Les 4 - het meervoud van de persoon en het werkwoord

Sena loopt naar school. ... is een meisje.
A
Hij
B
Zij
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
NT2Speciaal OnderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Sena loopt naar school. ... is een meisje.
A
Hij
B
Zij

Slide 1 - Quizvraag

Andreea kijkt naar het bord.
A
letter
B
woord
C
zin

Slide 2 - Quizvraag

A
A
letter
B
woord
C
zin

Slide 3 - Quizvraag

Peter en Lucas/ zitten/ naast elkaar.
A
wie/doet/wat
B
wat/doet/wie
C
doet/wat/wie
D
wie/wat/doet

Slide 4 - Quizvraag

gaat/ naar school/ princess

Slide 5 - Open vraag

Het meervoud van de persoon en het werkwoord

Slide 6 - Tekstslide

Les 4
Je leert het meervoud van de persoon en het werkwoord.

Slide 7 - Tekstslide

les 4
De docenten staan voor de klas.
Zij staan voor de klas.
de docenten = zij

De leerlingen zitten op een stoel.
Zij zitten op een stoel.
de cursisten = zij 

Slide 8 - Tekstslide

Les 4
enkelvoud
meervoud
ik zit
jij zit
zij/ hij/ het zit
wij zitten
jullie zitten
zij zitten

Slide 9 - Tekstslide

Kijk goed:
de docent (=zij) staat = de docenten (=zij) staan
de leerling (=hij) zit - de leerlingen (=zij) zitten
het kind (=het) loopt - de kinderen (=zij) lopen

Slide 10 - Tekstslide

Ik zit op een stoel.
wij/jullie/zij

Slide 11 - Woordweb

wij lopen op straat
ik/jij/hij of zij

Slide 12 - Woordweb

Doen!
Maak oefening 9, 10 en 11. 

Klaar? klik hier

Slide 13 - Tekstslide

Ik loop naar de bus.
wij ...

Slide 14 - Open vraag

Sofia zit in de klas.
Sofia en Daria ...

Slide 15 - Open vraag