H6 - §6.1 Spanningsbronnen

Welkom in de les
Vandaag:
  • lesdoelen §6.1
  • instructie §6.1
  • mini practicum
  • maken opgave uit het boek
  • afsluiten les 

 


H6 - Elektriciteit
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de les
Vandaag:
  • lesdoelen §6.1
  • instructie §6.1
  • mini practicum
  • maken opgave uit het boek
  • afsluiten les 

 


H6 - Elektriciteit

Slide 1 - Tekstslide

§6.1 - Je leert
- uitleggen wat een spanningsbron doet;
- voorbeelden van spanningsbronnen geven;
- de spanning van een spanningsbron meten;
- bij een spanningsbron de pluspool en de minpool herkennen;
- volt gebruiken als eenheid van spanning.
 

Slide 2 - Tekstslide

Spanningsbronnen
Hoe kan deze bewoner dag 
en nacht van elektriciteit 
gebruikt maken?

Slide 3 - Tekstslide

Wat kun je allemaal doen met elektriciteit?

Slide 4 - Open vraag

Warmte
Bij een elektrische kachel wordt 
elektriciteit omgezet in Warmte.

Slide 5 - Tekstslide

Licht
Bij een lamp wordt elektriciteit
omgezet in Licht.

Slide 6 - Tekstslide

Beweging
Bij een elektrische trein
wordt elektriciteit
omgezet in Beweging.

Slide 7 - Tekstslide

Data verwerking
Bij een smartphone wordt 
elektriciteit omgezet in Appjes.

Slide 8 - Tekstslide

Elektriciteitscentrale
In een elektriciteitscentrale wordt de energie uit een energiebron omgezet in elektriciteit.

Slide 9 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen
Energiebronnen uit de bodem heten fossiele brandstoffen.
Aardgas                                Steenkool                              Aardolie

Slide 10 - Tekstslide

Duurzame energiebronnen
   stromend water                            zon                                        wind

Slide 11 - Tekstslide

Duurzame energiebronnen
Fossiele brandstoffen

Slide 12 - Sleepvraag

Spanningsbronnen
dynamo

stopcontact

batterijen

accu's

Slide 13 - Tekstslide

Spanningsbronnen
Een spanningsbron zorgt voor de energie die een elektrisch apparaat nodig heeft om te werken.

Slide 14 - Tekstslide

Spanningsbronnen 
1,5 volt

9 volt

4,5 volt

230 volt

2,4/4,2 V
12 volt

Slide 15 - Tekstslide

Spanningsbronnen 
1,5 volt

9 volt

4,5 volt

230 volt

2,4/4,2 V
12 volt

+
polen
-

Slide 16 - Tekstslide

Wat gebeurt er met een apparaat als je hem aansluit op een te lage spanning?
A
werkt het gewoon
B
werkt het niet of niet goed
C
werkt het niet
D
werkt het niet of gaat het kapot

Slide 17 - Quizvraag

Wat gebeurt er met een apparaat als je hem aansluit op een te hoge spanning?
A
werkt het gewoon
B
werkt het niet of niet goed
C
werkt het niet
D
werkt het niet of gaat het kapot

Slide 18 - Quizvraag

Spanningsbronnen
Als je een apparaat op een te lage spanning aansluit werkt het apparaat niet of niet goed.

Als je een apparaat op een te hoge spanning aansluit kan het apparaat kapot gaan.

Slide 19 - Tekstslide

Zet de spanningsbronnen op volgorde van de laagste spanning naar de hoogst spanning.
Laagste Spanning
Hoogste Spanning

Slide 20 - Sleepvraag

Spanning
Spanning bepaalt hoeveel energie de spanningsbron kan leveren.

Symbool: U
Eenheid: volt ()

Slide 21 - Tekstslide

Spanning meten
Spanning kun je meten met een
voltmeter/spanningsmeter.

Slide 22 - Tekstslide

Spanning meten
Een spanningsmeter meter heeft een: 
- een aansluiting min (zwart)
- een aansluiting plus (rood)
- een schaalverdeling

De plus van de batterij sluit je aan op de plus (rood)
van de spanningsmeter.
De min van de batterij sluit je aan op de min (zwart) 
van de spanningsmeter.

Slide 23 - Tekstslide

Spanning meten
Het meetbereik is het gebied waarin gemeten kan 
worden.
Als je gaat meten moet je eerst het grootste 
meetbereik kiezen.

Bij de meter hiernaast is dat 30 V.

Slide 24 - Tekstslide

Spanning meten
Bepaal eerst waarop het meetbereik is ingesteld.
Op de rechter foto is dat 30 V.

Lees hierna de juiste schaal af.

Dus de schaal tot 30V.

De waarde is dan 12V

Slide 25 - Tekstslide

Anna meet met een voltmeter de spanning over een lampje. Zij heeft de meter aangesloten zoals in de afbeelding. Anna haalt het stekkertje uit de bus van 15 volt. Direct daarna steekt ze het stekkertje in de bus van 30 volt. De wijzer van de meter zal:
A
naar links gaan tot hij op de bovenste schaal 4,5 volt aangeeft.
B
naar rechts gaan tot hij 9,0 volt op de onderste schaal aangeeft.
C
Op dezelfde stand blijven staan als hij nu staat.
D
hierdoor niets meer aanwijzen, dus teruggaan naar de 0.

Slide 26 - Quizvraag

Even oefenen
Maak opdracht
9a
timer
5:00

Slide 27 - Tekstslide

Antwoorden - opgave 9a
a - 3 V
b - 2,5 V

Slide 28 - Tekstslide

mini practicum
Spanning meten!

Kijk op Classroom voor het 
practicumvoorschrift.

timer
15:00

Slide 29 - Tekstslide

Pak je agenda!
Noteer in het blauwe gedeelte voor de volgende les

  • Lezen §6.1 uit je boek
  • Maak alle opgaven behalve route ✱


Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag!

  • Lezen §6.1 uit je boek

  • Maak alle opgaven, behalve route ✱



Zs

Slide 31 - Tekstslide

Aan de slag!

  • Lezen §6.1 uit je boek

  • Maak alle opgaven, behalve route ✱



Zf

Slide 32 - Tekstslide

Wat weten we al?

Slide 33 - Tekstslide

Spanningsbronnen:
Apparaat:

Slide 34 - Sleepvraag

Wat is de spanning van deze batterij?
A
1,5 volt
B
4,5 volt
C
9 volt
D
12 volt

Slide 35 - Quizvraag

Wat is de spanning van deze accu?
A
1,5 volt
B
4,5 volt
C
9 volt
D
12 volt

Slide 36 - Quizvraag

Wat is de spanning van dit stopcontact?
A
9 volt
B
200 volt
C
230volt
D
250volt

Slide 37 - Quizvraag

Welke waarde geeft de voltmeter aan?
A
1,2V
B
6V
C
12V
D
7 volt

Slide 38 - Quizvraag

Welke waarde geeft
de voltmeter aan.
A
0,027 V
B
0,27 V
C
2,7 V
D
27V

Slide 39 - Quizvraag

Kun je nu......?
- uitleggen wat een spanningsbron doet;
- voorbeelden van spanningsbronnen geven;
- de spanning van een spanningsbron meten;
- bij een spanningsbron de pluspool en de minpool herkennen;
- volt gebruiken als eenheid van spanning.

Slide 40 - Tekstslide

Ja, dat kan ik.
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll