalprof (zie zijn site: http://taalprof.blogspot.nl/) en Arnoud Kuijpers, werd uitgelegd wat een taal aan een grammatica heeft! 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammatica taalkundig

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De groepjes voor deze cursus stel ik later samen. 
Daarvoor maken jullie zo eerst zelfstandig opdrachten van De Brug op je laptop. 

Grammatica Woordsoorten, wat kun je verwachten:




§2 Zelfstandig naamwoord en lidwoord
§8 Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
§4 Bijvoeglijk naamwoord
§10 Voorzetsels
§6 Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
§12 Bijwoorden

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag
WAT?           Maak de opdrachten grammatica van De Brug Meestromen.

HOE            Online op je laptop: ga naar De Brug Meestromen, dan naar alle                             even paragrafen van Grammatica.
                      Lees bij elke paragraaf eerst de theorie.
HULP?        Overleg met je buurman/-vrouw.                   
TIJD             15 minuten.
KLAAR?      Maak opdracht 

      


timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
Jullie weten nu welke woordsoorten er zijn.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les woensdag 26 februari
Geen huiswerk. 
We gaan verder met opdrachten van De Brug Meestromen over grammatica.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom hv1a!
Telefoon thuis of in je kluis? Ga dan lekker zitten en leg klaar:

 - je schrift en pen;
  - je leesboek

Je laptop blijft nog in je tas.












maandag 30 september 2024
MWoensdag 26 februari 2025

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen, na deze les:
  • Weet je wat het zelfstandig naamwoord, lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig werkwoord,  hulpwerkwoord, voorzetsels, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord en bijwoord zijn
Planning van deze les :

  • Lezen in je leesboek - 10 minuten
  • Bespreken wat je gelezen hebt
  • Opdrachten van De Brug maken op je laptop.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen in je leesboek
Je leest ongeveer 10 minuten in stilte.
Ik loop langs om je gelezen pagina's te noteren.
Na afloop kun je een vraag krijgen over wat je gelezen hebt. 
timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je maakt zo eerst zelfstandig de opdrachten van De Brug op je laptop. Deze gaan over grammatica woordsoorten.

Grammatica Woordsoorten, wat kun je verwachten:




§2 Zelfstandig naamwoord en lidwoord
§8 Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
§4 Bijvoeglijk naamwoord
§10 Voorzetsels
§6 Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
§12 Bijwoorden

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§2 Zelfstandig naamwoord (zn) en lidwoord (lw)
Zelfstandig naamwoord:
  • een woord voor een mens , dier, plant, ding, gevoel of begrip;
  • een eigennaam (zn-e) is ook een zelfstandig naamwoord: Lisa, Parijs, Rembrandt, Ierland.

  • Een zelfstandig naamwoord heeft meestal een enkelvoud en een meervoud. Welke zelfstandige naamwoorden hebben dat niet?
  • Je kunt er vaak een verkleinwoord van maken: egel – egeltje; verhaal – verhaaltje.
  • Je kunt er vaak een lidwoord (de, het of een) voor zetten: de egel – een egel; het verhaal – een verhaal. Wanneer geen lidwoord?

Slide 19 - Tekstslide

Uitzonderingen hierop zijn bijvoorbeeld politie, vee (alleen enkelvoud) en hersens/hersenen (alleen meervoud).

Dat zijn de zogenoemde niet-telbare zelfstandige naamwoorden, bijvoorbeeld: duisternis, gedoe, geregel, goud, ijs, snoep, koffie, letterkunde, muziek, nieuws, nageslacht, griep. Deze woorden kunnen niet in meervoud gebruikt worden omdat je ze niet in een hoeveelheid kunt uitdrukken.
Bepaald en onbepaald lidwoord
Er zijn drie lidwoorden: 
  • de, het en een
  • De woorden de en het zijn bepaald lidwoord (blw), want bij de pen en het boek weet je precies welke pen en welk boek bedoeld worden. Bij een pen en een boek weet je dat niet. Daarom is een onbepaald lidwoord (olw).

  • Let op:
  • Het woord het is geen lidwoord als het niet bij een zelfstandig naamwoord hoort: – Het is nog vroeg, maar het is buiten al donker.
  • Het woord een is geen lidwoord als je het uitspreekt als 1: een van de leerlingen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§ 4 WS Bijvoeglijk naamwoord
Cursus 5 Grammatica
Een bijvoeglijk naamwoord (bn) zegt iets over een zelfstandig naamwoord: Brugge is een mooie (bn) stad.
  • heeft vaak een korte vorm (zonder e) en een lange vorm (met een e): geweldig – geweldige; saai – saaie; knap – knappe; interessant – interessante.

Soms staat het bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord:
Dit boek is goed en het onderwerp ervan is belangrijk

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§ 4 WS Bijvoeglijk naamwoord
Cursus 5 Grammatica
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord (st.bn) zegt van welke stof iets gemaakt is: zilveren kettingen, een wollen vest.

  • heeft maar één vorm en eindigt meestal op en: bronzen, katoenen, 
  • maar niet als het uit een andere taal komt of een nog niet zo lang bestaande stof aanduidt (een suède tas, een fleece vest). 
  • staat altijd vóór het zelfstandig naamwoord en het heeft geen trappen van vergelijking, bijv. groot, groter, grootst

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§ 6 WS Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
Bij het tankstation heeft (hww)de chauffeur een krant gekocht (zww).
hww = hulpwerkwoord
zww = zelfstandig werkwoord

Hulpwerkwoorden: komen voor in elke zin met meer dan één werkwoord. 
Ze ‘helpen’ om het gezegde te maken: hebben, kunnen, mogen, moeten, willen, worden, zijn, zullen.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag
WAT?           Maak de opdrachten grammatica woordsoorten van De Brug                                  Meestromen.
HOE            Op je laptop: ga naar De Brug Meestromen, dan naar alle                                            even paragrafen van Grammatica (§2,4,6,8,10,12).
                      Lees bij elke paragraaf eerst de theorie.
HULP?        Overleg met je buurman/-vrouw.                   
TIJD             15 minuten.
KLAAR?     

      


timer
15:00

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
Jullie weten nu welke woordsoorten er zijn.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les woensdag 26 februari
Geen huiswerk. 
We gaan verder met opdrachten van De Brug Meestromen over grammatica.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies