Formuleren H5 AR2

Herhaling spelling H5
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herhaling spelling H5

Slide 1 - Tekstslide

Welke is goed?
A
pietje-precies
B
Pietje-precies

Slide 2 - Quizvraag

Welke is goed?
A
Wie is de benjamin van de familie?
B
Wie is de Benjamin van de familie?

Slide 3 - Quizvraag

Hoe zit dat?
Bij het woord pietje-precies denk je niet aan een bepaald persoon (Pietje), maar aan de betekenis van het woord pietje-precies (dat iemand altijd alles heel precies wil doen).
Hetzelfde geldt voor benjamin. Hier denk je aan de jongste van de familie, niet aan de naam Benjamin. 

Slide 4 - Tekstslide

Welke is goed?
A
Mevrouw van Leeuwen
B
mevrouw Van Leeuwen

Slide 5 - Quizvraag

Welke is goed?
A
directeur B. van den Bosch
B
directeur B. Van den Bosch

Slide 6 - Quizvraag

Hoe zit dat? 
Als er een voorletter of voornaam bij staat, schrijf je voorvoegsels met kleine letters. 

Staat er een titel voor, zoals meneer of dokter
schrijf je voorvoegsels met grote letter.
Dus: S. van Dijk en meneer Van Dijk

Slide 7 - Tekstslide

Voor welke leeftijd is deze tekst
(H5 Formuleren start opdr.)
geschreven?
Waar merk je dat aan?

Slide 8 - Woordweb

 H5 Formuleren

Variatie in zinslengte

Wissel enkelvoudige en samengestelde zinnen af.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe maak je lange zinnen?
A
Je gebruikt een puntkomma.
B
Je gebruikt een dubbele punt.
C
Je gebruikt verbindingswoorden.
D
Je gebruikt signaalwoorden.

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer maak je als schrijver snel een zinsbouwfout?
A
Als je korte zinnen schrijft.
B
Als je een lange zin schrijft.
C
Als je je spelling niet op orde hebt.
D
Als je lang van stof bent.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is voor een lezer makkelijker lezen?
A
een samengestelde zin is beter te lezen dan enkelvoudige zin.
B
hoofdzinnen zijn moeilijker te lezen dan bijzinnen

Slide 12 - Quizvraag

Opdracht deze les
- H5 Formuleren maken
in duo's / break-outrooms

Klaar?
Starten met H6 spelling 'aan elkaar of los'

Slide 13 - Tekstslide