toets grieken havo 1

Wat is typisch voor een polis?
Wat klopt niet?
A
De agora
B
De acropolis
C
Democratie
D
De volksvergadering
1 / 24
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat is typisch voor een polis?
Wat klopt niet?
A
De agora
B
De acropolis
C
Democratie
D
De volksvergadering

Slide 1 - Quizvraag

Waardoor ontstonden stadstaten?
A
Door het landschap
B
Door de hoplieten
C
Door gebrek aan voedsel
D
Omdat veel edelen koning wilden zijn.

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een acropolis?
A
Een heuvel in een polis
B
De plek waar alle tempels staan
C
De plek waar een burcht stond
D
De hoogte in een polis met de belangrijkste tempels

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een agora?
A
De markt
B
De plaats voor volksvergaderingen
C
De plaats waar de belangrijkste tempels stonden
D
De andere naam voor acropolis.

Slide 4 - Quizvraag

Maak de juiste combinatie van bestuur
A
monarchie=het volk is de baas
B
aristocratie=een groep edelen is de baas
C
tirannie=een koning is de baas
D
democratie=een koning is de baas.

Slide 5 - Quizvraag

Wat was geen gevolg van de kolonisatie?
A
Gebruik van munten
B
handelaren willen macht
C
meer stadstaten krijgen een koning
D
het verschil tussen arm en rijk wordt groter

Slide 6 - Quizvraag

Wat was geen gevolg van de kolonisatie?
A
Ruzie over grond tussen de bewoners van de poleis
B
De verspreiding van de Griekse cultuur in het Middellandse-Zeegebied
C
Het verlangen van de handelaren deel te nemen aan het bestuur
D
De sterke toename van de handel

Slide 7 - Quizvraag

Wie is de vrouw van Zeus
A
Hera
B
Aphrodite
C
Artemis
D
Demeter

Slide 8 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van de Griekse godsdienst?
A
De Grieken verlangden naar het leven na de dood.
B
In heel Griekenland werden dezelfde goden vereerd.
C
De Griekse goden leken sterk op mensen.
D
De Grieken geloofden dat de goden tot de mensen konden spreken

Slide 9 - Quizvraag

De goden van de Grieken:
Wat is fout
A
geven de mensen het goede voorbeeld
B
hebben het eeuwig leven
C
kunnen relaties aangaan met mensen
D
Hebben dezelfde zwakheden als mensen

Slide 10 - Quizvraag

Waarom werden de Olympische Spelen gehouden?
A
Omdat de poleis wilden zien wie de sterkste was
B
Om oorlogen te voorkomen.
C
Om een god te vereren
D
Om Griekenland bekend te maken in de wereld

Slide 11 - Quizvraag

De nieuwe manier van wetenschappelijk denken.
Wat klopt niet?
A
filosofen waren populair bij het volk
B
natuurwetenschap ontwikkelde zich
C
De manier van wetenschap bedrijven geldt nog steeds
D
wetenschap hoorde bij het onderwijspakket van de jongens

Slide 12 - Quizvraag

De grondlegger van de geneeskunst is
A
Archimedes
B
Socrates
C
Hippocrates
D
Aristoteles

Slide 13 - Quizvraag

Maak de juiste combinatie
A
Zeus: oppergod
B
Athene: God van hemel en donder
C
Nike: halfgod
D
hippocrates: halfgod

Slide 14 - Quizvraag

vereren van goden, wat is fout
A
Gebeurde ook buiten de tempel
B
De priester kon zowel man als vrouw zijn.
C
In de tempel stond een groot beeld van de God
D
Op het altaar binnen, werd door de priester geofferd.

Slide 15 - Quizvraag

filosofie, wat is fout?
A
De wereld onderzoeken met behulp van het geloof
B
De wereld onderzoeken door goed te kijken en redeneren
C
filosofie stelt vragen over hoe, wat en waarom
D
filosofie is de basis voor de wetenschap.

Slide 16 - Quizvraag

Opvoeding Atheense jeugd
A
vechten was een belangrijk vak
B
politiek was een belangrijk vak
C
rekenen was een belangrijk vak
D
scheikunde was een belangrijk vak

Slide 17 - Quizvraag

goed-foutvraag
Een Griekse toneelopvoering vond altijd plaats in kleine besloten ruimten
A
goed
B
fout

Slide 18 - Quizvraag

Feit of een Mening?

De cultuur van de Grieken staat hoger dan de cultuur van de Egyptenaren.

A
Feit
B
Mening

Slide 19 - Quizvraag

Feit of mening?

De Olympische Spelen waren in de tijd van het Oude Griekenland anders dan in onze tijd

A
Feit
B
mening

Slide 20 - Quizvraag


Welke bestuursvorm herken je in deze volksvergadering in Athene 492 v C?
A
Monarchie, want iedereen luistert aandachtig.
B
Aristocratie, want er zijn alleen mannen aanwezig.
C
Tirannie, want er zijn 2 mannen de baas.
D
Democratie, want iedereen mag meepraten.

Slide 21 - Quizvraag

Op welk gebied waren er verschillen in de Griekse poleis? Op het gebied van:
A
de godsdienst
B
de bouwkunst
C
het bestuur
D
de taal

Slide 22 - Quizvraag

Leg uit welk bron het best past bij de nieuwe geneeskunst.
Bron 1
In de Ilias wordt verteld hoe de god Apollo de Grieken strafte door in hun kamp de pest te laten uitbreken.
Bron 2
‘Die zogenaamde heilige ziekte epilepsie is volgens mij even gewoon als iedere andere ziekte. Ik zal aantonen dat epilepsie een gewone ziekte is als iedere andere ziekte.’

Slide 23 - Open vraag

Socrates over de de Atheense democratie: "De volksvergadering laat zich door bouwdeskundigen adviseren als het om de bouw van de lange muren van Athene naar Piraeus gaat. De vergadering werkt met ervaren en professionele experts. Maar wanneer de vergadering belangrijke bestuurskwesties bespreekt, dan kan iedereen het woord vragen en zijn advies geven: timmerman, smid, handelaar , arm of rijk. Niemand verwijt hen, dat ze opleiding of ervaring in de besproken zaken missen.”
a. Wat was volgens Socrates geen goede bestuursvorm?
b. Waarom niet?

Slide 24 - Open vraag