3.2 Veranderingen in oude arbeiderswijken

Veranderingen in oude arbeiderswijken
Par. 3.2
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Veranderingen in oude arbeiderswijken
Par. 3.2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jacobastraat Den Haag 1890

Slide 3 - Tekstslide

Beschrijving van de openingsfoto

Je ziet op de foto een Pingo.
Dit is een ijslens onder de grond. Doordat de ijsmassa water aantrekt groeit de pingo.

Blablabalbla


Jacobastraat Nu

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veranderingen op de arbeidsmarkt
Bewoners arbeiderswijk:
  • mensen met een lage opleiding en een laag loon
  • dit komt doordat hun werk eenvoudig is
  • robots en machines nemen hun werk steeds meer over
  • veel mensen raken hun baan kwijt doordat hun soort werk verdwijnt
    => dit heet structurele werkloosheid

In arbeiderswijk bleven mensen met laag inkomen achter omdat:
  • mensen met betere opleiding verdienden meer geld
  • zij verhuisden naar een betere woonwijk

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Moeizame integratie
Integratie = opnemen van bevolkingsgroepen in de maatschappij

  • Veel gastarbeiders kwamen naar NL om eenvoudig werk te doen. Zij wonen vaak bij elkaar in oude arbeiderswijken. Ze intergeerden niet goed, spraken de Nederlandse taal niet goed genoeg. Ze vinden daardoor moeilijk ander werk.
  • Ook nu is het moeilijk voor jongeren met een Turkse of Marokkaanse achtergrond om werk te vinden. Ze worden vaak gediscrimineerd bij solliciaties.
  • Veel oude arbeiderswijken worden bewoond door mensen met een Niet-Nederlandse achtergrond. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is integratie?
Integratie en segregratie
Definitie integratie
Mate waarin verschillende groepen mensen actief meedoen aan de samenleving. Deel gaan uitmaken van een groep met een andere identiteit.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slechte leefbaarheid
In wijken met hoge werkloosheid is veel armoede. 
Gevolg = slechte leefbaarheid =>
  • Sociale cohesie/samenhang is slecht. Er is weinig contact onderling, mensen blijven binnen hun eigen groep.
  • sociale onveiligheid is hoog: onderhoud van huis en straat is slecht, hangjongeren, vernielingen -> niemand voelt zich verantwoordelijk.
  • Dit komt doordat er weinig sociale cohesie is.
  • Wie de kans heeft verhuisd naar andere woonwijk

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ongezonde welvaart
Armoede in NL vergeleken met armoede in Nigeria:

  • In Nigeria is honger omdat er geen eten is
  • In NL kun je naar de voedselbank -> toch willen mensen dat liever niet -> goedkoop voedsel uit de winkel -> vaak ongezond (teveel vet + suikers)
  • Laag inkomen -> ongezond voedsel + weinig sporten = overgewicht
  • Slechte leefstijl -> hart- en vaatziekten, suikerziekten = welvaartsziekten
  • Welvaartsziekte -> minder kans op werk -> laag inkomen enzovoort...
  • Deze problemen komen veel voor in achterstandswijken

In Nigeria EN Nederland: cirkel van armoede

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is integratie?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leefbaarheid is...
A
geschiktheid van je huis om er goed te leven
B
geschiktheid van een wijk om er goed te leven
C
geschiktheid van de stad om er goed te leven
D
geschiktheid van de regio om er goed te leven

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen voorbeeld van sociale onveiligheid?
A
Vandalisme
B
Veel verkeersdrukte
C
Afval dumpen in de wijk
D
Hangjongeren

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is sociale cohesie?
A
Hoe goed mensen met elkaar verbonden zijn
B
Hoe sociaal mensen zijn naar vreemden
C
Hoe betrokken je bent bij de wijk.
D
Hoe goed je samenwerkt met de gemeente

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaat structurele werkeloosheid in Nederland?
A
Door automatisering
B
Mensen willen bepaald werk niet meer uitvoeren
C
Het verdwijnen van werk naar andere landen
D
Niet iedereen hoeft meer te werken

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom hebben mensen in achterstandswijk vaak een slechte leefstijl

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies