Les 4: Pathologie Lagere Urinewegen

Nieren en urinewegen
Les 4: Pathologie Lagere Urinewegen


Larissa Bastiani
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Nieren en urinewegen
Les 4: Pathologie Lagere Urinewegen


Larissa Bastiani

Slide 1 - Tekstslide

Meest voorkomende symptomen bij nierfalen

Slide 2 - Woordweb

Als er wordt gesproken over renaal uremie dan ligt de oorzaak ..
A
voor de nieren
B
in de urinewegen
C
in de nieren
D
in de blaas

Slide 3 - Quizvraag

Wat betekent PU/PD?

Slide 4 - Open vraag

Zijn er nog vragen?
Van vorige week

Slide 5 - Tekstslide

Onderwerpen
  •  Actieve en passieve incontinentie
  • Ectopische ureters
  • Sfincter mechanisme incompetentie
  • Cystitis
  • FLUTD
  • Urolithiasis/plaskater

Slide 6 - Tekstslide

De leerdoelen

Aan het eind van deze les kan je van deze ziektes:
benoemen welke een spoedgeval zijn;
uitleggen wat het is;
de belangrijkste oorzaken benoemen;
uitleggen hoe de behandeling er in grote lijnen uitziet;
de prognose benoemen

Slide 7 - Tekstslide

Casus
Een klant belt met de volgende vraag:
“Mijn hond plast rode urine. Wat kan er aan de hand zijn?”

Slide 8 - Tekstslide

Wat zeg je als paraveterinair?

Slide 9 - Open vraag

Incontinentie
Actieve incontinentie =
Het dier plast actief en neemt de mixtiehouding aan.
Passieve incontinentie =
 Het dier verliest urine zonder de typische houding aan te nemen.

Slide 10 - Tekstslide

Actieve incontinentie
Oorzaken:
  - Blaasontsteking
  - Urethra-obstructie (steentjes)
  - Prostaatprobemen
  - Sproeien / vlag plaatsen

Slide 11 - Tekstslide

Passieve incontinentie
Oorzaken:
  - Ectopische ureteren
  - Sfincter Mechanisme Incompetentie

Slide 12 - Tekstslide

Ectopisch ureteren
Aangeboren afwijking
 Incontinentie
 Operatief te behandelen

Slide 13 - Tekstslide

Sfincter mechanisme incompetentie

  • Meest voorkomend bij teven na OVH (ovario-hysterectomie)/ OVX (Ovariectomie)
  • Met name bij grotere rassen
  • Risico neemt af bij OVH/OVX NA eerste levensjaar
  • Klachten ontstaan vaak pas op oudere leeftijd
  • Over het algemeen wel goed behandelbaar
  • Tabletten of drankje; vaak wel levenslang behandeling nodig

Slide 14 - Tekstslide

Bij een blaasontsteking is er per definitie sprake van een bacteriële infectie.
A
Goed
B
Fout

Slide 15 - Quizvraag

Cystitis
= blaasontsteking

Overleg met je buur welke oorzaken je kent voor cystitis?



Slide 16 - Tekstslide

welke oorzaken ken je voor een cystitis?

Slide 17 - Woordweb

Cytitis
Oorzaken:
- Idiopathisch
- Bacterieel:
   Primair
   Secundair; bv bij suikerziekte, ziekte van Cushing, FIV, FeLV
- Urolithiasis
- Neoplasie

Slide 18 - Tekstslide

Blaasontsteking Hond en Kat
Symptomen;
- Moeilijk of pijnlijk plassen (dysurie)
- Veel kleine plasjes (pollakisurie)
- In huis plassen
- Bloed bij de urine (hematurie)
- Troebele urine
- Anders ruikende urine 

Gecompliceerd:
- Koorts
- Veel drinken en plassen (pyelonefritis)
- Incontinentie
- Slecht eten, vermageren
- Sloomheid
- Niet kunnen plassen
- Afscheiding, onafhankelijk van het plassen 

Slide 19 - Tekstslide

Diagnostiek Cystitis

Lichamelijk onderzoek
Urineonderzoek:
Complicaties;
Urinekweek
Echo
Bloedonderzoek
Röntgen
CTscan



Slide 20 - Tekstslide

Welke parameters zijn belangrijk bij een cystitis?

Slide 21 - Open vraag

Bij welk dier komt het meest een blaasontsteking voor?
A
Teef, gesteriliseerd
B
Reu, gecastreerd
C
Poes, gesteriliseerd
D
Kater, gecastreerd

Slide 22 - Quizvraag

Antwoord
Blaasontstekingen komen vooral voor bij gesteriliseerde teven. Teven hebben een kortere en wijdere plasbuis dan reuen. Geslachtshormonen beschermen volwassen dieren tegen een blaasontsteking.

