5.6 t/m 5.8 - het hormoonstelsel


Thema 5: Regeling

    5.6 t/m 5.8 - het hormoonstelsel
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les


Thema 5: Regeling

    5.6 t/m 5.8 - het hormoonstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag..
  • Uitleg 5.6 t/m 5.8
  • Huiswerk controle
  • Opdrachten maken

Leerdoelen:
- Je kunt de bouw en functie van het hormoonstelsel beschrijven en je kunt in een afbeelding de belangrijkste hormoonklieren benoemen. 
- Je kunt de werking beschrijven van hormonen uit de hypofyse en uit de schildklier.
- Je kunt de werking beschrijven van hormonen uit de eilandjes van Langerhans en uit de bijnieren. 

Slide 2 - Tekstslide

Het hormoonstelsel
Hormoonklieren produceren hormonen
  • Hormonen zijn stoffen die de werking van bepaalde 
    organen regelen. 
  • Hormoonklieren hebben geen afvoerbuizen, ze geven
    hormonen direct af aan het bloed. 
  • Een hormoon is alleen werkzaam in weefsels/organen die
    gevoelig zijn voor dat hormoon. 
Hormonen regelen  vooral langzame processen zoals groei,
voortplanting, stofwisseling. 

Slide 3 - Tekstslide

De hypofyse

De hypofyse produceert verschillende 
hormonen.  
  • Groeihormoon regelt groei van botten.
  • Hormonen die de werking van andere
     hormoonklieren beïnvloeden. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het effect van een te hoge productie van groeihormoon?

Slide 5 - Open vraag

De schildklier

Onder invloed van hormoon vanuit hypofyse produceert de schildklier het schildklierhormoon
  • Beïnvloedt de stofwisseling en de groei en ontwikkeling.
  • Het stimuleert de verbranding in cellen.
  • Te veel schildklierhormoon zorgt voor te veel
    verbranding: je wordt rusteloos en vermagert.  

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het effect van een te lage productie van schildklierhormoon?

Slide 7 - Open vraag

Eilandjes van Langerhans
Eilandjes van Langerhans zijn groepjes cellen in de
alvleesklier. 
  • Produceren insuline en glucagon.
    Deze houden glucosegehalte in het bloed
    constant (0,1%). 
  • Wanneer na een maaltijd glucose omhoog gaat maken
    EvL insuline. Glucose wordt dan opgenomen door lever en
    spiercellen. Daar wordt glucose omgezet in glycogeen. 

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het effect van het omzetten van glucose naar glycogeen onder invloed van het hormoon insuline?
A
Glucose in bloed daalt
B
Glucose in bloed stijgt
C
Glycogeen in bloed daalt
D
Glycogeen in bloed stijgt

Slide 9 - Quizvraag

Bij lichamelijke inspanning vindt er veel verbranding plaats in de spieren.
Welke stof is nodig voor de verbranding?
A
Glycogeen
B
Glucose
C
Insuline
D
Glucagon

Slide 10 - Quizvraag

  • Bij inspanning glucose uit bloed verbruikt.
    - Glucose in bloed < 0,1% : EvL produceren glucagon
    - Door glucagon wordt glycogeen omgezet in glucose. 

Slide 11 - Tekstslide

Wat gebeurt er met het glucose gehalte in het bloed nadat er glucagon vrijgekomen is?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Diabetes
Bij diabetes (suikerziekte) maken EvL te weinig insuline en/of reageert het lichaam niet goed meer op insuline. 
  • Mensen met diabetes kunnen insuline spuiten.
  • Voedsel/hoeveel insuline moet goed op elkaar afgestemd worden. 
  • Een ongezonde leefstijl verhoogd het risico op diabetes. 

Slide 14 - Tekstslide

Bij iemand met diabetes wordt het suikergehalte in het bloed te....
A
laag
B
hoog

Slide 15 - Quizvraag

De bijnieren


De bijnieren produceren adrenaline
  • Bij angst, schrikken, boosheid geven bijnieren adrenaline af aan het bloed
  • Door adrenaline zet leven glycogeen om in glucose. 
  • Door adrenaline gaat hartslag omhoog en ga je sneller ademen. 
Adrenaline werkt snel er kort. 

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het effect van adrenaline op het glucosegehalte in het bloed?
A
wordt lager
B
wordt hoger
C
blijft gelijk

Slide 17 - Quizvraag

Geef een verklaring waarom het lichaam adrenaline gaat produceren wanneer je heel erg bang bent.

Slide 18 - Open vraag

Opdrachten maken..
Maak opdracht 43, 44, 49, 50, 57 en 59

  • Dit is huiswerk voor vrijdag.
  • Vrijdag starten we met thema 6: zintuigen (boek 3B!) 

Slide 19 - Tekstslide