4.3 radioactief verval

vandaag: § 4.3
Nodig:
boek (dicht)
iPad
schrift + pen

lesdoelen:

Ik weet wat een halveringsdikte is en hoe ik hiermee kan rekenen
Ik weet wat een halveringstijd is en hoe ik hiermee kan rekenen.
Ik weet wat activiteit is en welke eenheid hierbij hoort.

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

vandaag: § 4.3
Nodig:
boek (dicht)
iPad
schrift + pen

lesdoelen:

Ik weet wat een halveringsdikte is en hoe ik hiermee kan rekenen
Ik weet wat een halveringstijd is en hoe ik hiermee kan rekenen.
Ik weet wat activiteit is en welke eenheid hierbij hoort.

Slide 1 - Tekstslide

planning
  • opstarten
  • uitleg 
  • zelf aan het werk (4.3)



  • extra uitleg
  • verder aan het werk
  • afsluiting

(5 min)
(10 min)
(30 min)



(10 min)
(35 min)
(5 min)

Slide 2 - Tekstslide

een molecuul bestaat uit
A
elektronen en protonen
B
kerndeeltjes
C
atomen

Slide 3 - Quizvraag

een atoomkern bestaat uit
A
elektronen en protonen
B
elektronen en neutronen
C
neutronen en protonen

Slide 4 - Quizvraag

Een atoom
Atomen hebben een atoomkern en elektronen.

De atoomkern bestaat uit protonen en neutronen.

Slide 5 - Tekstslide

Halveringsdikte - bij welke dikte wordt de helft van de straling doorgelaten

Slide 6 - Tekstslide

Radioactiviteit
Radioactieve stoffen zenden zelf kernstraling uit.
Een radioactieve stof heeft instabiele kernen. Deze kern zal op een gegeven moment vanzelf veranderen. Dit noem je radioactief verval

Slide 7 - Tekstslide

Alfa straling
Bètastraling
Gammastraling
- Klein doordringend vermogen


- Sterk ioniserend
- Groter doordringend vermogen dan alfa
- Minder ioniserend dan alpha
- Groter doordringend vermogen dan Bèta
- Minder ioniserend dan Beta

Slide 8 - Tekstslide

Activiteit
  • Activiteit: het aantal kernen dat per seconde vervalt
  • Bequerel (Bq): de eenheid van activiteit

De activiteit van een stof neemt af in de tijd. Na een bepaalde vaste tijd is nog maar de helft van de activiteit over, dit noemen we ook de halveringstijd

Slide 9 - Tekstslide

Halveringstijd (halfwaardetijd)
Na de halveringstijd:
- is de helft van de instabiele atoomkernen verdwenen 
(deze zijn vervallen en een ander soort atoom geworden)

- is de hoeveelheid straling ook met de helft verminderd (er blijven steeds minder instabiele kernen over)

Slide 10 - Tekstslide

Rekenen met halveringstijd
Zilver-110 heeft een halveringstijd van 24 seconden. 
Hoeveel van deze radioactieve stof overblijft, kunnen we berekenen met een verhoudingstabel.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Activiteit
A (Bq)

Het aantal kernen dat per seconde vervalt.

Slide 13 - Tekstslide

In dit diagram kun je goed zien hoe radioactief verval verloopt: de hoeveelheid straling (Dus de activiteit) wordt iedere halveringstijd gehalveerd.

Tegelijk wordt de hoeveelheid radioactieve kernen gehalveerd na iedere halveringstijd.

Slide 14 - Tekstslide

De halveringstijd van instabiel Jodium is 8 dagen. Hoeveel procent is er na 16 dagen nog over?
A
50%
B
30%
C
25%
D
0%

Slide 15 - Quizvraag

In welke eenheid wordt de activiteit van een radioactieve bron gemeten?
A
Siemens
B
Geiger
C
Becquerel
D
Deeltjes per seconde

Slide 16 - Quizvraag

Wat is activiteit?
A
Het aantal protonen dat per seconde vervalt
B
Het aantal kernen dat per seconde vervalt
C
Het aantal ionen dat per seconde vervalt
D
De hoeveelheid gammastraling

Slide 17 - Quizvraag

Aan de slag
maak de opdrachten van 4.3
Klaar? nakijken!

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeelden datering
                                                                         <--- Dinosaurus veren van 100 miljoen j                                                                              jaar oud
.
.
.
.
.
.

                Lichaam van nodosaurus,
                110 miljoen jaar oud   --->

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeelden datering
                                                                         <--- Man van Tollund (ong. 2300 jr oud)
.                                                                              Denemarken
.
.
.
.
.


Moeder en baby (ong. 6000 jaar oud)
Nieuwegein                                 --->

Slide 20 - Tekstslide

Hoe weten ze dit?
Ze maken gebruik van de halfwaardetijd van C-14

Slide 21 - Tekstslide

We beginnen bij de zon

Slide 22 - Tekstslide

Straling

Slide 23 - Tekstslide

Stikstof wordt C-14
Halfwaardetijd C-14 = 5730 jaar

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Vraag
Archeologen hebben overblijfselen gevonden ruim zeven tot tien meter onder de grond. Volgens de archeologen hebben sommige botten de karakteristieken van menselijke botten, wat goed mogelijk is gezien het feit dat mensen in het Pleistoceen al leefden in hedendaags Mexico. 
De leeftijd van de botten wordt gevonden met behulp van koolstofdatering met behulp van het isotoop C-14. 

Uit een chemische analyse blijkt dat in de loop van de jaren 75% van C-14 vervallen is. 

Bereken hoe oud de botten zijn?

Slide 28 - Tekstslide

Vraag
Uit een chemische analyse blijkt dat in de loop van de jaren 75% van C-14 vervallen is. 
Bereken hoe oud de botten zijn?

75% is vervallen, dus is er nog 25% over

100% 0 jaar
50% 5730 jaar (halfwaardetijd)
25% 11460 jaar
tijd
0 jaar
5730 jr
11460 jr
% C-14
100%
50%
25%

Slide 29 - Tekstslide

Vraag

Uit een chemische analyse blijkt dat in de loop van de jaren 75% van C-14 vervallen is. 

Bereken hoe oud de botten zijn?

75% is vervallen, dus is er nog 25% over

100% 0 jaar
50% 5730 jaar (halfwaardetijd)
25% 11460 jaar
75% is vervallen, dus is er nog 25% over
100%    0 jaar
50%      5730 jaar (halfwaardetijd)
25%      11460 jaar


tijd
0 jaar
5730 jr
11460 jr
% C-14
100%
50%
25%

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag
maak de opdrachten van 4.2 en 4.3
Klaar? nakijken!

Slide 31 - Tekstslide

lesdoelen
Ik weet wat een halveringsdikte is en hoe ik hiermee kan rekenen
Ik weet wat een halveringstijd is en hoe ik hiermee kan rekenen.
Ik weet wat activiteit is en welke eenheid hierbij hoort.

Slide 32 - Tekstslide

in het kort: 

Slide 33 - Tekstslide

Dat was het
voor vandaag! 

Slide 34 - Tekstslide