Thema 3. Gedrag en onbegrepen gedrag

Thema 3 : 


Onbegrepen gedrag bij Dementie in 
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Keuzedeel onbegrepen gedrag bij dementieMBOStudiejaar 2-4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 135 min

Onderdelen in deze les

Thema 3 : 


Onbegrepen gedrag bij Dementie in 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat versta jij onder gedrag?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat heeft het onder en boven brein met gedrag te maken?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

in welk deel van de hersenen wordt angst aangestuurd?
A
fronto-temporale kwab
B
sinusknoop
C
amandelkern
D
hersenstam

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

In de amandelkern zit het gevoel angst. Het zorgt ervoor dat we ons behoeden voor onveilige situaties. In een seconde scant de amandelkern alle prikkels die op ons af komen zoals geur, geluid , bewegingen. De amandelkern zijn we nodig in gevaarlijke situaties. Wanneer we in laag drie pas het gevaar zouden opmerken gaan we eerst nadenken. Wanneer je een gevaarlijk dier zou tegenkomen ben je te laat met reageren en wordt je opgegeten door een leeuw.

wat is volgens jou empathie?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

wanneer je in een crises situatie beland hoe reageer je dan?

Slide 12 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Personen met dementie voelen zich snel bedreigd zijn snel angstig. Empathie is daartegen het hulpmiddel volgens proffessor Erik Scherder. De grens tussen laag twee en drie is vervaagd en denken niet is meer mogelijk hierdoor wordt alles eng voor de persoon met dementie. Dat betekent dat de amandelkern voortdurend wordt aangeslagen. Om te voorkomen dat we zelf ook in het vechten, vluchten en bevriezen belanden moeten we omdenken. Door empathie te tonen is er geen plaats meer voor angst. Door aardig te doen tegen de cliënt zal de cliënt ook aardig tegen jou gaan doen.

begrippen vluchten vechten bevriezen uitleggen.

Slide 14 - Tekstslide

Het SOS centrum onderin laag drie kan de dynamische prikkels wegwerken of verzwakken. Het zorgt als het ware voor een remmende functie. Het zorgt ervoor dat we ons op taken en handelingen kunnen concentreren en focussen.
Door het wegvallen van het bovenbrein is ook de remmende functie van het SOS centrum verloren gegaan. De persoon met dementie kan dan niet meer onderscheiden wat het wel of niet toelaat aan informatie en prikkels. Er ontstaat gaos in het hoofd. Je hoort dan cliënten weleens zeggen "het is daarboven zo warrig". Het gevolg is dat de persoon met dementie al deze prikkels niet kunnen ordenen en op alles gereageerd moet worden waardoor er onrust ontstaat(Kits et al., 2016, 71-72). 

wat voor soorten
gedrag ken je?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat zijn voor jou
belangrijke waarden?

Slide 17 - Woordweb

voorbeelden;
  1. Iemand in de ogen aankijken
In Nederland vinden wij het van respect getuigen als we iemand aankijken die met ons praat, terwijl in andere culturen dat als onbeleefd gezien wordt. Zeker als je in gesprek bent met ouderen, kan dat als onbeleefd worden uitgelegd. Dit geldt onder meer in Surinaamse en Marokkaanse kringen.

2. Afspraken
Wij, in de westerse landen, zijn gewend om punctueel te zijn en vinden het van disrespect getuigen als de ander steeds te laat is. In vele andere culturen kijkt men niet zo nauw en is het dus ook geen kwestie van wel of geen respect. Bron;https://www.normenenwaarden.org/normen-en-waarden-in-nederland/ 

Slide 18 - Tekstslide

Normen zijn ongeschreven regels over hoe je je hoort te gedragen. 
Waarden zijn de achterliggende idealen die als waardevol worden aangeduid; dingen die je belangrijk vindt, als persoon of als groep. 
wat is volgens jou het verschil tussen probleem gedrag en onbegrepen gedrag?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

om determinanten van gedrag bij te sturen of te beïnvloeden kun je gebruik maken van het ase model; 
bron dia; (Nabuurs, 2017a).

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide


Bespreken; 
Wat betekent het wanneer je als verzorgende gehaast bij iemand binnen komt lopen

Slide 26 - Tekstslide


wat doen prikkels in de nacht met mensen met dementie en hoe wordt dit overdag beleeft. (statische en dynamische prikkelverwerking)
uitleggen wat statische en dynamische prikkels zijn en voorbeelden benoemen (blz 82 boek, de dag door met dementie)





Slide 27 - Video

 deze film gaat over prikkelverwerking dit gaat over autisme maar heeft veel overeenkomsten met hoe prikkels binnenkomen bij mensen met dementie, alleen mist bij mensen met dementie het onderzoek naar de prikkels en het daarop geschreven plan.

Zou deze methode volgens jou iets kunnen betekenen voor mensen met dementie?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Link

Deze slide heeft geen instructies