Tussendoortje Klimaat quiz

Klimaat Europa Quiz
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Klimaat Europa Quiz

Slide 1 - Tekstslide

Hoe noem je wind dat van land naar zee waait?
A
Aanlandige wind
B
Oplandige wind
C
Aflandige wind
D
Wind van het land

Slide 2 - Quizvraag

Wat betekent reliëf?
A
Heuvels en bergen
B
Hoogteverschillen in het landschap
C
Hoogtegordels als alpenweide
D
Rotsgordels

Slide 3 - Quizvraag

Tussen de 200-500 m noem je:
A
laagland
B
heuvelland
C
middelgebergte
D
hooggebergte

Slide 4 - Quizvraag

Hooggebergte is vanaf:
A
1000 m
B
1500 m
C
2000 m
D
2500 m

Slide 5 - Quizvraag

Hoe wordt een kust met inhammen genoemd?
A
Gebroken kust
B
Schiereiland
C
Gelede Kust
D
Inham kust

Slide 6 - Quizvraag

Wat is GEEN klimaatfactor?
A
breedteligging
B
hoogteligging
C
windrichting
D
bodemsoort

Slide 7 - Quizvraag

Kan er stuwingsneerslag voorkomen in NL?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor 'lijzijde'?
A
loefzijde
B
regenkant
C
regenschaduw
D
regenplek

Slide 9 - Quizvraag

Welk klimaat komt het meeste voor in Zuid-Europa?
A
Mediterraan klimaat
B
Landklimaat
C
Zeeklimaat
D
Toendra klimaat

Slide 10 - Quizvraag

Hoe wordt de zeestroom genoemd die langs Noord-Europa stroomt?
A
koude Golfstroom
B
Humboldtstroom
C
warme zeestroom
D
warme Golfstroom

Slide 11 - Quizvraag

Waarom is het kouder in Noorwegen dan in Spanje?
A
Noorwegen ligt op een hogere breedteligging
B
Noorwegen ligt op een lagere breedteligging
C
Door de bergen heeft Noorwegen minder invloed van de zee
D
Door bergen heeft Noorwegen meer invloed van de zee

Slide 12 - Quizvraag

De Golfstroom warmt op in de ?
A
Subtropen
B
tropen
C
Regenwoud
D
Savanne

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een Schiereiland?
A
Een soort eiland
B
Een land dat aan 3 kanten met water is omringd
C
Een land dat tussen allemaal andere landen ligt
D
Een land dat omringd is met water

Slide 14 - Quizvraag