Elektrische stroom

GEEN LAPTOP OP de TAFEL
timer
2:00
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

GEEN LAPTOP OP de TAFEL
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Stroom in een stroomkring
  • Hiervoor gebruik je een stroom-meter of een Ampèremeter
  • De Ampèremeter schakel je IN de kring en dus in serie.
  • De hoofdeenheid is de Ampère.

Slide 2 - Tekstslide

Schakeling met ampmeter in serie
Schakelschema

Slide 3 - Tekstslide

Aflezen van de Ampèremeter

Slide 4 - Tekstslide

Elektrische spanning
  • De elektrische spanning meet je steeds over een component (bijvoorbeeld over een lampje of over een weerstand).
  • De spanningsmeter (of Voltmeter) plaats je dus steeds parallel
  • Er zijn analoge en digitale meters.  Analoog heeft een wijzer, digitaal kan je gewoon aflezen.
  • Let steeds op met de schaal!

Slide 5 - Tekstslide

Voltmeter over een batterij
Schakelschema

Slide 6 - Tekstslide

Aflezen van de Voltmeter

Slide 7 - Tekstslide

Spanning meter OVER een toestel
  • Hieronder zie je een schakeling waarbij de spanning gemeten wordt dat over een lampje staat.
  • De Voltmeter schakel je steeds over een toestel. 

Slide 8 - Tekstslide

Schakeling 1
We beginnen met een simpele schakeling. Dan weten we zeker dat het lampje werkt.
  • Zet de adapter op 6 V
  • Bouw je schakeling zoals op het plaatje hiernaast (wij gebruiken de adapter i.p.v. een batterij)


Slide 9 - Tekstslide

Brandt je lampje?

Ga pas verder als je lampje brandt.
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Ampère-meter
Een ampèremeter meet de stroom die door een lampje gaat.

Daarom moet die in serie geschakeld zijn met het lampje dat je wilt meten.


Slide 11 - Tekstslide

Ampère-meter
De ampèremeter heeft 3 modussen. Je kunt hem dus voor een verschillend meetbereik aansluiten.
Aansluiting "5" = meetbereik tot 5 A
Aansluiting "500" = meetbereik tot 500 mA
Aansluiting "50" = meetbereik tot 50 mA

Begin altijd op het grootste meetbereik en lees af. Als je meting lager is dan het volgende meetbereik, sluit je hem lager aan.

Slide 12 - Tekstslide

Volt-meter
Een voltmeter meet de spanning die over een lampje gaat.

Daarom moet die parallel geschakeld zijn met het lampje dat je wilt meten.


Slide 13 - Tekstslide

Volt-meter
Een voltmeter heeft 2 of 3 meet modussen. Je kunt hem dus aansluiten voor een verschillend meetbereik.
Aansluiting "3" = meetbereik tot 3 V
Aansluiting "15" = meetbereik tot 15 V
Aansluiting "300" = meetbereik tot 300 V

Begin altijd op het grootste meetbereik en lees af. Als je meting lager is dan het volgende meetbereik, sluit je hem lager aan.

Slide 14 - Tekstslide

Schakeling met 
1 lampje
We gaan nu de stroomsterkte en de spanning meten van een stroomkring met 1 lampje.

We beginnen met de ampèremeter. De ampèremeter moet in serie geschakeld worden met het lampje.

Noteer de meting op je formulier.

Slide 15 - Tekstslide

Schakeling met 
1 lampje
Nu gaan we de spanning meten. Bouw de schakeling zoals op de tekening. 

De voltmeter staat parallel geschakeld met het lampje.

Noteer de meting op je formulier.

Slide 16 - Tekstslide

Check
Laat je antwoorden controleren door de docent.

Is het allemaal gelukt met het bouwen van de schakeling? Wat vond je lastig? Wat vond je makkelijk?

Slide 17 - Tekstslide

Serieschakeling
We gaan nu de stroomsterkte en de spanning meten van een serieschakeling met 2 lampjes.

De serieschakeling zie je hiernaast. Dit is de basis voor de volgende schakelingen.
Eerst gaan we de stroomsterkte meten, daarna de spanning.

Slide 18 - Tekstslide

Serieschakeling - ampèremeter
Je meet de stroomsterkte door een lampje, dus de meter staat in serie geschakeld.

