1.2 gedicht deel 1

1.2 gedicht

telefoon in de tas
laptop dicht
boek en schrift op tafel
pen ernaast
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.2 gedicht

telefoon in de tas
laptop dicht
boek en schrift op tafel
pen ernaast

Slide 1 - Tekstslide

th1
uitleg: een gedicht herkennen
maken: opdracht 1,2,3a t/m 3g,4,6
tijd over? zoek een gedicht of                              liedtekst (Nederlands)
Wat gaan we deze les doen?
1.2 gedicht

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
Ik kan een gedicht herkennen.

Dit kan ik door naar de kenmerken van een gedicht te kijken.
(bladzijde 17 lesboek of digitaal: 1.2 leertekst 'een gedicht                                                                                         herkennen')

Slide 3 - Tekstslide

opdracht 1 
Maak opdracht 1 van 1.2 (bladzijde 16)
schrijf de antwoorden in je schrift: zet bovenaan de bladzijde 
                 1.2 gedichten
zet voor de kantlijn:
                 opdr. 1a
opdracht 1a maak je alleen, de rest samen.
klaar? Ga op zoek naar een gedicht/Nederlands liedtekst
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

bespreken opdracht 1

Slide 5 - Tekstslide

opdrachten
Bekijk het gedicht op bladzijde 16 (nog niet lezen).

We bespreken opdracht 2 samen. Schrijf de antwoorden op in je schrift.
Ik leg opdracht 3a t/m 3g uit en jullie maken dat 
samen met je buur.
klaar? Ga op zoek naar een gedicht/Nederlands liedtekst
timer
7:00

Slide 6 - Tekstslide

leertekst blz. 17

Slide 7 - Tekstslide

opdracht 4 en 6
Maak opdracht 4 samen of alleen.
Zet ook weer in de kantlijn dat het om opdracht 4 gaat.

Maak opdracht 6 alleen

klaar? Ga op zoek naar een gedicht/Nederlands liedtekst
timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

huiswerk
Neem een gedicht mee dat je mooi vindt

                                           of 

Neem een Nederlandstalige liedtekst mee dat je mooi vindt

Slide 9 - Tekstslide

Noem in ieder geval één kenmerk
waaraan je een gedicht kunt herkennen.

Slide 10 - Open vraag