Slide 23 - Tekstslide

Struviet
Meestal is blaasgruis het gevolg van blaasontsteking

Slide 24 - Tekstslide

Cystisis hond
Therapie:
Antibioticum: snel verbetering (enkele dagen), anders verder onderzoek 
Pijnstillers/ ontstekingsremmers
Prognose
Ongecompliceerd; goed
Gecompliceerd: kans op recidief


Slide 25 - Tekstslide

Blaasontsteking kat: FLUTD
= Feline Lower Urinary Tract Disease
Let op: Er worden verschillende definities van FLUTD gebruikt in de literatuur: dit kan verwarrend zijn!
Oorzaken FLUTD:
Idiopatisch (FIC = Feline Idiopathic Cystitis)
Blaasgruis / blaasstenen
Slechts zelden bacterieel
katten jonger dan 10 jr: minder dan 5%
Ouder dan 10 jr: toename bacteriële infecties
Tumoren


Risicofactoren:
Binnen katten 
Overgewicht
Gecastreerde katten
Katten die enkel brokken krijgen

Slide 26 - Tekstslide

Therapie en preventie FLUTD
Therapie
Pijnstillers
Eventueel antibioticum (bacterieel)
Eventueel dieet (blaasgruis)

Preventie en ondersteuning
- meer drinken/ vochtopname: drinkfonteintjes, natvoer, meer drinkbakjes, etc.
- voldoende kattenbakken: vaker plassen (n+1)
- stressvermindering; evt medicamenteus
- dieetvoeding


Slide 27 - Tekstslide

Preventie FLUTD: Stress voorkomen

Slide 28 - Tekstslide

Welke maatregelen om stress te voorkomen worden in het filmpje genoemd?

Slide 29 - Woordweb

Urolithiasis: Blaasgruis en blaasstenen

Blaasgruis; microscopisch klein zand.
Blaasstenen; enkele millimeters tot enkele centimeters.
Hond: vaak gevolg van bacteriële blaasontsteking
Kat: vaak oorzaak van cystitis klachten (FLUTD)
Risico: Urethra obstructie!
Mn reuen en katers waarbij de stenen/gruis vastlopen.



Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Blaasstenen zijn zichtbaar op een röntgenfoto, blaasgruis is dat niet.
A
Goed
B
Fout

Slide 32 - Quizvraag

Soorten blaasstenen 

Slide 33 - Tekstslide

Bij een plaskater zit de verstopping vaak net voor het penisbotje.
A
Goed
B
Fout

Slide 34 - Quizvraag

Urethra obstructie reu
Voorkeursplaats vastlopen:
Bekkenomslag
Voor penisbotje

Slide 35 - Tekstslide

Urethra obstructie kater, ofwel plaskater
Voorkeursplaats vastlopen:
Vlak voor glandula bulbourethralis
Bij penispunt

Slide 36 - Tekstslide

Plaskater
Meestal gecastreerde katers
Symptomen als bij blaasontsteking in eerste instantie. Vervolgens niet plassen of alleen druppels plassen ondanks veel persen. Vaak veel mauwen tgv de pijn.
Hoe onderscheid te maken tussen cystitis en urethra obstructie bij het klinisch onderzoek?
Therapie; catheteriseren, evt opereren
Preventie; (nat) dieetvoer

Slide 37 - Tekstslide

Wat zegt de pH?

Slide 38 - Open vraag

Diëten blaas 
hH, hoeveelheid mineralen en energie


Struviet: ontstaat in basische urine dus ph voer verlagen (oplossen en voorkomen van stenen). Tevens verlaagde mineralen en eiwitgehalten

Oxalaat: laag gehalte aan calcium en oxalaat in voer
(preventie maar niet als oplossend dieet). Operatief stenen verwijderen


Slide 39 - Tekstslide

Een pup van 4 maand is nog steeds niet zindelijk volgens de eigenaar. Hij blijft maar druppelen in huis. Wat kan er aan de hand zijn? (meerdere antwoorden zijn juist)

Slide 40 - Open vraag

Maak de lesopdrachten van les 4 over cystitis, plaskater en blaasgruis/blaastenen.

Slide 41 - Tekstslide

De leerdoelen

Aan het eind van deze les kan je van deze ziektes:
benoemen welke een spoedgeval zijn;
uitleggen wat het is;
de belangrijkste oorzaken benoemen;
uitleggen hoe de behandeling er in grote lijnen uitziet;
de prognose benoemen

Slide 42 - Tekstslide

Huiswerk
Huiswerk voor volgende week (donderdag 2 december):
- Lees de productfolders van Royal Canin: Urinary en Renal (zie studieroute ELO)
- Gehele toetsstof bestuderen

Slide 43 - Tekstslide