Bouw de schakeling zoals op het plaatje.

Noteer je gemeten stroomsterkte op het formulier.

Slide 19 - Tekstslide

Serieschakeling - voltmeter 1
Nu gaan we de spanning meten. De spanning meet je over een lampje, dus de voltmeter staat parallel geschakeld.

Bouw de schakeling zoals op het plaatje.
Noteer je gemeten stroomsterkte op het formulier.

Slide 20 - Tekstslide

Serieschakeling - voltmeter 2
Net heb je de spanning over 1 lampje gemeten. Nu ga je de spanning meten over beide lampjes. 

Bouw de schakeling zoals op het plaatje.

Noteer je gemeten stroomsterkte op het formulier.

Slide 21 - Tekstslide

Check
Laat je antwoorden controleren door de docent.

Is het allemaal gelukt? Wat valt je op aan hoe fel de lampjes branden? Wat zie je aan de spanning over een lampje? 

Slide 22 - Tekstslide

Parallelschakeling
We gaan nu de stroomsterkte en de spanning meten van een parallelschakeling met 2 lampjes.

De parallelschakeling zie je hiernaast. Dit is de basis voor de volgende schakelingen.
Eerst gaan we de stroomsterkte meten, daarna de spanning.

Slide 23 - Tekstslide

Parallelschakeling - ampèremeter 1
We gaan eerst de totale stroomsterkte meten. Dat doen we door de ampèremeter vóór de splitsing van de stroomdraden te plaatsen. 

Bouw de schakeling zoals op het plaatje. Noteer je gemeten stroomsterkte op het formulier.

Slide 24 - Tekstslide

Parallelschakeling- ampèremeter 2
Nu gaan we de stroomsterkte door één lampje meten. De ampèremeter moet ná de splitsing aangesloten worden.

Bouw de schakeling zoals op het plaatje. Noteer je gemeten stroomsterkte op het formulier.

Slide 25 - Tekstslide

Parallelschakeling- voltmeter 2
Nu gaan we de spanning over één lampje meten. 

Bouw de schakeling zoals op het plaatje. Noteer je gemeten stroomsterkte op het formulier.

Slide 26 - Tekstslide

Check
Laat je antwoorden controleren door de docent.

Is het allemaal gelukt? Wat gebeurt er met de stroomsterkte bij een parallelschakeling?

Slide 27 - Tekstslide

Einde practicum
Dat was het!

Ruim de spullen netjes op:
  • alles loshalen
  • alles terug in de bakken
  • lampjes voorzichtig terugdoen






Slide 28 - Tekstslide

maak opdrachten van
 3.Elektriciteit en magnetisme -->  3.5 Elektrische stroom -->
C( Begrijpen) en D ( Beheersen)
( na 10 min komen we terug op lessonUp)
timer
10:00

Slide 29 - Tekstslide

Einde practicum
Volgende keer gaan we verder met de theorie van stroomsterkte en spanning.

In de resterende tijd kun je verder met opgaven uit de Portal.




Slide 30 - Tekstslide

Wat is het symbool voor stroomsterkte?
A
U
B
P
C
I
D
R

Slide 31 - Quizvraag

Zie je op dit plaatje een gesloten of een open stroomkring?
A
Gesloten
B
Open

Slide 32 - Quizvraag

Kun je de stroom meten op plek A1, A2, op allebei de plekken of op geen van beide?
A
A1
B
A2
C
allebei
D
geen van beide

Slide 33 - Quizvraag

Kan ik met deze voltmeter de spanning meten over lampje 1?
A
Ja
B
Nee

Slide 34 - Quizvraag

Elektriciteit uit het stopcontact is:
A
gelijkspanning van 230v
B
wisselspanning 230v 50Hz
C
wisselspanning 230v 60Hz
D
gelijkspanning 110v

Slide 35 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de spanning als je meerdere batterijen of spanningsbronnen acher elkaar plaatst?
A
niets
B
mevrouw Tozkoparan heeft dat niet verteld
C
ik moet ze bij elkaar optellen
D
je moet ze met elkaar vermenigvuldigen

Slide 36 - Quizvraag

elektriesche stroom

Slide 37 - Tekstslide