Les 1 paragraaf 2.1

Hoofdstuk 2: Bewegen
2.1 Botten
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2: Bewegen
2.1 Botten

Slide 1 - Tekstslide

Het skelet van een volwassen mens bestaat uit ongeveer uit:
A
500 botten
B
206 botten
C
350 botten
D
150 botten

Slide 2 - Quizvraag

Het skelet van een baby bestaat uit ongeveer
A
100 botten
B
350 botten
C
206 botten
D
75 botten

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel botjes zitten er in je voet?
A
50 botjes
B
100 botjes
C
10 botjes
D
26 botjes

Slide 4 - Quizvraag

Uit hoeveel botjes bestaat je hand
A
10 botjes
B
20 botjes
C
27 botjes
D
30 botjes

Slide 5 - Quizvraag

Waar in je lichaam vind je het kleinste botje?
A
In je neus
B
In je hand
C
In je oor
D
In je voet

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Hoe zit je skelet in elkaar?
De 206 beenderen of botten vormen samen je beenderenstelsel of skelet

De botten in je hoofd vormen je schedel

Je schedel wordt gedragen door de ruggengraat of wervelkolom

Je heupbeenderen vormen samen je heupen of bekken

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Waarvoor dient je skelet?
- Stevigheid
- Bescherming
- Vorm
- Beweging

Uit welke stoffen bestaan je botten?
Been of bot bestaat uit kalk en wat lijmstof

Kalk zorgt voor stevigheid
Lijmstof zorgt voor buigzaamheid --> kraakbeen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Maken paragraaf 2.1 Botten

Hoe zit je skelet in elkaar:
opdracht 3 t/m 8

Waarvoor dient een skelet:
opdracht 9 en 10

Uit welke stoffen bestaan je botten:
opdracht 11 t/m 13



Slide 12 - Tekstslide

Wat heb je bewaard?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video